26 juli 2021

Buiig weer houdt aan, waterstanden blijven relatief hoog (bericht van Waterpeilen.nl)

Hoogwater in de uiterwaarden van de Waal. Inmiddels is er al veel weg

water van de week

lagedrukgebieden bepalen voorlopig het weer in de stroomgebieden

De afgelopen week verliep grotendeels droog in de stroomgebieden en de waterstanden in de rivieren daalden de hele week. Vooral in de Maas verliep de daling snel en 6 dagen na de hoogste stand zakte de afvoer al weer onder de 500 m3/s en nog weer 2 dagen later werd de 350 m3/s bereikt bij Maastricht. Voorlopig was dat even het laagste niveau, want inmiddels is de afvoer weer even flink gestegen.

Deze stijging is veroorzaakt door zware buien die gisteren vooral aan de zuid- en westkant van de Ardennen vielen. Dit leverde weer aangrijpende beelden op (zie NOS-bericht) van straten in het Waalse Maasdal die in woest kolkende rivieren veranderden. Ook al lijken de beelden sterk op de rampzalige situatie van een week eerder, toch was de situatie nu anders.

In dit geval ging het om een enkele hevige regenbui die in iets minder dan een uur overtrok. Er viel lokaal meer dan 5 cm en de intensiteit zal zo’n 10 cm per uur hebben bedragen. Ter vergelijking, bij de neerslag van de week ervoor was de intensiteit steeds slechts zo’n 1 tot 2 cm/uur, maar regende het bijna 24 uur achtereen. Bij een een intensiteit van 10 cm/uur is, in een sterk hellend en verstedelijkt gebied zoals het Maasdal, alleen al het water dat op het verharde oppervlak (wegen en gebouwen) valt voldoende om zo’n vloedgolf te veroorzaken. 

De zware buien hingen samen met een kleinlagedrukgebiedje dat later naar Noord Nederland trok en daar in de nanacht urenlang bleef hangen. De intensiteit was nu wat lager, maar vanwege de lange duur kon er meer dan 10 cm regen vallen in een vrij groot gebied. Omdat Friesland vlak is, levert dat nergens vloedgolven op. Hoogstens volle sloten en vaarten en ondergelopen straten en ook kelders zullen hier en daar wel volgelopen zijn. 

Het lagedrukgebiedje dat de extreme neerslag veroorzaakte is inmiddels naar het noorden weggetrokken en zal zich de komende dagen samenvoegen met een groter lagedrukgebied dat nu nog bij IJsland ligt. Er ontstaat dan een groot lagedrukgebied ten noorden van de Britse Eilanden dat boven de stroomgebieden een zuidwestelijke stroming in gang houdt.

In deze stroming kunnen tot en met woensdag ieder dag wel weer buien ontstaan. Lokaal kunnen dat ook pittige buien zijn, maar zo zwaar als in de Ardennen en met zoveel neerslag als in Friesland wordt dan niet meer verwacht. Het valt echter wel op hoe makkelijk er deze zomer vanuit de buien grote hoeveelheden neerslag kunnen vallen. Vijf of zelfs tien centimeter is al meerdere keren voorgekomen en dat zijn toch wel erg grote neerslagsommen. Het blijft dus even afwachten of het deze week niet weer ergens veel meer wordt dan verwacht.

De neerslag die t/m woensdag valt, valt vooral in Nederland en ook de Ardennen kunnen dan dagelijks buien verwachten. In het stroomgebied van de Rijn blijft de buiigheid in het begin van de week beperkt, maar dat verandert vanaf donderdag als een uitgestrekt regengebied het oosten van Frankrijk, Zuid-Duitsland en de Alpen bereikt. Vooral in de Alpen kan van donderdag t/m zaterdag veel regen vallen.

In Nederland en België nemen de neerslagkansen vanaf donderdag juist af, maar een lange droge periode is zeker niet in aantocht. Daarvoor zou het hogedrukgebied dat gewoonlijk bij de Azoren ligt zich naar onze omgeving moeten uitbreiden, maar daar ziet het niet naar uit. Er blijft daarom ook vanaf donderdag dagelijks nog kans op een lokale bui en op zondag of maandag zou de buiigheid opnieuw weer wat toe kunnen nemen als een nieuw lagedrukgebied vanaf de Oceaan dichterbij komt.

Samengevat wordt het dus een vrij natte week, met in de eerste helft van de week vooral in Nederland en België flink wat buien. In de tweede helft van de week neemt de buiigheid juist toe in het stroomgebied van de Rijn en kan vooral in de Alpen veel regen vallen. Na het weekend is de kans groot dat juist Nederland en omgeving weer natter wordt. Droog zomerweer zit er voorlopig niet in.

Rijn daalt langzaam verder, met een korte onderbreking aan het eind van de week

De waterstand in de Rijn is de afgelopen week bij Lobith al weer circa 2,5 meter gedaald (van 14 m naar 11,5 m) en de meeste uiterwaarden in het bovenstroomse deel van waal en IJssel lopen nu weer langzaam leeg en zullen soms ook al weer droogvallen. Verder benedenstrooms duurde het langer voor de piek passeerde en is de daling nog niet zover dat de uiterwaarden weer droog zijn gevallen. De afvoer die tijdens de piek een niveau van 6700 m3/s bereikte, bedraagt nu 3.800 m3/s.

De komende dagen zet de daling door met zo’n 20 – 25 cm per dag. Woensdag wordt dan de 11 meter weer onderschreden; bij een afvoer van 3.400 m3/s. Dat is ongeveer het niveau waarbij de strandjes langs de rivieroever weer beginnen droog te vallen. Van donderdag t/m zaterdag zal de waterstand ook nog wat dalen, tot iets boven de 10,5 m (3.000 m3/s), maar daarna kan de stand weer licht gaan stijgen. Dit is het water van de neerslag die vanaf de tweede helft van de week  in het stroomgebied wordt verwacht. 

Er worden geen heel grote hoeveelheden verwacht en omdat er in Midden Duitsland niet veel neerslag wordt verwacht, gaat het waarschijnlijk om slechts een lichte stijging naar ca 10,75 m +NAP (afvoer 3.200 m3/s) op zondag of maandag. Daarna zal de daling opnieuw inzetten en de kans is groot dat in de loop van die week de 10 meter, bij een afvoer van ca 2.600 m3/s) weer onderschreden zal worden. 

Maasafvoer steeg door buien kort naar ca 650 m3/s; afvoer blijft komende week relatief hoog

De Maas daalde deze week snel, maar de zware buien van gisteren in het Maasdal, oa nabij Dinant, zorgden opnieuw voor een piekje. Bij maastricht steeg de Maas ca 300 m3/s van 350 naar 650 m3/s. Opvallend aan deze piek was dat de grotere zijbeken (oa Lesse, Ourthe en Sambre) niet of maar weinig stegen. Al met al voerden zij minder dan 75 m3/s aan. Een groot deel van de extra water moet daarom in de Maasvallei zelf zijn gevallen.

De oppervlakte daarvan is niet zo heel groot (in vergelijking bv met het stroomgebied van de Ourthe), maar er is veel verhard oppervlak en als er veel regen in korte tijd valt, kan dat vele extra water opleveren. Ook tijdens de hoogwatergolf was mij al opgevallen dat er toen vrij veel water uit de Maasvallei zelf moet zijn gekomen. Bij winterse hoogwaters is dat aandeel meestal niet zo groot.

Ook het feit dat de golf na een paar uur al weer voorbij was bij Maastricht doet vermoeden dat het vooral water is geweest dat vanaf verhard oppervlak naar de Maas is aangevoerd. Water vanuit begroeide terreinen heeft altijd een veel langere nasleep. 

Het piekje is inmiddels al weer voorbij en de afvoer bij Maastricht is weer terug op ca 350 m3/s. Tot en met woensdag blijft er kans op flinke buien in de Ardennen en een nieuw klein piekje is dan niet uitgesloten. Al is de kans op zo zware buien als zaterdagavond niet zo groot. Wel zal er de komende 3 dagen voldoende regen vallen om de huidige hoge aanvoer ongeveer aan te houden. Ik verwacht daarom in de eerste helft van de week een afvoer tussen de 300 en 400 m3/s, met misschien ene uitschietertje. 

Vanaf donderdag neemt de kans op buien af en kan de afvoer weer wat verder gaan dalen. Snel zal dat niet gaan, want in het stroomgebied is nog veel water in de bodem aanwezig, dan nu langzaam afstroomt. En ook vanuit de Franse Maas is de afvoer nog hoog voor de tijd van het jaar. Rond het weekend zou de afvoer dan weer tot circa 300 m3/s zijn gezakt. Zoals het er nu naar uitziet is er ook in de week na volgend weekend weer kans op buien. Het is nu nog niet duidelijk hoe dat uit gaat pakken, maar de kans is het grootst dat de afvoer wel langzaam zal blijven dalen. 

water inzicht

Welke afvoer bereikte de Maas tijdens het recente zomerhoogwater

Het hoogwater in de Maas van vorige week was bijzonder omdat de afvoer tot boven de 3.000 m3/s steeg, maar vooral ook uniek omdat het in de zomer optrad. De afvoer is de hoeveelheid water die per seconde langs een meetpunt stroomt. Pas één keer eerder was de Maas in de zomer zo ver gestegen dat er uiterwaarden overstroomden. Dat was in 1980, toen de afvoer bij Maastricht tot ca 2.200 m3/s steeg, maar deze hoogwatergolf was een eenzame piek binnen een periode van 5 maanden zonder noemenswaardige hoogwaters in het jaarverloop van de Maas. 

In de winter kwam de afvoer al wel twee maal tot boven de 3.000 m3/s: in 1926 en in 1993. Voor de eerste wordt uitgegaan van een hoogste afvoer van 3.175 m3/s, voor de tweede van 3.120 m3/s. Daarbij moet wel worden aangemerkt dat er altijd al discussie is geweest over deze waarden. De afvoer laat zich namelijk niet zo makkelijk meten alsvde waterstand en kan daarom alleen afgeleid worden uit de waterstand en de stroomsnelheden van het water in de bedding. De opgegeven afvoeren voor 1926 en 1993 zijn dan ook al verschillende malen bijgesteld en waarschijnlijk zullen we het nooit precies weten.

Ondanks dat we tegenwoordig over betere meetinstrumenten beschikken en er ook veel meetpunten zijn, lijkt het er op dat ook het recente hoogwater zijn geheimen over de opgetreden afvoer niet zomaar prijs wil geven. Na de extreme regenval van 13 en 14 juli in de Ardennen steeg de Maas bij Maastricht razendsnel. Al snel werd de 1000 m3/s overschreden en ook nadat de 2.000 m3/s was gepasseerd ging de stijging onverminderd voort. 

Toen echter bij het officiele meetstation Maastricht St Pieter de 3.000 m3/s werd overschreden, in de loop van 15 juli ’s avonds, trad er een storing op in de registratie van de afvoer. Ik de figuur hieronder is grafiek van de meting met de foute registratie weergegeven. Vanaf het moment dat de 3.000 m3/s werd bereikt viel de afvoer plotseling terug om ca 12 uur later, toen  de afvoer weer onder de 3.000 m3/s zakte, de draad weer op te pakken. Hierdoor was het niet mogelijk om de afvoer ten tijd van de piek exact te bepalen.

 

St Pieter afvoer werkelijke meting.jpg

Registratie van de afvoergolf bij St Pieter op de website waterinfo.nl ten tijde van de passage.Registratie van de afvoergolf bij St Pieter op de website waterinfo.nl ten tijde van de passage.

Enkele dagen na het hoogwater was de grafiek van St Pieter op de website van waterinfo echter bijgewerkt en was er wel een vloeiend verloop van de piek te zien. De hoogste afvoer kwam hierbij uit op 3.260 m3/s en daarmee zou 2021 de hoogst gemeten afvoer ooit hebben gehad.

In de figuur hierna heb ik zelf in een grafiek de nieuwe afvoerlijn (in rood) afgebeeld op de eerdere registratie (in blauw). De beide lijnen lopen geheel gelijk (de blauwe lijn valt grotendeels weg onder de rode), maar vanaf 3.000 m3/s stijgt de bijgewerkte lijn door, waarmee de foutieve registratie wordt overbrugd. Wat al meteen opvalt is dat de rode lijn in het dalende traject een paar uur lang hoger ligt dan de blauwe, die toen al weer de juiste waarden weergaf. Dit roept de vraag op of de rode lijn wel een reëel beeld geeft.

 

Lijn St Pieter afvoer aangepast op St Pieter afvoer meting.jpg

Gewijzigde afvoer (rood) afgebeeld op de oorspronkelijke registratie (blauw) van de afvoergolf bij St Pieter op de website waterinfo.nl ten tijde van de passage.Gewijzigde afvoer (rood) afgebeeld op de oorspronkelijke registratie (blauw) van de afvoergolf bij St Pieter op de website waterinfo.nl ten tijde van de passage.

Ik heb dat onderzocht door de nieuwe lijn te vergelijken met twee andere metingen. Ten eerste ligt iets ten zuiden van St Pieter het meetpunt Eijsden, waar ook de afvoer van wordt bepaald. Dit meetpunt is niet uitgevallen en kwam tot ca 3.150 m3/s.

Als we de aangepaste lijn van het meetpunt St Pieter op de lijn van de gemeten afvoer van Eijsden afbeelden, dan lopen deze lijnen ook bijna de hele meetperiode vrijwel op elkaar. Alleen gedurende de periode dat St Pieter uitgevallen was, loopt de nieuwe lijn duidelijk boven de afvoerlijn van Eijsden. Als St Pieter en Eijsden gedurende de hele meetperiode steeds hetzelfde zijn, dan is het onwaarschijnlijk dat St Pieter gedurende de periode van de fout in de registratie ineens flink hoger zou zijn gekomen. Het lijkt er dus sterk op dat bij het opnieuw intekenen van de lijn van St Pieter iets teveel naar boven is uitgeschoten.

 

Lijn St Pieter afvoer op Eijsden afvoer.jpg

Gewijzigde afvoer (rood) van St Pieter afgebeeld op de oorspronkelijke registratie (blauw) van de afvoergolf bij Eijsden op de website waterinfo.nl ten tijde van de passage.Gewijzigde afvoer (rood) van St Pieter afgebeeld op de oorspronkelijke registratie (blauw) van de afvoergolf bij Eijsden op de website waterinfo.nl ten tijde van de passage.

Er is nog een tweede manier om de afvoer van St Pieter te verifiëren en dat is aan de hand van de waterstand bij St Pieter. De registratie daarvan haperde niet ten tijde van het passeren van de piek in de afvoergolf. In de figuur hieronder heb ik de lijn van de waterstand bij St Pieter geplot in de grafiek van de afvoer van St Pieter (deze lijn is in deze grafiek blauw). Wederom schiet de aangepaste lijn van de afvoer van St Pieter verder door dan die van de waterstand op hetzelfde meetpunt. De afwijking naar boven is ongeveer hetzelfde als bij de vorige grafiek waarin de afvoeren van St Pieter en Eijsden werden vergeleken. 

Deze analyse laat zien dat het niet waarschijnlijk is dat afvoer bij St Pieter na het passeren van de 3.000 m3/s nog tot 3.260 m3/s is doorgestegen.  Het lijkt er sterk op dat de afvoer bij St Pieter niet hoger is gekomen dan 3.150 m3/s. Daarmee zou deze hoogwatergolf een plek innemen precies tussen 1926 en 1993 in. Niet de hoogste afvoer ooit dus, maar het blijft uniek dat het in de zomer is gebeurd.

 

Lijn St Pieter stand op St Pieter afvoer aangepast.jpg

Gewijzigde afvoer (blauw) van St Pieter afgebeeld op de oorspronkelijke registratie (oranje) van de waterstand bij St Pieter op de website waterinfo.nl ten tijde van de passage.Gewijzigde afvoer (blauw) van St Pieter afgebeeld op de oorspronkelijke registratie (oranje) van de waterstand bij St Pieter op de website waterinfo.nl ten tijde van de passage.