24 september 2018

Bericht van Waterpeilen.nl

zondag 23 september 2018. De droogte hield deze week nog even aan en het doorlopend neerslagtekort voor Nederland kwam zelfs weer boven de 30 cm uit. Inmiddels zijn daar een paar cm vanaf, want het regende heel de zondag. Ook de Rijn en Maas ontvingen extra water en gaan even een klein beetje stijgen. Verder viel op vrijdag de stormachtige wind op, waardoor zoutwater in het Benedenrivierengebied tot heel ver het binnenland in drong. Een voorbode voor wat ons te wachten staat als de zeespiegel sneller zal gaan stijgen. Daarover werd deze week meer bekend; daarom ook daarop een korte reflectie. Regen zorgt voor enige stijging van de rivierafvoeren, maar rest van de week weer droog. Wie vandaag (zondag23 september) de buienradar bekeken heeft, kreeg een beeld te zien dat hij lang niet gezien had. Een heus regengebied bedekte vrijwel heel Nederland en overal viel enige uren gestaag regen. Na de lange droge perioden, afgewisseld met soms stevige buien, was dit de eerste langdurige regenzone in vele maanden. De kern van de regenzone trok over Belgie en in Zuid Nederland viel de meeste regen, ca 2 tot 2,5 cm. In het noorden bleef hij bij 0,5 tot 1 cm. Ook al begint vandaag de herfst, dit regengebied luidt zeker niket de overgang in naar een regenachtig weertype. Voorlopig is het een eendagsvlieg en zal het de komende week weer vrijwel droog blijven. Pas rond het volgend weekend wordt mogelijk weer wat regen verwacht, maar een echt natte periode is nog niet in zicht.

De regenzone bracht ook in de Ardennen en in Midden Duitsland enkele centimeters regen en later vandaag en morgen trekt de zone ook over Zuid Duitsland en de Alpen. Op de afvoeren van de Maas en de Rijn zal dit enige invloed hebben. Morgen al kan de Maas even stijgen en woensdag volgt dan de Rijn. Het gaat om slechts een kleine toename van de fvoer en later in de week zakt de afvoer dan ook weer.

Rijn bij Lobith blijft onder de 1000 m3/s.

De Rijnafvoer schommelde in het begin van de week nog rond de 925 m3/s en daalde in de tweede helft van de week naar ca 875 m3/s. Dit is nog steeds een zeer lage afvoer, die sinds 1900 pas 6 keer lager is geweest. De laatste keer dat de afvoer in deze tijd van het jaar zo laag was, was in 2003. Toen zakte de afvoer in de laatste week van september naar 795 m3/s. Dat was de laatste keer dat de Rijnafvoer onder de 800 m3/s is gezakt. 

De komende week zal dat dit jaar niet gebeuren, want vanwege de regen van vandaag zal de afvoer even wat terug veren. Ik verwacht het eerste water op dinsdag en op woensdag zal de afvoer bij Lobith dag gestegen zijn naar ca 950 m3/s. Dit is het water dat in Midden Duitsland is gevallen en via de Ruhr, Sieg, Lahn en Moezel naar de Rijn stroomt en dan naar Nederland onderweg gaat. 

Op donderdag of vrijdag is het meeste water uit Midden Duitsland alweer gepasseerd, maar rond die tijd komt het water aan dat vannacht en morgen in het zuiden van het Rijnstroomgebied valt. Dit water is een dag of 5 onderweg en het zal naar verwachting ook om niet meer dan 50 tot 75 m3/s gaan. Het zorgt er voor dat de afvoer bij Lobith na donderdag niet gaat dalen, maar nog een paar dagen rond de 950 m3/s blijft schommelen. Na het volgend weekend is het water van dit tweede golfje dan ook weer op en omdat er deze week geen regen meer wordt verwacht in het stroomgebied zal de afvoer dan weer langzaam gaan dalen. 

De laagste afvoer van vandaag bedroeg 875 m3/s, dat is net iets meer dan het vorige dieptepunt eind augustus, toen de afvoer tot 850 m3/s zakte. De laagste stand ooit bij Lobith werd daarom net niet onderschreden. De stand bleef steken op 6,90 m +NAP, 7 centimeter boven het record. De komende dagen zal dit record ook niet verbroken worden, omdat de stand eerst weer een centimeter of 20 omhoog zal gaan.

Wie de afgelopen week op de site van waterinfo de Rijnafvoer heeft bekeken zal het misschien opgevallen zijn dat er een dagelijks ritme in te zien was. Dit wordt veroorzaakt door het onderhoudswerk aan de stuw bij Driel. Iedere dag wordt de stuw tijdens de werkzaamheden gesloten (van ca 7 tot 17 uur) en dit zorgt er dan voor dat het water stroomopwaarts extra wordt opgestuwd.

schommelingen Lobith.jpg

schommelingen Lobith agv sluiten Drielschommelingen Lobith agv sluiten Driel

Het stuweffect is bij Lobith, 25 km stroomopwaarts, nog steeds merkbaar. Ongeveer 2 uur nadat de stuw gesloten is, begint het peil bij Lobith dan enkele cm’s te stijgen. Het is (voor mij) niet helemaal goed te begrijpen waarom dan ook de afvoer stijgt, want er komt niet meer of minder water langs gestroomd. Het levert in ieder geval een opvallend patroon op. In het bericht van 9 september liet ik al zien dat het water dat nu niet via de Nederrijn kan stromen, via de Waal (ca 70%) en via de IJssel (ca 30%) wordt afgevoerd.

Maas even naar 450 m3/s

In het stroomgebied van de Maas viel vandaag een flinke hoeveelheid regen. In de Ardennen is 3 tot 4 cm gevallen en daar komt vannacht nog iets bij. Deze hoeveelheid neerslagwater is voldoende om de Maas weer te laten stijgen.

Al ca 2 maanden is de afvoer erg laag en stroomt er niet meer dan ca 30 – 35 m3/s de grens over bij Eijsden. Daarvan stroomt dan ca 11 m3/s vanaf Maastricht via de Zuid Willemsvaart naar de Kempen en Brabant, wat dan uiteindelijk, nadat er hier en daar uit geput is voor beregening, bij den Bosch weer terugvloeit in de Maas. Nog eens circa 10 – 15 m3/s stroomt bij Maastricht het Julianakanaal in. Dit is nodig om de sluizen te kunnen voeden waar de schepen gebruik van maken. Bij Roermond stroomt dit water weer terug in de Maas. De Grensmaas moet het bij Maastricht doen met wat er overblijft. De afgelopen  week was dat vaak niet meer dan 5 tot 10 m3/s. 

Het extra water dat nu onderweg is uit België zal via de Grensmaas worden afgevoerd, de kanalen hoeven namelijk niet meer water te hebben. Vanmiddag begon de afvoer bij Eijsden ineens erg snel te stijgen en in het begin van de avond werd er zelfs een afvoer van 450 m3/s opgetekend.  Dit is maar gedeeltelijk het gevolg van de vele regen die er gevallen is. Door de afstelling van de stuwen in Wallonië worden de pieken in de Maas namelijk steeds wat hoger. De stuwen reageren namelijk op de waterstand en niet op de afvoer en daardoor kan het gebeuren dat een stuw, als er plotseling een kort piekje aankomt, meer water doorgeeft dan er in werkelijkheid aankomt. Iedere stuw geeft de golf water dan een extra impuls en zo kan een golfje dat al met al misschien niet groter is dan 200 m3/s, uitgroeien tot ruim het dubbele tegen de tijd dat het bij Maastricht arriveert. Het zal wel even schrikken zijn voor het waterleven in de Grensmaas als het peil daar na 2 maanden ineens anderhalve meter omhoog gaat. 

Vaak gaat de afvoer daarna weer snel omlaag; soms valt de afvoer zelfs bijna stil. Als de stuw merkt dat er teveel water is doorgegeven reageert hij daarop door dicht te gaan en te wachten tot het peil weer normaal is. 

Na deze eerste hoge piek zullen er de komende 2 dagen nog wat meer volgen. Er is nog meer water onderweg en dat zal in meer of minder hoge golven doorgegeven worden. Na woensdag verwacht ik dat de afvoer weer terug zal zakken naar de lage waarden die we de laatste weken gewend zijn geweest.

Stormachtige wind voert veel zoutwater het Benedenrivierengebied in

Bij lage Rijnafvoeren wordt al het rivierwater dat in West Nederland aankomt (via de Waal, de Lek en de Maas) naar de Nieuwe waterweg gestuurd. Dit is de enige open verbinding naar zee en het rivierwater is daar nodig om tegendruk te bieden tegen het zoute zeewater dat tijdens vloed naar binnen dringt. Dit gaat goed totdat de Rijnafvoer bij Lobith onder de 1.500 m3/s zakt; want als het dan nog verder zakt, dan dringt het zout steeds wat verder naar binnen. Bij een afvoer onder de 1250 m3/s kan het zout dan al opdringen tot nabij Kinderdijk; ten oosten van Rotterdam, op het punt waar de Lek en de Noord samen komen en de Nieuwe Maas begint. 

In de grafiek hieronder is het verloop van het zoutgehalte bij Kinderdijk weergegeven vanaf 10 juli, dat is het moment dat de Rijnafvoer onder de 1250 m3/s zakte. Het is goed te zien dat het zout alleen bij vloed zover komt, tijdens eb dringt het rivierwater weer tot hier door. Het gehalte wordt uitgedrukt in milligram chloride per liter. De grens voor de inname van drinkwater ligt bij 150 en voor landbouwwater bij 250. Gedurende de hele periode van lage afvoeren zijn er flinke schommelingen. Dit heeft vooral te maken met de mate waarin de vloed opdringt. Met de rode balkjes onder de grafiek heb ik de perioden aangegeven rond springvloed. Duidelijk is te zien dat in die 4 tot 5 dagen de vloed krachtiger is en het zout verder door kan dringen. 

Kinderdijk CL zomer.jpg

Chloridegehalte rivierwater bij KinderdijkChloridegehalte rivierwater bij Kinderdijk

Tijdens de springvloed-dagen loopt het gehalte op tot soms bijna 1000 mg/l en in de periode van doodtij komt het meestal niet boven de 200 mg/l. De piek van afgelopen vrijdag springt er duidelijk bovenuit. Het gehalte loopt op tot 3000 mg/l en wie het water zou proeven, zou merken dat het een beetje zout was. Het was nog maar windkracht 7 tot 8, uit het westen en niet eens uit het noordwesten en ook nog voor dat het weer springvloed zou zijn en toch wist het zoute water al zover door te dringen. Dat belooft wat voor als het de komende maand vaker gaat stormen bij lage rivierafvoeren.

De grafiek laat nog iets zien en dat is dat de maatregel die deze zomer werd doorgevoerd om het zout in de Lek terug te dringen waarschijnlijk niet veel effect heeft gehad. Langs de Lek liggen innamepunten voor drinkwater en het langdurig hoge gehalte baarde de waterbedrijven deze zomer flinke zorgen. Om het zout terug te dringen uit de Lek werd daarom water vanuit de Waal via het Amsterdam Rijnkanaal naar de bovenstroomse kant van de Lek gestuurd (bij Vianen). Deze maatregel werd vanaf 6 augustus doorgevoerd. De grafiek laat zien dat bij Kinderdijk in de monding van de Lek hier echter niets van te merken is; het gehalte begon toen zelfs pas echt op te lopen. Vanaf 7 september werd de maatregel weer stopgezet, dat leidde toen ook niet tot hogere waarden dan daarvoor. Het is mogelijk dat de maatregel verder stroomopwaarts in de Lek wel effect heeft gehad, maar daar liggen geen openbare meetpunten. Blijkbaar is de druk van het zeewater in de monding zo groot dat enkele tientallen m3/s extra zoetwater via de Lek daar geen effect op hebben.

Zeespiegel gaat mogelijk veel sneller stijgen

Deze week werd door de Deltacommissaris bekend gemaakt dat nieuwe inzichten uitwijzen dat de zeespiegel binnenkort wel eens sneller zou kunnen gaan stijgen dan waar tot nu toe vanuit werd gegaan. Tot nu toe was de prognose dat de zeespiegel 50 tot 80 cm hoger zou kunnen staan aan het eind van de eeuw, maar naar de nieuwste inzichten moet nu uitgegaan worden van misschien wel 2 tot 3 meter. Dat betekent nogal wat, want 3 meter +NAP komt dicht in de buurt van de hoogste waterstanden die ooit gemeten zijn langs de Nederlandse kust. Zo was dat voor Hoek van Holland 3,90 m in 1953.

Die waterstand zou dan in het jaar 2100 al bij iedere vloed bereikt kunnen worden en de Maeslandkering (die sluit nu bij 3 m +NAP) zou dan iedere dag twee keer moeten sluiten. Keringen zoals Oosterscheldekering moeten dan permanent dicht en in de Westerschelde is dan waarschijnlijk ook een kering nodig. De bestaande waterkeringen zullen ook flink hoger moeten, want die zijn niet gebouwd op de nieuwe waterhoogtes. De buitendijkse gebieden, in de Wadden en de ZW-delta zullen verdrinken, want die kunnen door natuurlijke opslibbing maximaal 60 – 80 cm zeespiegelstijging bijhouden. De zandige kuststrook zal vel vaker dan nu met enorme hoeveleheden zand moeten worden aangevuld. Sowieso wordt het de vraag of er dan nog wel open verbindingen tussen de rivier en de zee kunnen zijn, want het zoute zeewater zal dan nog veel verder naar binnen dringen. Innamepunten voor zoet water moeten dan veel verder naar het oosten worden verschoven. Deze zomer bleek al dat ze vaak te westelijk lagen, dus daar kan maar beter meteen mee begonnen worden.

Het jaar 2100 lijkt nog ver weg, maar toch moeten we niet te lang wachten met het maken van keuzes. Zo moeten we ons al spoedig gaan afvragen of we de waterpeilen in het Benedenrivierengebied en het IJsselmeer mee laten stijgen met de zeespiegel, of dat we ze handhaven op ongeveer hetzelfde niveau als nu. In het eerste gavel moeten alle dijken rond deze wateren net zoveel opgehoogd worden als de zeespiegel stijgt  en omdat een 3 m hogere dijk ook vaak tientallen meters breder zal zijn, heeft dat een enorm ruimtebeslag tot gevolg. Als we besluiten om de huidige waterstand te consolideren, dan moeten we op termijn de Nieuwe Waterweg permanent afsluiten en omdat de rivieren niet meer vrij af kunnen stromen naar zee zullen we steeds vaker het water dat de rivieren aanvoeren met pompen moeten uitslaan naar zee. Tijdens hoge rivierafvoeren kan dat zelfs 15.000 m3/s zijn of nog meer. Er breekt een spannende tijd aan voor Nederland.