17 oktober 2009

Gerard de Boer al 40 jaar onderwijzer

Gerard de Boer (61) uit Beek vierde vorige week dat hij al 40 jaar "meester" is. Tegenwoordig heet dat anders, maar hoe het ook genoemd wordt, het neemt niet weg, dat werken en omgaan met kinderen zijn lust en zijn leven is, zo vertelde hij onlangs. Gerard de Boer, zoon van een Beekse Rijkspolitieman, begon zijn carriere op 10 oktober 1969 aan de Kekerdomse Laurentiusschool. Daar heeft hij diverse jaren gewerkt en hij bleef de polder trouw. Nu werkt hij al weer vele jaren aan de Millingse Martinusschool.



door Hans Peeters (De Gelderlander)
JUBILEUM Meester De Boer staat veertig jaar voor de klas
Meneer Gerard: kind tussen de kinderen

Hij schrijft tegenwoordig op een digitaal schoolbord.
Maar hij stamt nog uit de krijttijd. Doe Gerard ‘een bak vol met kinderen’ en hij is gelukkig.

Hoe hij het voor elkaar krijgt? 61 levensjaren achter de kiezen, en nog steeds zo’n jeugdi­ge uitstraling. Gerard de Boer hoeft niet lang na te denken: „ Ge­woon, het kind in jezelf loslaten.
Dat kun je niet leren, dat heb je. Of niet.”
Meester De Boer staat al veertig jaar voor de klas. Hij was met z’n 17 jaar destijds de jongste leer­kracht van het land. Het begon op 10 oktober 1969 op de Laurentius­school in Kekerdom. Inmiddels staat De Boer, duizend kinderen la­ter, alweer vele jaren voor de klas op de Millingse Martinusschool.
Gerards keuze voor een carrière in het onderwijs was vroeg gemaakt: „ Ik zat op de Petrus Canisius­school in Nijmegen en zag hoe de paters in het biechthokje linialen stuksloegen op kinderlijfjes. Dat kon je geen opvoedende tik meer noemen, het was pure mishande­ling. Toen dacht ik als kind al: ‘Moet dat nou zo?’” Thuis in Beek was de jonge Gerard de gangmaker van de straat. Hij had altijd een zwerm kinderen om zich heen. „We woonden aan de bosrand en de Sterrenberg was ons plekje.” Zonder dat hij hoefde te solliciteren (‘ik werd binnenge­zogen’) kreeg Gerard zijn eerste baantje op de dorpsschool van Ke­kerdom. De eerste week stond hij in zijn nette pak voor de klas. Van­af de tweede week droeg hij een spijkerbroek met ban- de- bom- te­ken. Het was de tijd dat er in de klas nog pakjes Mantano en Drum werden gepaft. Gerard wilde nooit anders dan met kinderen werken. Als je na veertig jaar nog steeds denkt ‘dit is mijn ding’, dan heb je een goede keuze gemaakt, zegt hij. „ Begrijp me goed, ik heb ook wel eens klas­sen gehad waarvan ik dacht; dit red ik niet. Niet te temmen, die kids. Maar ach, iedereen heeft het tegenwoordig over kinderen die moeilijk mee kunnen omdat ze een gedragsstoornis hebben; Asper­ger of ADHD. Die kinderen had ik vroeger ook al, alleen werd er geen etiketje op geplakt. Vroeger liet je zo’n kind op advies van de huis­arts een klas overdoen, en kwam het vaak ook goed.”
Meester Gerard heeft zo’n zijn ei­gen manier van lesgeven: „Ik liep pas een lid van het schoolbestuur tegen het lijf. Ik had hem vroeger in Kekerdom in de klas. ‘Gerard, jij hebt mij vroeger de ‘m’ nog ge­leerd, sprak hij. Ik weet het nog; ik gaf ze een zuurtje, zo’n Rangetje, en vroeg vervolgens hoe het smaakte; mmmmm, zoemde de hele klas.”