Afgelopen weekend vond er een bijzondere veiling plaats in het Kerkje van Persingen. Maar liefst 214 veilingwerken, bestaande uit schilderijen, tekeningen, etsen, beeldjes etc. waren in het kerkje bijeen gebracht om tesamen inkomsten te genereren voorhet kerkje. Op zaterdag kon men bieden op één of meer van de vele kunststukken en zondag kon men gewoon de rest kopen. Van de 214 kunststukken werden er tijdens de veiling ongeveer 65 verkocht. Opbrengst van de veiling 2500 Euro. Zie de foto’s. |
door Lydia van Aert Bron: De Gelderlander
Hier een nostalgisch gezicht op de Sint-Stevenskerk, daar een ets van een rood hart met een koffiepottuit: onmiskenbaar een Klaas Gubbels. De veiling in het kerkje van Persingen biedt voor elke kunstliefhebber wat wils. De lijst telt 214 veilingstukken, met name tweedimensionaal werk, maar ook enkele beelden.
De kunstwerken vullen het godshuisje tot de nok. De herfstzon valt door het glas in lood op werken van Paul Citroen, Enzo Dibbets, Ronald Tolman en andere lokaal en landelijk bekende namen.
Topstukken zijn twee etsen van Lucebert, van wie er eentje als een verborgen schat uit een koker te voorschijn komt.
Bart de Groot is voorzitter van de stichting die tien jaar geleden het kerkje opkocht, om het aldus te behouden. „Vanaf 1947 tot 1975 was het de Sint-Joriskapel van de katholieke verkenners. En ik was een van hen.”
Toen hij het kerkje vele jaren later aan zijn gezin liet zien, trof hij het in verval aan. De stichting heeft er al veel werk aan verricht. De kunstenaars en verzamelaars die de te veilen kunstwerken inbrachten, doneren twintig procent van de opbrengst aan de restauratie van het dak die voor volgend jaar op het programma staat.
Het lieflijke godshuis loopt op zaterdagmiddag vol met belangstellenden, veelal echtparen van middelbare leeftijd. Sommigen combineren de veiling met een herfsttocht door de Ooijpolder, zo bewijzen de wandelschoenen en de verrekijker over een enkele schouder.
Om de vaart erin te houden, werkt De Groot bij het veilen niet de lijst af, maar vraagt hij de aanwezigen om de nummers te noemen waarop zij azen. Maar sommige werken hebben een verhaal, en dan neemt de veilingmeester de tijd om dat te vertellen. Zoals nummer 75, een ets van Robert Terwindt van een groene uil boven het Persingse kerkje.
„Dat is Dio, de kerkuil die hier sinds een aantal jaren huist. Hij is vernoemd naar de heilige waar alhier al in de dertiende eeuw een kapel aan opgedragen was.” SintDionysius waakt over het kerkje.
Voor zeventig euro gaat Dio naar bieder nummer dertig. Biedster negentien is gespannen. Ze is jonger (‘ik ben in de dertig’) dan de meeste aanwezigen. „ Ik ben zelf kunstenares, maar heb nooit eerder een veiling bezocht. Ik heb meegeboden op een Terwindt, maar die ging helaas aan mijn neus voorbij.”
Even later mag de Nijmeegse zich voor driehonderd euro de gelukkige eigenaar noemen van een ets van Ronald Tolman. Ze straalt.
„Het is een prachtwerk.”
Opbrengst van de veiling: 2.500 euro.