12 augustus 2018

Bericht van “Waterpeilen.nl”

Het blijft aan de droge kant met rivierafvoeren stabiel op een laag niveau. Eindelijk viel er afgelopen week dan wat neerslag in Nederland; lokaal in het noorden zelfs meer dan 5 cm, maar op andere plaatsen bleef het bij 1 cm. De neerslagkaart van het KNMI laat goed zien hoe het hemelwater tot nu toe over het land werd verdeeld. 

Schermafbeelding 2018-08-12 o13.25.34.png

neerslag tot nu toe in augustusneerslag tot nu toe in augustus

De komende week wordt opnieuw neerslag verwacht, zowel op maandag als op donderdag; dus aan de langdurig droge periode lijkt nu wel een einde te zijn gekomen. De hoeveelheden zijn deze week echter niet heel groot en liggen naar verwachting tussen de 1 tot 1,5 cm. Dat is lang niet voldoende om het neerslagtekort, dat opgelopen is tot ca 30 cm (lokaal zelfs 35) op te heffen, maar het tekort zal er ook niet verder door toenemen.

Omdat de bodem tot op grote diepte erg doog is, heeft de neerslag, die tot nu toe gevallen is, vrijwel geen invloed op het waterpeil in sloten en beken. Die zullen voorlopig nog een laag peil houden, of zelfs droog blijven staan. Behalve in het westen en noorden van Nederland, waar veel watergangen gevoed kunnen worden met rivierwater.

In de stroomgebieden van Rijn en Maas viel ook enige regen, minder dan aanvankelijk werd verwacht, en dat zorgt nu (alleen in de Rijn) voor een beperkte stijging van de afvoer. De regengebieden die voor maandag en donderdag op de agenda staan zullen ook in België, Frankrijk, Duitsland en Zwitserland neerslag brengen, maar ook daar zijn de hoeveelheden beperkt. De rivieren zullen er daarom nauwelijks door stijgen, maar een verdere daling lijkt voorlopig ook niet aan de orde.

Op nog wat langere termijn, dwz na het volgend weekend, ziet het er naar uit dat het aan de warme en vrij droge kant blijft. Een stijging van de rivierafvoeren naar afvoeren die normaal zijn voor de tijd van het jaar is daarom voorlopig niet te verwachten. De extra mnaatregelen die overal in het land zijn getroffen om voldoende zoetwater bij de gebruikers te krijgen, zullen daarom nog steeds nodig blijven. Voorbeelden hiervan zijn oa: de Kleinschalige Wateraanvoer om het Groene Hart van water te voorzien, de extra afvoer via de stuw Hagestein om verzilting in de Lek tegen te houden, het beperkt schutten van sluizen in de Maas en het niet spuien van water uit het IJsselmeer naar de Waddenzee.

Rijnafvoer schommelt deze week tussen 900 en 950 m3/s

De afvoer bij Lobith bereikte vrijdag haar, voorlopig, laagste niveau van deze zomer. In de middag kwam de afvoer korte tijd even onder de 900 m3/s, maar sinds gisteren is de afvoer weer licht gestegen. De hele vorige week daalde de afvoer heel langzaam; dat het niet sneller ging, hadden we te danken aan een beetje extra regenwater dat rond vorig weekend in Zuid Duitsland was gevallen.  

Inmiddels is ook het water dat donderdagmiddag in het midden van Duitsland is gevallen bij Lobith gearriveerd. Dat zorgt nu voor een kleine stijging tot ca 925 m3/s. Morgen daalt de afvoer dan weer wat, tot ca 910, om dan op woensdag weer wat te zijn gestegen naar ca 940 tot 950 m3/s. Dit extra het water is afkomstig van de regen die donderdag en vrijdag in Zuid Duitsland is gevallen en die er ca 5 dagen over doet voordat het Nederland bereikt.

Na deze korte opleving is het de vraag wat de Rijnafvoer in de tweede helft van de week gaat doen. Maandag en donderdag wordt er neerslag verwacht in het stroomgebied, maar de hoeveelheden lijken niet groot te zijn. Maandag valt de meeste neerslag in Midden Duitsland, donderdag en vrijdag in Zuid Duitsland en de Alpen. Als dat zo uitkomt, dan kan er net voldoende water vallen om de Rijnafvoer bij Lobith niet veel verder te laten dalen en op termijn weer iets te laten stijgen.

Voor de tweede helft van de week verwacht ik daarom dat de afvoer rond de 925 m3/s zal liggen en in het volgend weekend mogelijk weer iets hoger als het extra water uit Zuid Duitsland arriveert. De neerslag moet echter nog vallen, dus het blijft afwachten wat er precies gebeurt.

Hiermee blijft de huidige afvoer de op 3 na laagste voor deze tijd van het jaar. In de grafiek hieronder zijn al de jaren geplot sinds 1900 met in een deel van het jaar een afvoer onder de 1200 m3/s. Iedere lijn staat voor een een jaar. Van de jaren dioe ik hieronder bespreek heb ik het jaartal erbij gezet. De rode lijn is de afvoer van 2018; medio juli dit jaar kwam de afvoer onder de 1200 m3/s en inmiddels schommelt hij net boven de 900. 

De grafiek laat zien dat lage afvoeren in de Rijn, van rond de 900 m3/s, zeker geen zeldzaamheid zijn. Ze komen echter vooral voor in de maanden september t/m november. Wat dit jaar bijzonder maakt is dat de afvoer al vroeg in de zomer erg laag was. Maar het is ook weer geen unicum, want rond medio augustus zijn er nog 3 jaren met een lagere afvoer: 1921, 1949 en 1964. Deze 3 jaren heb ik ook in mijn vorige berichten regelmatig angehaald; het zijn jaren met een vergelijkbare langdurige droogte in de zomer. Meer recent had 2003 in deze tijd van het jaar ook een lage afvoer; toen was vooral de maand augustus zeer droog.

De laagste afvoeren ooit werden bereikt in de maand november; waarbij de afvoer toen tot tussen de 600 en 650 m3/s zakte. Bij de 3 jaren met een zeer lage afvoer staan er 2 die rond deze tijd van het jaar ook al zeer laag waren (1921 en 1949). In die jaren bleef het ook in het najaar zeer droog en kon de afvoer dus nog verder dalen. In potentie kan dat dit jaar ook, maar dan moet de droogte nog wel ca 2 maanden aanhouden.

lage afvoeren sinds 1900.jpg

Alle jaren met gedurende het jaar een afvoer < 1200 m3/sAlle jaren met gedurende het jaar een afvoer < 1200 m3/s

Waterstand Lobith bijna recordlaag, maar dit zegt weinig over de hoeveelheid water

De waterstand bij Lobith zakte eind vorige week tot 6.96 m +NAP, dat is bijna het laagste niveau ooit; dit bedraagt 6,89 m +NAP en werd op 1 dec 2011 bereikt. We zaten daar dus maar 7 cm boven. De komende week stijgt de stand weer even tot 7,1 m, later mogelijk 7,25 m, dus is het record verder uit zicht. Omdat er voorlopig geen grote hoeveelheden neerslag worden verwacht, is het goed mogelijk dat later dit jaar de recordstand alsnog wordt onderschreden.

Een recordlage waterstand bij Lobith zegt echter niet zoveel over de hoeveelheid water die de rivier afvoert. In de bovenstaande grafiek van de rivierafvoer heb ik het moment van de laagste waterstand in 2011 (de blauwe lijn) ook aangegeven. Dit punt is eigelijk helemaal niet bijzonder, want de afvoer bedroeg toen nog altijd ca 840 m3/s, ruim meer dus dan de laagste afvoer ooit.

De oorzaak dat 2011 toch een lagere waterstand had dan bijvoorbeeld 1949 heeft te maken met de bodemdaling van de rivier. Sinds de Rijn rond 1850 is vastgelegd met kribben kan zij haar loop niet meer verleggen door de oevers te verruimen en richt alle erosieve kracht zich op de bodem onder water. Het gevolg is dat de bodem gemiddeld met 1,5 tot 2 cm per jaar daalt en de waterstanden dalen daar ongeveer even snel met mee. Een waterstand van 7,0 m +NAP in 2018 is daarom wat de hoeveelheid water betreft, gelijk aan een waterstand van 7,15 m in 2008, 7,4 m in 1993 en 8,75 m honderd jaar geleden.

Als de waterstand dit jaar de 6,89 m +NAP bereikt, dan zal dat bij een afvoer zijn van ca 875 m3/s, in 2011gebeurde dat pas bij een afvoer van 840 m3/s. In 2003 werd ook al eens de 6,9 m bereikt, dat was toen bij 800 m3/s. Er past dus inmiddels ca 75 m3/s meer water in de rivier bij dezelfde waterstand als 15 jaar geleden. Vanwege dit gestage proces zijn waterstanden dus geen goede maat om de hoeveelheid water aan af te meten; het is daarom dat we bij laagwatersituaties de niveaus altijd in afvoeren (in m3/s) vermelden. 

De scheepvaart merkt echter wel goed dat de rivierbodem daalt. Bepaalde punten in de rivier zoals sluizen en stuwen, maar ook leidingstraten die onder de rivier door lopen en oeververdediging, die hier en daar de bodem beschermt, heeft namelijk een vaste hoogte en die punten veranderen niet. Ze komen relatief steeds hoger te liggen ten opzichte van het waterpeil en worden daarom een steeds grotere hindernis voor de scheepvaart. Het is daarom ook dat enkele havens en kanalen nu voor de scheepvaart niet meer bereikbaar zijn. Het ziet er naar uit dat dit probleem in de toekomst alleen maar groter zal worden, want de bodemdaling gaat gestaag door.

Maas blijft zeer laag

De Maasafvoer blijft de komende week onveranderd zeer laag. De regenval van donderdag leverde een korte golfje op van ca 100 m3/s, maar binnen een halve dag was de afvoer in de ongedeelde Maas (dit is net voor de Maas Nederland in stroomt en net voor het punt waar de 3 kanalen beginnen en water vragen) weer terug op het niveau van onder de 50 m3/s. Dat betekent dat er beperkingen gelden voor de hoeveelheid water die naar de kanalen gaat en naar de Maas zelf. In de Grensmaas bedraagt de afvoer nu het grootste deel van de dag 10 m3/s. 

De komende week verwacht ik weinig verandering. Op maandag wordt er wel wat regen verwacht, maar dat is hoogstens voldoende voor een korte opleving van enkele tientallen m3/s. Ook op donderdag wordt er neerslag verwacht, maar dan zijn de hoeveelheden, zoals het er nu naar uitziet, nog wat kleiner.

Ook op langere termijn, na het volgend weekend, zijn er geen veranderingen in het verschiet en houdt het droge weer, op een enkele bui na, waarschijnlijk aan. Voor de Maas is dit beeld trouwens niet heel uitzonderlijk. Bijna ieder jaar zijn er wel perioden dat de afvoer zo laag is als nu. Meestal duurt dat dan 1 of 2 weken. 2018 gaat inmiddels de 4e week in met zo lage afvoeren, dus langzamerhand wordt het wel meer bijzonder. In 2009 en 2011 duurde een dergelijke periode echter ca 7 weken en in 2003 zelfs 3 maanden. 

Zoutwater dringt ver door in het Benedenrivierengebied

Via de nieuwsberichten is er de afgelopen weken al aandacht geweest voor de verzilting van het Benedenrivierengebied. Nu de rivierafvoer laag is, lukt het het zeewater steeds beter om via de Nieuwe waterweg het Benedenrivierengebied binnen te dringen. Het zoete rivierwater zorgt gewoonlijk voor tegendruk, zodat het zout bij vloed in het mondingsgebied blijft steken, maar als de Rijnafvoer bij Lobith onder de 1000 – 1200 m3/s zakt, wordt de tegendruk steeds minder krachtig. In een waterbericht van half juli heb ik hier ook al aandacht aan besteed.

Door het opdringende zoute water verziltte eerst de Hollandsche IJssel en kon er geen water meer ingenomen worden door Hoogheemraadschap Rijnland bij Gouda. Zij schakelden daarom over op de KWA, waarmee het benodigde rivierwater vanuit het oosten kan worden aangevoerd. De KWA loopt nu nog steeds.

Deze week bleek dat ook de innamepunten langs de Beneden-Lek dreigden te verzilten. Daarom werd door RWS de waterafvoer via de stuw bij Hagestein vergroot van ca 5 naar 30 m3/s. In de grafiek hieronder is goed te zien dat de afvoer bij Hagestein op 6 augustus plotseling toe nam. De fluctuasties hebben te maken met eb en vloed op de Beneden-Lek; tijdens vloed kan er minder water doorgelaten worden en zakt de afvoer wat terug. Om het water bij Hagestein te krijgen, moet het via het Amsterdam Rijnkanaal daarheen worden gevoerd. Dit water is weer afkomstig uit de Waal bij Tiel en daar was te merken dat er water via het kanaal wegstroomde, want ongeveer tegelijkertijd daalde de waterstand er ca 10 cm (zie de rechter figuur).

Hagestein 9d.png

Afvoer Hagestein met toenameAfvoer Hagestein met toename

Schermafbeelding 2018-08-12 om 16.21.35.png

Waterstand Tiel agv openen HagesteinWaterstand Tiel agv openen Hagestein

 

Deze daling betekent voor de scheepvaart dat de vaardiepte vanaf Tiel via de waal ca 10 cm kleiner zal zijn. De grootste hinder voor de scheepvaart is echter niet de geringere vaardiepte, maar het feit dat de sluizen in het A’dam Rijnkanaal bij Tiel nu niet meer gebuikt kunnen door de schepen worden omdat het water er met teveel kracht doorheen stroomt.

Ik heb de huidige verziltingsperiode vergeleken met een eerdere periode toen de Rijnafvoer ongeveer net zo laag was als nu. De grafieken hieronder zijn respectievelijk van 2018 (boven) en 2011 (onder). Ze zijn nogal verschillend omdat de website waterinfo waar ze van zijn betrokken inmiddels van stijl is veranderd. Links staat in de beide het zoutgehalte in mg/l (behorend bij de rode lijn) vermeld en rechts de Bovenrijnafvoer in m3/s (behorend bij de blauwe lijn). 

Brienenoord CL 2018 totaal minder hoog.jpg

Verzilting en Rijnafvoer in 2018Verzilting en Rijnafvoer in 2018

Brienenoordbrug CL nov 2011 en m3s totaal.jpg

Verzilting en Rijnafvoer in 2011Verzilting en Rijnafvoer in 2011

De situaties zijn wel enigszins verschillend, want in 2011 begint de grafiek als de Rijnafvoer al net onder de 1000 m3/s is gezakt, terwijl dit in 2018 bij ca 1250 m3/s is. In 2011 daalde de afvoer heel langzaam, in 2018 ging het vooral in het begin wat sneller. Uiteindelijk komen ze beide rond de 900 m3/s uit, 2011 nog iets lager. 

In beide grafieken is te zien dat de zoutgehalten (rode lijn) bij vloed toenemen naarmate de rivierafvoer (blauwe lijn) afneemt. Ook in 2011was er sprake van flinke verzilting bij de lagere rivierafvoeren. Toch zijn er wel verschillen in de mate waarin het zout het Benedenrivierengebied binnen dringt. In 2011 werd de 1500 mg/l pas bereikt zodra de rivierafvoer onder de 1000 m3/s zakte, in 2018 was dat al bij 1250 m3/s het geval. De 2000 mg/l werd in 2011 bij 950 m3/s bereikt, in 2018 al bij 1150 m3/s en de 3000 mg/l in 2011 bij 920 m3/s en in 2018 al bij 1050 m3/s. Er is dus een duidelijke toename van de verzilting merkbaar, want het zoutere water is al bij hogere rivierafvoeren, aanwezig op het meetpunt.

In 2011 waren de hoogste waarden soms wel hoger (tot boven de 4000 mg/l), maar dit trad op bij hardere westenwind als de vloedstroom sterker is. Dit verklaart ook het onregelmatige karakter in de tweede helft van de periode in 2011. Het weer was toen onstuimiger. In 2018 was het weer altijd rustig en zien we dat zelfs dan al chloride-waarden van bijna 4000 mg/l worden bereikt. Terwijl de rivierafvoer in 2018 ook nog hoger was dan in 2011.

Het lijkt er sterk op dat het zoute water makkelijker het Benedenrivierengebied in weet te dringen dan enkele jaren terug. De oorzaak is zeer waarschijnlijk de verdieping van de Nieuwe Waterweg en de Nieuwe Maas die sinds dit jaar wordt uitgevoerd om daar grotere schepen toe te kunnen laten. Hierdoor heeft het zoute water een groter doorstroomprofiel beschikbaar en kan het makkelijker naar binnen stromen.