De gemeente Berg en Dal en de RIBW hebben op 9 november besloten om geen forensische cliënten in panden aan de Hüsenhoff te laten wonen. De RIBW (Regionale Instelling voor Beschermd Wonen) gaf eerder aan dat ze hier plannen voor hadden. Dit zorgde voor onrust en zorgen in de buurt.  Forensische cliënten zijn psychische kwetsbare inwoners die een straf hebben uitgezeten en weer terugkeren in de samenleving. Deze terugkeer wordt intensief begeleid door de RIBW.

Hüsenhoff .  RIBW begeleidt mensen met een psychiatrische aandoening. In de Hüsenhoff panden wonen nu ook al RIBW cliënten die zorg nodig hebben. Maar hierbij gaat het om minder intensieve zorg. De huidige bewoners krijgen begeleiding maar kunnen redelijk zelfstandig wonen. De RIBW had plannen om de huidige bewoners van de Hüsenhoff panden te laten verhuizen. In plaats daarvan zouden er dan forensische cliënten komen wonen die veel intensievere begeleiding (24/7) nodig hebben. Hier wordt nu dus vanaf gezien. 

Burgemeester Mark Slinkman: “Het plan van de RIBW om forensische cliënten in de Hüsenhoff te laten wonen heeft zowel de buurt als de gemeente volledig overvallen. Normaal gesproken gaat aan het huisvesten van kwetsbare inwoners een zorgvuldig proces vooraf. De RIBW onderzoekt of de wijk geschikt is, of er draagvlak is onder inwoners, etc.. Bij zo’n proces wordt de buurt  uiteraard nauw betrokken. Dit is nu helaas niet gebeurd. Wij kunnen ons voorstellen dat dit in de buurt heeft gezorgd voor onrust en zorgen. Omdat wij ook overvallen zijn hadden wij dezelfde zorgen. 

Wethouder Irma van de Scheur:  Natuurlijk vinden wij dat alle inwoners zich welkom en veilig moeten voelen in onze gemeente, ook mensen die om welke reden dan ook begeleiding nodig hebben om zelfstandig te kunnen wonen. Al jarenlang wonen mensen met een psychische kwetsbaarheid in onze wijken, onder andere aan de Hüsenhoff. En dat gaat meestal prima. Om dat zo te houden moeten we goed kijken naar het draagvlak en de samenstelling van dorpen en wijken. Voor de Hüsenhoff geldt dat we hier wel opvang willen blijven bieden aan mensen die een psychiatrische kwetsbaarheid hebben, maar geen forensische cliënten.”