9 januari 2018

Bericht van Waterpeilen.nl dinsdsag 9 januari

Rijn stijgt nog hele dag langzaam verder, Maas daalt nu gestaag. De Rijn is vanmorgen vroeg bij Lobith de 14,5 m gepasseerd en zal de hele dag nog langzaam verder stijgen. Komende nacht wordt dan de piek verwacht bij een stand van ca 14,7 m. Het droge weer van de afgelopen dagen zorgt ervoor dat de afvoeren van de zijrivieren die noordelijk in de Rijn uitstromen nu snel afneemt, waardoor de piek minder wordt aangevuld en de stand bij Lobith nog wat lager wordt dan ik eerder verwachtte. De afvoer bij Lobith zal dan vannacht net boven de 7500 m3/s uitkomen. Dat is iets minder dan de helft van de hoeveelheid waar de hoogwaterbescherming in het rivierengebied op is berekend. Die gaat sinds de Ruimte voor de Riviermaatregelen vorig jaar werden afgerond uit van een zogenaamde maatgevende afvoer van 16.000 m3/s bij Lobith. 

Na het bereiken van de piek blijft de Rijn op woensdag nog boven de 14,5 m om daarna snel te gaan dalen. Bij Keulen wordt nu voor de eerste 2 dagen een daling verwacht van 60 tot 70 cm en doorgaans is de daling bij Lobith dan maar weinig minder. Dat betekent dat de waterstand op zaterdag weer onder de 13 m komt. De hogere delen van de uiterwaarden gaan dan weer droogvallen en als in het begin van de week daarna de waterstand ook weer onder de 12 meter zakt, zal ook de rest van de uiterwaarden weer droog vallen. 

Tot medio volgende week wordt geen regen van betekenis verwacht, dus is het nu de verwachting dat de Rijn tot ver in de volgende week kan blijven dalen. De daal-snelheid zal tegen die tijd wel kleiner zijn, maar ik verwacht dat dan ook de 11 meter bij Lobith weer in beeld komt.

36e plek voor deze hoogwatergolf

Met een afvoer van iets meer dan 7500 m3/s komt deze hoogwatergolf op de 36e plaats van alle hoogwatergolven die sinds 1901 door de Rijn zijn gestroomd. De vorige keer dat we een hoogwater van deze orde hadden was in 2011, toen bedroeg de afvoer ca 8300 m3/s. Hoogwatergolven van meer dan 7500 m3/s komen gemiddeld ongeveer eens in de ca 3 jaar voor. Er zijn trouwens ook jaren dat er twee zijn geweest.

Er is in de reeks van hoogwaters geen trend zichtbaar dat het er de laatste tijd meer worden, eerder minder. De decade met de meeste van dergelijke grote hoogwaters was de periode tussen 1941 en 1950, toen waren het er 7; gevolgd door de periode 1991 – 2000 met 6. De afgelopen 10 jaar waren het er tot nu toe maar 2. Dezelfde ontwikkeling zien we ook bij de wat kleinere hoogwaters, vanaf 5000 m3/s, daarvan zijn er de afgelopen tijd ook opvallend weinig.

Ruimte voor de Riviermaatregelen in actie en trekken bekijks

Het was de eerste keer dat veel van de nevengeulen en andere maatregelen die in het kader van Ruimte voor de Rivier zijn uitgevoerd hun werk konden doen. Het is niet zo dat deze maatregelen nu al heel veel effect hebben op de waterstanden. De ingrepen zijn er namelijk op gericht dat ze hun maximale effect hebben bij een maatgevend hoogwater van 16.000 m3/s. Veel maatregelen beginnen ook pas te werken bij een afvoer van ca 5.000 m3/s en het effect bouwt zich dan langzaam op naarmate de afvoer toeneemt. 

Van de meeste maatregelen moeten we ook bij de maatgevende afvoeren nog geen heel grote effecten verwachten. Veel van de ingrepen hebben ook bij een maatgevende situatie nog maar een verlagend effect van ca 5 tot 15 cm. Dat betekent dus dat ze bij het huidige hoogwater nog maar een verlagend effect hebben van enkele centimeters. Er zijn wel uitzonderingen, zoals de kribverlagingen en langsdammen die in de Waal zijn toegepast; die maatregelen gaan al werken bij een veel lagere afvoer en hebben bij het huidige hoogwater al meer effect. Maar ook dan zal dat nog niet meer dan 10 cm verlaging zijn tov een eerder hoogwater van ca 7500 m3/s. 

Een ander project dat al wel volop werkte was de nevengeul bij Nijmegen. Dit is het grootste RvdR-project en bij maatgevende afvoer zorgt het voor een waterstandsdaling van ca 35 cm. De nevengeul stroomt nu al volop mee en het effect op de waterstanden zal hier ook al ca 10 cm bedragen. Voor al deze ingrepen geldt dat het verlagende effect alleen bovenstrooms van de ingreep merkbaar is. Van de nevengeul bij Nijmegen profiteren dus vooral de plaatsen stroomopwaarts van die stad, maar Nijmegen profiteert op haar buurt dan weer van de kribverlagingen die stroomafwaarts tot aan Tiel zijn uitgevoerd.

Er waren ook ruimte voor de riviermaatregelen die nog niet hebben meegedaan. Zoals de doorstroming van de Noordwaard in de Biesbosch. De drempels van 2 m werden daar bij de westerstorm vorige week toch net niet gehaald en ook bij het passeren van de hoogwatergolf op donderdag aanstaande lijkt dat nog net niet te gaan gebeuren. Nu maakt dat voor het gebied achter deze drempels niet zoveel uit, want door de storm is het water  via de andere kant, vanuit de Maas, wel volop het gebied ingestroomd. Het gebied functioneert dus wel als bergingsgebied, maar nog niet als doorstroomgebied. 

Ook de nevengeul van Veessen-wapenveld stroomt nu nog niet mee. Er is daar afgesproken dat het inlaatwerk aan het begin van de geul alleen bij de allerhoogste afvoeren (ca 12.000 m3/s bij Lobith) open gaat om het gebied mee te laten stromen. Zo beperken ze daar de lasten van het hoge water. Tegelijkertijd missen ze ook de lusten, want het hoge water van een orde zoals we de afgelopen dagen hebben gehad, is toch ook wel een van de bijzondere momenten in het rivierengebied. De natuurlijke dynamiek van het riviersysteem komt dan helemaal tot zijn recht en veel mensen komen daar ook naar kijken om de situatie mee te kunnen beleven. Het is ook een van de extra kwaliteiten van de ruimtelijke maatregelen die de laatst jaren uitgevoerd zijn, dat het de beleefbaarheid van het water vergroot. Wie dit nog wil meemaken, heeft vandaag en morgen nog een kans; daarna duurt het misschien weer 3 jaar of langer tot zich dit weer voordoet.

Maas weer onder de 1000 m3/s; daling zet door. 

De Maaspiek is inmiddels al naar zee afgevoerd en de afvoer daalt nu in de hele rivier. Bij Borgharen is de 1000 m3/s inmiddels al weer onderschreden en de komende dagen gaat er iedere dag ca 100 m3/s vanaf. Omdat het nog ca 1 week droog blijft, zal de afvoer naar verwachting wel tot ca 500 m3/s blijven dalen in het begin van de volgende week.

Anders dan bij de Rijn waren er bij de Maas maar weinig uiterwaarden overstroomd. Dit kwam omdat de hoogwaterpiek er relatief wat lager was. De frequentie was hier een eens in de ca 1,5 jaar gebeurtenis, waar dat bij de Rijn eens in de 3 jaar was. Daar komt nog bij dat de meeste uiterwaarden langs de Maas relatief ook hoger liggen dan bij de Rijn. Dit heeft te maken met het feit dat de Maas, tenminste in het Limburgse deel, een insnijdende rivier is, die zich al duizenden jaren langzaam in de bodem invreet.

Zo zijn de uiterwaarden langzamerhand steeds hoger komen te liggen tov de rivierbodem en overstromen ze pas bij een hoogwater dat ca eens in de 3 jaar voorkomt. De enige uitzondering is de regio rond Roermond. Dit gebied heet de Roerdalslenk en dit is een gebied waar de bodem door geologische processen langzaam daalt. De rivier heeft zich hier niet ingesneden en de uiterwaarden liggen daar relatief lager en overstromen al wel bij een eens in het jaar hoogwater.

Omdat de hoogwaters weer (bijna) achter de rug zijn stop ik weer even met de dagelijkse berichten. Een volgend bericht kunt u in het weekend verwachten.