10 juni 2011

Jubileumfeesten in Ooij

Het komende Pinksterweekend staat het dorp Ooij in het teken van de jubileumfeesten. Schutterij Eendracht viert haar 100 jarig bestaan en de ooijse Toekomst haar 85 jarig bestaan. Daarbij het 50 jarig bestaan van drumfanfare Eendracht.. Programma: Zaterdag 11 juni 2011. Van 15.00 tot 17.00 uur gezamenlijke receptie jubilerende verenigingen, waarbij presentatie van de nieuwe uniformen en het aanbieden jubileumboek “100 jaar Eendracht”. Ontvangst “Musikverein Marsberg” uit Duitsland, dat omstreeks 17.00r zal zijn. Vanaf 20.30 uur is er een feestavond m.m.v. de band “Bolero” waarvoor iedereen wordt uitgenodigd. De entree is vrij.
Zondag 12 juni 2011: de dag vangt aan met een jubileummis in de Hubertuskerk, gevolgd door een gezamenlijke koffietafel met borreluurtje voor alle leden van de verenigingen. Ook zullen de jubilarissen gehuldigd worden. Hierbij verzorgt  “Musikverein Marsberg” de muziek. Omstreeks 15.30 uur is er een rondgang door het dorp met aansluitend Keizerschieten op het Reiner van Ooiplein. Dit wordt gevolgd door de kroning van de nieuwe keizer of keizerin. ’s Avonds is er Keizersbal m.m.v. de band “Bolero”.
Maandag 13 juni 2011: Om 11.00 uur frühshoppen met muziekvereniging “Ooijse Toekomst” en “Musikverein Marsberg”, drumfanfare Eendracht en het gezamelijk leerlingenorkest ED-OT. Aansluitend treden voor u op de “Amstel Live Coverband” De jubilerende verenigingen hopen allemaal op uw komst naar deze festiviteiten. zie de foto’s van de opbouw.

DSC_1599_feest

 

 

door Colette Beckers (De Gelderlander)

Toen ik zeven was, heb ik nog geld onder de plan­kenvloer van de kermis vandaan gehaald, daar heb ik snoep mee gekocht.’ Een anekdote uit het jubileumboek van schutterij De Eendracht uit Ooij. Jan Reijnen, nu erevoorzitter van de schutterij en een eindje in de tachtig, was die zevenjarige jon­gen. Hij zit met drie andere be­stuursleden aan tafel in dorpshuis de Sprong in Ooij. Voor hen op ta­fel: een exemplaar van het jubi­leumboek. Er wordt druk gebla­derd langs de foto’s en verhalen.

„Vroeger spaarde je het hele jaar voor de kermis, nu is dat anders”, weet Reijnen. Sinds 1948 is hij lid van De Eendracht. Koningsschie­ten doet hij nog steeds. Net als voorzitterWim Heinen, secretaris Theo Verstege en penningmeester Geert Basten. De laatste drie zijn al ruim 40 jaar lid van de club en bovendien zijn alle heren goede vrienden. Elk veertien dagen ko­men ze bij elkaar om met de ande­re leden te schieten. De jeugdafde­ling doet dat zelfs wekelijks, net als de fanfare en de vendeliers van De Eendracht.

De vereniging telt nu zo’n 200 le­den.

Met Pinksteren wordt het 100-jarig jubileum van de schutte­rij gevierd. „ In 1911 is De Een­dracht opgericht door wat ingeze­tenen van Ooij. Het waren toen wat boerderijen, een dorpskern was er nog niet”, vertelt Reijnen.

Er werd een danstent gebouwd.

Tijdens de oorlog kwam alles stil te liggen. „ Alle spullen waren kwijt”, verzucht Verstege. Het ori­ginele vaandel van de schutterij, uit 1911, werd na de oorlog won­derbaarlijk genoeg teruggevonden, op de Hatertseweg in Nijmegen.

Na de oorlog werd de club op­nieuw samengesteld. Er kwam een noodtent en de vereniging groei­de. Een kermis zonder vendeliers en schutters was ondenkbaar ge­worden. In 1973 kwamen er ook nieuwe uniformen. „Het is een prachtige vereniging. We hebben samen veel ondernomen”, vertelt Reijnen. Zoals een uitstapje naar Salzburg in 1980. De vier mannen stralen als ze praten over ‘hun’ Eendracht. De vereniging is nu wel anders samengesteld dan een eeuw geleden. „Vroeger mochten vrouwen geen lid zijn”, zegt Reij­nen. „Toen mijn vrouw op de tri­bune ging zitten om naar mij te kijken, werd ze weggestuurd. Ik heb er voor gestreden om vrou­wen toe te laten. Dat is gelukt.”

De dames maken zich sindsdien zeer verdienstelijk in het schieton­derdeel.„ Mijn vrouw werd de eer­ste koningin van De Eendracht bij het schieten”, vertelt Verstege trots. Met de aanwas van jeugd valt het wat tegen. „Die gaat nu naar discotheken, daarna slapen ze lang uit. In onze tijd had je dat niet”, zegt Reijnen.

„Maar we moeten niet wanhopen hoor”, lacht hij.