De laatste dag van de fiets4daagse van Nijmegen eindigde ook dit jaar weer met een een feestje voor de fietsers op de Waalkade. De meeste fietsers hebben het eindpunt gehaald en daardoor ook de door hen felbegeerde medaille ontvangen. De meeste mensen gingen (moe van de tocht) na afloop gelijk weg, maar een groot deel bleef toch nog "hangen"op het feestterrein. zie de foto's |
De Vrolijke Trappers uit Ooij bij aankomst op de Waalkade |
‘Steeds meer verkeer op Waalkade'
De organisatie van de Nijmeegse Fietsvierdaagse heeft er steeds meer moeite mee verkeer van de Waalkade te weren. Er zijn nog geen ongelukken gebeurd, maar het Rode Kruis heeft al wel zijn zorg uitgesproken. De kade is tijdens het evenement afgesloten, maar automobilisten negeren de verbodsborden. De Fietsvierdaagse kende ondanks het slechte weer en een daardoor tegenvallend deelnemersaantal een goed verloop.
FIETSVIERDAAGSE Met ‘Armstrong' in de kopgroep (Bron: De Gelderlander)
De Nijmeegse Fietsvierdaagse, dat is gezellig met de familie rustig aan de paden op. Maar niet voor de broers John en Patrick van Eldonk uit Beuningen en Nijmegen. Zij leggen de tachtig kilometer af binnen 2,5 uur.
Door onze verslaggever
NIJMEGEN
?? Het vertrek op deze slotdag van de Fietsvierdaagse vindt in alle rust plaats. Voorzichtig sturen de deelnemers over de natte klinkers. Recreanten en wielrenners door elkaar, op pad voor een laatste keer 60 of 80 kilometer. De rust is voor sommigen van korte duur. In de Spoorkuil zetten twee man er de sokken in. De snelheid loopt op naar 40 kilometer per uur, het buitenblad is nodig. De ‘ boosdoener' is Nijmegenaar Patrick van Eldonk ( 26), gekleed in het tenue van Lance Armstrong en fietsend op hetzelfde merk als de Amerikaanse oud- Tourwinnaar. Zijn broer John ( 41) uit Beuningen zit in zijn wiel.
De rest van de tocht blijft die volgorde onveranderd: Patrick maakt tempo, John volgt. „ Met 80 kilometer kan dat net", zegt Patrick. „ Da's een lange tijdrit.
Bij 120 kilometer is het wel fijn als je in een groep kunt rijden." Als hij op een Groesbeekse heuvel op zijn broer wacht, beaamt hij dat ze iedere dag wel als eersten op deWaalkade terugkeren. „ Vaak met een vader en zijn zoons, maar die doen de 60. Wij de 80." Of het hem erom te doen is? „ Mwah." Praten doen de twee onderweg amper. Soms een kort zinnetje of een grap. Drinken gaat synchroon. Grijpt Patrick zijn bidon, dan heeft John zijn hand ook al bij de drinkfles.
Wanneer de twee de kasseitjes van Ravenstein opdraaien, heeft de controleur daar net zijn tafeltje opgezet. Hij moet nog wel zijn stempelkussen halen.
Voorbij Balgoij breekt het zonnetje door. De schouders van Patrick beginnen te schokken, maar zijn snelheid blijft onveranderd hoog. John verklapt dat zijn motivatie hem bij Groesbeek even in de steek had gelaten.
„ Het was er nat en vies. De lenzen deden zeer van het spatwater en de inspanning van de dagen ervoor begon te wegen." Dan is daar de Waalkade alweer. „ Hé, de eersten", roept iemand van de organisatie.