5 augustus 2006

Laatste dag fiets4daagse

 De laatste dag van de fiets4daagse van Nijmegen eindigde ook dit jaar weer met een een feestje voor de fietsers op de Waalkade. De meeste fietsers hebben het eindpunt gehaald en daardoor ook de door hen felbegeerde medaille ontvangen. De meeste mensen gingen (moe van de tocht)  na afloop gelijk weg, maar een groot deel bleef toch nog "hangen"op het feestterrein. zie de foto's 

dscf9107

  De Vrolijke Trappers uit Ooij bij aankomst op de Waalkade

 

   ‘Steeds meer verkeer op Waalkade'


De organisatie van de Nijmeegse Fietsvierdaagse heeft er steeds meer moeite mee verkeer van de Waalkade te weren. Er zijn nog geen ongelukken gebeurd, maar het Rode Kruis heeft al wel zijn zorg uitgesproken. De kade is tijdens het eve­nement afgesloten, maar automobilisten negeren de verbods­borden. De Fietsvierdaagse kende ondanks het slechte weer en een daardoor tegenvallend deelnemersaantal een goed ver­loop.

 

FIETSVIERDAAGSE Met ‘Armstrong' in de kopgroep  (Bron: De Gelderlander)


De Nijmeegse Fietsvierdaag­se, dat is gezellig met de fami­lie rustig aan de paden op. Maar niet voor de broers John en Patrick van Eldonk uit Beuningen en Nijmegen. Zij leggen de tachtig kilome­ter af binnen 2,5 uur.

  Door onze verslaggever

  NIJMEGEN
?? Het vertrek op de­ze slotdag van de Fietsvierdaag­se vindt in alle rust plaats. Voor­zichtig sturen de deelnemers over de natte klin­kers. Recreanten en wielrenners door el­kaar, op pad voor een laatste keer 60 of 80 kilometer. De rust is voor som­migen van korte duur. In de Spoor­kuil zetten twee man er de sokken in. De snelheid loopt op naar 40 kilometer per uur, het buiten­blad is nodig. De ‘ boosdoener' is Nijmegenaar Patrick van Eldonk ( 26), gekleed in het tenue van Lance Armstrong en fietsend op hetzelfde merk als de Ameri­kaanse oud- Tourwinnaar. Zijn broer John ( 41) uit Beuningen zit in zijn wiel.
   De rest van de tocht blijft die volgorde onveranderd: Patrick maakt tempo, John volgt. „ Met 80 kilometer kan dat net", zegt Patrick. „ Da's een lange tijdrit.
   Bij 120 kilometer is het wel fijn als je in een groep kunt rijden." Als hij op een Groesbeekse heu­vel op zijn broer wacht, beaamt hij dat ze iedere dag wel als eersten op deWaalka­de terugkeren. „ Vaak met een vader en zijn zoons, maar die doen de 60. Wij de 80." Of het hem erom te doen is? „ Mwah." Praten doen de twee onderweg amper. Soms een kort zinnetje of een grap. Drinken gaat synchroon. Grijpt Patrick zijn bidon, dan heeft John zijn hand ook al bij de drinkfles.
   Wanneer de twee de kasseitjes van Ravenstein opdraaien, heeft de controleur daar net zijn tafel­tje opgezet. Hij moet nog wel zijn stempelkussen halen.
   Voorbij Balgoij breekt het zonne­tje door. De schouders van Pa­trick beginnen te schokken, maar zijn snelheid blijft onver­anderd hoog. John verklapt dat zijn motivatie hem bij Groes­beek even in de steek had gela­ten.
    „ Het was er nat en vies. De lenzen deden zeer van het spat­water en de inspanning van de dagen ervoor begon te wegen." Dan is daar de Waalkade alweer. „ Hé, de eersten", roept iemand van de organisatie.