Deze gebeurtenis was tot op de dag van vandaag een zwarte bladzijde gebleven in de geschiedenis van Kranenburg. Dat dit voorval nooit uit de herinnering van de Kranenburgse bevolking is verdwenen, bleek begin negentiger jaren toen op initiatief van oud-burgemeester Jakob Voss ( ook hij was aanwezig) het idee werd opgepakt een blijvend monument ter nagedachtenis aan de twee Amerikanen neer te zetten. Samen met de toenmalige pastoor Franz-Günter Aengeheyster en beeldhouwer Dieter von Levetzow werd het huidige monument en plaquette ontworpen. Daarna werd er, zoals omschreven, elke zondag na of op 17 september een korte herdenking gehouden.
Op 17 september 1944 dropten honderden Amerikaanse C-47 transportvliegtuigen duizenden parachutisten. Verschillende vliegtuigen werden door Duits afweer geschut neergehaald. Een van de vliegtuigen raakte uit koers en liet de parachutisten niet boven Klein Amerika maar boven De Kamp en Wylerbaan in Groesbeek springen, waar ze zwaar werden beschoten. Een vliegtuig kwam terecht bij het gehucht Kleyen – bij Zyflich – 2,5 kilometer ten noorden van Kranenburg. De Amerikaanse radio-operator en de crewchief werden direct gevangen genomen en naar Kranenburg gebracht waar ze door een SA-man midden op straat nabij het gemeentehuis door het hoofd werden geschoten. Dit tot groot afschuw van de aanwezigen burgers. Na de oorlog is de SA-man ter dood veroordeeld.