Loeiende koeien en kakelende kippen tussen het stro vormden woensdagmiddag 5 mei het decor van de presentatie van het boek “Oorlogsgeweld in de Ooijpolder” op boerderij de Plak in Persingen in de Ooijpolder. Dit boek, dat het werk is van Cea en Ton Dillen-Janssen is in korte tijd uitgebracht omdat de samenstellers het graag op 5 mei wilden presenteren.  Cea en Ton van Dillen hebben een belangrijke periode in oorlog, van september 1944 tot mei 1945, samengesteld en onderzocht. Paul Remy van de Heemkundekring gaf aan: “Ik ben bijzonder blij vandaag samen met u de nieuwe Heemstudie ten doop te houden. Het boek is een belangrijke toevoeging en vastlegging van onze lokale geschiedenis voor de heemkundekring De Duffelt. Dit boek is een aanvulling op de reeds eerder verschenen boeken in ons gebied. Na Leuth, Millingen, Kekerdom en Beek-Ubbergen is de serie compleet met het oorlogsboek over de Ooijpolder met de plaatsen Ooij, Persingen en Erlecom. Het boek bestaat uit verhalen van mensen die deze tijd doorgaans bewust hebben meegemaakt en meebeleefd en voor een groot deel meegewerkt hebben aan de goede afloop: in vrijheid weer samenleven in deze mooie polder. Het zijn verhalen over leven, over overleven en over dood. Verhalen van gewone mensen, die we hebben gekend en van wie kinderen en kleinkinderen hier nog wonen. Verhalen en personen, kortom, die we niet mogen vergeten”. De eerste drie exemplaren van het boek werden achtereenvolgens uitgereikt aan Wim Ebben, die een belangrijk deel van de oude foto’s heeft geleverd en aan Jos Bouten, zoon van hoofdonderwijzer Antoon Bouten, die de oorlog bewust heeft meegemaakt en daar door een mooie bijdrage aan het boek kon leveren. Als laatste kreeg burgemeester Mark Slinkman het boek aangeboden. Zowel Jos Bouten als burgemeester Mark Slinkman hielden daarna een indrukwekkende toespraak waarbij Jos Bouten zijn verhaal, dat ook deels in het boek staat, vertelde. Overigens speelde boerderij de Plak ook een belangrijke rol in de laatste periode van de oorlog bij de opvang van Nijmeegse evacués en van onderduikers en gevluchte Franse soldaten.  zie de foto’s deel 1;  deel 2

 Vanaf 6 mei is het boek is verkrijgbaar voor € 15.- bij de heemkundekring De Duffelt: Primera Beek en Millingen, Spar Ooij en Leuth, Supplement Beek, Wijnkoperij Jos Peters Beek en in de boekhandels in de omgeving. www.duffelt.de. Email: deduffelt@gmail.com.

Het boek is gevuld met 11 verhalen, verteld door autochtone bewoners van de Ooijpolder. Een greep uit de verhalen: “De Villa in de frontlinie”: Meester Theo Janssen woont met zijn gezin in ‘De Villa’ aan de Leuthsestraat te Persingen. In zijn dagboek beschrijft hij van dag tot dag de gebeurtenissen en zijn ervaringen tijdens Market Garden, tijdens het ‘Duitsvrij’ maken van de polder door de geallieerden, en zijn evacuatie via een omweg in Gassel naar Wijchen.

“Hij sprong zijn dood tegemoet” is een dierbare herinnering aan Antoon van Steen; een jongeman uit Wercheren, die na de capitulatie in mei 1940 met een kameraad naar Engeland vlucht en daar wordt opgeleid om vervolgens boven Nederland gedropt te worden. De Duitsers zijn van die dropping op de hoogte (Englandspiel) en nemen hem gevangen. Hij wordt in Kamp Haaren gemarteld en doorgestuurd naar het concentratiekamp Mauthausen. Daar komt hij om het leven, 32 jaar oud.

“Als dank een mooie pentekening” vertelt de belevenissen van de bewoners van twee bijzondere plekken in de Ooijse polder, te weten De Plak en Het Kasteel. De betrokkenheid van het gezin Willemsen resp. het gezin Arnts bij de opvang van Nijmeegse evacués en van onderduikers en gevluchte Franse soldaten.

In “We aten wel drie keer per week spruitjes” het verhaal van de 90-jarige Marie Kroes. Over haar ouders en schoonouders uit Erlecom die op 3 oktober 1944 moeten evacueren en liefdevol worden opgevangen.

“Een bewogen jaar” gaat over het jonge gezin Kuijpers-van Kerkhoff dat tegen de Duitse grens woonde en heilig geloofde dat de bevrijding aanstaande was maar dan alsnog van de Duitsers naar bezet gebied moet evacueren.

“Wij kwamen niet ongeschonden door deze oorlog” is het aangrijpende relaas van 5 oorlogsjaren door de ogen van een 12-jarige jongen, Jos Bouten, dat begint op de dag dat zijn vader voor de mobilisatie wordt opgeroepen. Het beschrijft de vastberadenheid van zijn ouders en oudere broers, hun verzetswerk gedurende de oorlogsjaren, de dagelijkse gang van zaken, de gevangenneming van vader Antoon Bouten en twee broers, en de opvang van onderduikers en evacués.

“Bij ons ziet ’t er nog heilig uit” geeft een beeld van een aantal gezinnen dat in september 1944 vanuit de Ooijpolder moest evacueren naar Noord Brabant, regio Eindhoven.

“Zij noemden me Dutch Bill” is de weergave van een interview, dat slager Wim Stappershoef bijna een halve eeuw geleden (jaren 80) gegeven heeft over zijn verzetswerk en zijn inzet bij het Amerikaanse leger gedurende de laatste oorlogsmaanden, zowel in de Ooij als er buiten. Het is een verhaal van een gewone man, die een bloedhekel had aan de bezetters en daarom tot veel in staat was.

Via “Andermans herinneringen” worden de 4 gezinnen uit de buurtschap de Thornsche Molen in de beginjaren 40 beschreven. Maar ook de Slag om de Thornsche Molen wordt beschreven en de gedwongen evacuatie van de bewoners, allereerst naar Leuth maar vervolgens – samen met gezinnen uit Leuth – naar de Achterhoek.

“Hij maakte van de 6 vlug een 8” beschrijft de evacuatie van het gezin van Jan Leensen, steenbaas van Bouwkamp 2 in Erlecom, naar Noord Brabant. Aangrijpend zijn de zorgen van de ouders over het vinden van een tijdelijk onderdak, de onbaatzuchtigheid van het kostgezin en de langdurige vriendschap die met dit gezin is onderhouden. Maar even aangrijpend is ook het plichtsbesef van de vader, die ondanks alles van Brabant naar de Ooij terugfietst, omdat hij bang is dat hij de steenfabriek niet goed heeft achtergelaten.

In “Oorlogsdrama in Groenlanden” het verhaal van de vreselijke gevolgen van een bominslag. Bijna twee volledige gezinnen, te weten het gezin Scheers (van café Waalzicht in Groenlanden) en het gezin Janssen (van het Veerhuis in Erlecom), komen in één klap om het leven; tezamen 22 personen. Een traumatische ervaring voor de nabestaanden en de overige inwoners van de Ooij.

De verhalen in het boek zijn rijk geïllustreerd met veel foto’s en kaarten. Ook geeft het boek een overzicht van alle in de Ooijpolder verwoeste huizen en boerderijen.

Het boek werd mede mogelijk gemaakt door de financiële bijdragen van de gemeente Berg en Dal, het fonds 75 jaar Vrijheid, Stichting Fonds SfS en Fairtex Holding van Frank Verwey. En is het vriendelijk geprijsd en te koop op de verkoopadressen en in de boekhandel.