20 februari 2010

Scootmobieltraining in Ooijse Dorpshuis

Afgelopen vrijdagmiddag organiseerde de gemeente Ubbergen een speciale instructiemiddag voor scootmobielgebruikers in het dorpshuis De Sprong te Ooij. Speciaal voor die gebruikers, die ook in de winter regelmatig onderweg zijn, was deze theoriemiddag georganiseerd in samenwerking met Sjoerdt de Ruijter van Finem Respice, die "verkeersles" gaf aan de scootmobielgebruikers. Alle aanwezigen kregen na afloop van de cursus een certificaat uitgereikt door de verantwoordelijke wethouder en initiatiefnemer, Leidy van der Aalst. Het is de bedoeling dat er in een later stadium vervolgtrainingen worden gegeven.zie de foto’s



Bron: De Gelderlander, geschreven door Geert Willems

Met een scootmobiel zijn ouderen niet meer aan huis gekluisterd. Maar ermee rij­den is ook wel eng. Een mid­dagje theorieles voor senio­ren in Ooij.

Truus Beekers is vandaag lopend naar De Sprong in Ooij gekomen voor de scootmobielles. „Ik woon hier vlakbij”, legt ze uit. Maar ze bekent ook: „ Ik vind het heel erg eng er op te rijden. Ik heb nooit een rijbewijs gehad en ik ken dus al die verkeersregels niet.”
„Ik rijd er nu acht maanden mee, maar in het begin was ik echt bang”, vult Door van den Brink, een andere cursist, aan. „ Als de trottoirs een beetje scheef aflopen, lijkt het net of je telkens omvalt.”
„En hier de dijk omhoog naar de kerk, dan is het heel diep aan de rechterkant”, weet Truus. „Dus daar blijf ik ver vandaan. En ik kom nooit verder dan het dorp.”
In De Sprong zijn deze vrijdagmid­dag zes scootmobielrijders bijeen om verkeersles te krijgen van Sjoerdt de Ruijter. Hij is eigenlijk gespecialiseerd in fietsen. Hij ver­zorgt vaak cursussen voor de Fiet­sersbond, maar voor de gemeente Ubbergen heeft hij zich ook ver­diept in de speciale regels voor ge­handicaptenvoertuigen. Deze ‘win­tercursus’ is bestemd voor ervaren scootmobilisten die niet bang zijn voor een beetje sneeuw of kou.
Het lijkt soms op een echte theo­rieles voor het rijbewijs, als mees­ter Sjoerdt dia’s laat zien. ‘U wilt een weg inrijden waar boven­staand bord staat. Mag dat?’ „ U bent gewoon bestuurder”, legt De Ruijter uit. „ Als u in de be­bouwde kom van rechts komt, heeft u voorrang.” Er komt een parkeerbord in beeld, dat speciaal bestemd is voor scootmobielen.
„Dat is bedacht, om u er op te wij­zen dat uw voertuig veel meer plaats inneemt dan een fiets. Par­keer dus netjes, zet ’m niet ergens schots en scheef neer. Let er op dat een auto niet in de weg kan staan, waardoor u niet meer kunt opstappen.”
De Ruijter legt uit dat er een ver­schil is tussen een overdekte scoot­mobiel en een brommobiel die niet op het fietspad mag en waar­voor een rijbewijs nodig is. De Ruijter: „Dit is dus geen gehandi­captenvoertuig.” „Oh, iemand uit Millingen heeft er zo eentje”, weet één van de cursisten. „ Die komt me regelmatig voorbij ketsen.”
Wim Janssen is de kilometervreter van het stel. „Ik rijd gemiddeld wel 150 kilometer per week”, ver­telt hij. „Naar Kranenburg en Groesbeek, ik tuf overal naartoe.
Ik ben ook sportverzorger in Beek. Ik heb al vier scootmobiels versle­ten. De één hield het vier/ vijf maanden vol, de ander een klein jaar. Alles ging kapot. De accu, het stuur. Die verkoper begreep er niks van, tot ik vertelde hoe veel ik er mee reed. Hij werd er een beet­je bleek van. ‘ Ja maar daar zijn ze niet voor gemaakt’, zei hij. Jawel, daarvoor wil ik ’m juist gebruiken! Ik heb er drie jaar over gedaan om officieel erkend te worden als ge­handicapte.
Drie jaar hebben ze me dus opgesloten. Daarna was ik niet meer te houden.”
Wim heeft inmiddels een elektri­sche rolstoel gekregen, waarvan de accu meer kilometers aankan. „ Al­leen gaat deze maar 9 kilometer per uur, die scootmobiel kon 18.
Daar moest ik wel aan wennen.
Maar als ik een keer haast heb, dan leen ik gewoon die van m’n vrouw.”
In de lente zijn er weer cursussen voor beginners en gevorderden.