14 april 2008

Margot van Boldrik overleden

 In de nacht van zaterdag op zondag is in het zorgcentrum 't Höfke te Beek Margot van Boldrik, de Roos van Ubbergen, op 100 jarige leeftijd, rustig  overleden. Margot van Boldrik heeft in het verleden veel onderzocht en geschreven over de historie van de gemeente Ubbergen en ze heeft diverse boeken uitgebracht.

De uitvaartdienst wordt gehouden op zaterdag 19 april a.s. om 14.00 uur  in de H. Bartholomaeuskerk te Beek. Aansluitend zal zij worden bijgezet  in het familiegraf op het nabijgelegen parochiekerkhof. 

 dscf3429amargot

 

Uit het dagblad TROUW

Margot van Boldrik  1907-2008 (door Wouter Bax)

Dezer dagen werd Margot van Boldrik door de veteranen van de Tweede Wereldoorlog node gemist. Ze sloeg geen herdenking over.


Margot van Boldrik schreef diverse boeken over de historie van Beek en de rest van de gemeente Ubbergen. Vooral de oorlogstijd had haar warme aandacht. Om haar rijke archief met historisch materiaal te beheren is een aantal jaren geleden de stichting Margot van Boldrik opgericht. Als jonge juf gaf zij les op de school in Kekerdom en later ook op de Mulo in Beek.

Margot van Boldrik schreef diverse boeken over de historie van Beek en de rest van de gemeente Ubbergen. Vooral de oorlogstijd had haar warme aandacht. Om haar rijke archief met historisch materiaal te beheren is een aantal jaren geleden de stichting Margot van Boldrik opgericht. Als jonge juf gaf zij les op de school in Kekerdom en later ook op de Mulo in Beek.

De burgemeester van Ubbergen was nog geen week geïnstalleerd, of er stond een stoere oude dame voor zijn deur met een doosje bonbons. Om hem welkom te heten en hem even bij te praten over de geschiedenis en de cultuur van zijn nieuwe stek. Margot van Boldrik, liefkozend de 'Roos van Ubbergen' genoemd, hield haar streek hartstochtelijk hoog.

Ze had recht van spreken, deze dochter van de gemeentesecretaris van het nabij Nijmegen gelegen Ubbergen, nota bene geboren in het in Beek gevestigde gemeentehuis dat toen ook nog ambtswoning was. Ze was het zesde kind, de derde dochter, in een gezin van zeven. Een 'gegoede' familie was het, met de bijbehorende manieren. Over geld praten was niet chique en alle meisjes gingen naar kostschool. De uitbreiding van het ambtenarenapparaat noopte het gezin tot verhuizen naar een woning vlakbij. In dit fantastische huis uit 1800, met witte stenen en groene luiken en een geweldige tuin, zou ze bijna 75 jaar wonen.

Margot van Boldrik – 'Tante Go', voor haar familieleden – was leergierig en slim, en reikte dus naar het hoogst bereikbare voor een meisje in die jaren. Maar zo hoog was dat niet, wist ze. „Een dochter van een gemeentesecretaris kon slechts tussen enkele beroepen kiezen", zou ze later wel eens vertellen, „echtgenote, verpleegkundige of onderwijzer". Ze koos voor het laatste en ging naar de kweekschool, om op haar achttiende in het nabijgelegen Kekerdom voor het eerst voor de klas te staan. Haar nieuwsgierigheid bracht haar nog zo'n twintig onderwijsakten waarmee ze docente werd in het middelbaar onderwijs, eerst in Roermond, later in Nijmegen. Ze gaf eigenlijk álle vakken, maar haar grootste liefde waren de talen.

Die talen zouden namelijk haar toegangspas tot de wereld worden. De Tweede Wereldoorlog was voor haar vrij rustig verlopen. Maar toen de geallieerden de streek in 1944 met zware gevechten en tegen een zware levenstol hadden bevrijd, schreeuwde men om mensen die goed Engels met hen konden spreken. Zij was de aangewezen persoon, niet alleen om haar kennis van de taal, maar vooral om haar hartelijkheid. De Engelse, Amerikaanse en Canadese militairen liepen weg met deze vrouw, die bij het horen van de namen van de plaatsen waar ze vandaan kwamen vaak gelijk wist waar dat was en wat er was te zien.

Een 'nichtje' van haar, zelf 82 jaar oud, spreekt van een 'moedergevoel' dat de jonge geallieerde soldaten bij haar losmaakten. Margot van Boldrik zou zelf nooit een vaste relatie aangaan. Volgens sommigen was ze erg onzeker over haar lichaam; ze droeg altijd lange rokken omdat ze haar benen te dik vond en ze had niet de slanke handen van anderen in haar familie. Maar de keuze voor het niet-getrouwd zijn had een andere oorsprong: ze paste ervoor om alleen maar 'echtgenote' te zijn.

„Ze had wel een tijdje een minnaar, onthulde ze eens. En ze heeft eens een huwelijksaanzoek gehad van een notaris in Beek. Een goede partij, zou je zeggen, maar zij vond het lot van haar eigen moeder en tantes een schrikbeeld. Dertig jaar zijn en zeven kinderen hebben en de vrouw van de notaris zijn? Geen denken aan. Ze wilde werken en zich ontplooien, als een vrouw van nu."

Onder het alleen zijn leek ze niet gebukt te gaan. Een mondain nichtje dat een half jaar bij haar woonde om in Nijmegen te kunnen studeren, vertelt dat ze in die tijd een vriendje had en dat een groep Nijmeegse studenten haar eens een middernachtelijke aubade kwam brengen. „Van mijn studie kwam niets terecht, maar tante Go vond het allemaal prachtig, ze genoot met volle teugen. Ik vond geen spoor van jaloezie."

Ze was een 'mater familias' en ontpopte zich tot steun en toeverlaat van de veteranen. Ze zou na de bevrijding bijna nooit meer een herdenking overslaan en gaf de steeds ouder wordende veteranen onderdak, telkens als ze weer naar Nederland kwamen. De ontvangst moest perfect zijn. Toen ze eens besloot dat haar gasten bij het ontbijt allemaal een appeltje zouden krijgen, kocht ze er speciaal mesjes bij om die te schillen.

Het leverde haar veel waardering en een ereplaats tussen de veteranen op. Rondritten met oude militaire voertuigen gingen vaak speciaal langs haar huis, waar ze de soldaten met de vlag in de hand opwachtte. „In het begin namen we haar nog wel eens mee", vertelt een veteraan, „tot ze te stijve benen had om nog in een jeep te kunnen. We zijn toen nog eens voorgereden met een Dodge Universal, een ruimere officierswagen, maar dat ging ook niet meer." Ook hij herinnert zich dat bij Margot van Boldrik altijd alles mocht. „We hebben eens een heel Amerikaans kampement in haar tuin gezet."

Tientallen keren reisde ze naar Engeland, Canada en de Verenigde Staten om ook daar veteranen te bezoeken en er herdenkingen bij te wonen. Van de H-compagnie bijvoorbeeld, het Amerikaanse legeronderdeel dat als eerste voet zette in Beek en zeer veel doden had te betreuren.

Reizen deed ze graag, maar ze hield ook van het thuiskomen in het glooiende heuvellandschap rond Beek-Ubbergen. Ze bracht boeken voort over de streek in oorlogstijd, maar was ook het brein achter boeken als 'Beek in oude ansichten' en 'Ubbergen hoog en laag. Van verleden naar heden'. Het leverde haar een zilveren onderscheiding van de gemeente op: de Roos van Ubbergen die in de streek haar koosnaam zou worden. Haar rijke archief wordt nu beheerd door de stichting Margot van Boldrik.

Ze had een werkkamer, rechts van de voordeur met een bureau en een ronde tafel waarop het papier hoog stond opgetast. Niets had een vaste plek, ze was altijd alles kwijt. Ze at elke dag op een ander tijdstip en kende geen vaste menu's. Margot van Boldrik koesterde dit gebrek aan orde. Het symboliseerde haar ontvankelijkheid voor verrassingen. Een telefoontje, een onverwachte bezoeker, en ze gooide haar programma om.

Daarom bewaren tientallen leden van haar familie goede herinneringen aan de logeerpartijen in Beek, waar ze speelden in de tuin en kersen aten uit de boomgaard aan de overzijde van de straat. Een familielid kan zich niet herinneren hoe Margot van Boldrik zich kleedde, omdat, zo zegt ze, haar stralende lach altijd alle aandacht trok.

Toen ze op haar tachtigste een gloednieuwe fiets kocht, keken sommigen haar meewarig aan, maar ze zou er tot op haar 92ste mee rondrijden. „Ik heb nu eenmaal geen auto", zei ze. „En trouwens: láát me toch."

Opvallend was dat ze voortdurend dingen weg gaf. „Liever bij leven dan bij de dood", placht ze te zeggen. In haar streven om niemand tekort te doen kocht ze soms extra sieraden in bij antiquairs, omdat haar eigen voorraadje niet volstond.

Toch viel haar sociale karakter haar niet altijd gemakkelijk. Haar grootste offer bracht ze toen haar zus Nel, die op hoge leeftijd en als weduwe bij haar was komen wonen, haar heup brak en toe was aan een plaats in een verzorgingstehuis. „Nel naar het tehuis, dan ik ook", zei ze, maar ze zag er als een berg tegenop om, zoals ze zei, 'tussen de oudjes' te gaan zitten. Het was ook een van de weinige keren dat ze zich een kanttekening bij haar opofferingsgezindheid permitteerde: „Nu ben ik 92 en moet ik nog voor mijn zuster zorgen".

Nel overleed twee jaar geleden, ruim honderd jaar oud. Op de honderdste verjaardag van Margot van Boldrik, afgelopen december, verzamelde bijna de hele familie zich in hotel 't Spijker in Beek, waar ze iedereen als vanouds royaal onthaalde. Maar ze leed onder haar afhankelijkheid, voelde zich steeds vaker depressief, sprak nog nauwelijks en was haar eetlust verloren. Op een ochtend trof een verzorgster haar aan in bed, overleden in haar slaap. De Roos van Ubbergen werd ten grave gedragen tussen een haag van veteranen in uniform en begeleid door vier oude legerjeeps.

Margot van Boldrik werd op 22 december 1907 geboren in Beek, Gelderland. Ze overleed er op 13 april 2008.