Zaterdag 15 maart bereikte ons het droevige nieuws, dat Albert (Albertus Louis, 26-01-1931) van Dorst uit Beek was overleden. Albert van Dorst was een prominent inwoner van Beek en vervulde diverse functies in zowel het bestuurlijk deel van de gemeente Ubbergen als bij het verenigingsleven. Hij was al enkele weken ernstig ziek. Albert van Dorst was wethouder voor het CDA in de gemeente Ubbergen van 1970 tot 1982 en van 1986 tot 2001. Daar tussen en daarvoor (vanaf 1966)was hij raadslid. Bij zijn afscheid op 4 september 2002 werd hem het ere-burgerschap van de gemeente Ubbergen verleend. Hij is jarenlang het gezicht (directeur) geweest van het Pius XII college in Beek. De plechtige uitvaartdienst wordt gehouden op donderdag 20 maart om 11.30 uur in de R.K. kerk Bartholomaes in Beek, waarna hij aansluitend in familiekring begraven zal worden. | ![]() |
Oud-Wethouder van Dorst werd op 26 januari 1931 in Nijmegen geboren en overleed eveneens in Nijmegen op 15 maart 2008. Samen met zijn vrouw Elisabeth van Dorst-Ebbers kreeg hij 3 kinderen en bijzonder trots was hij op zijn 5 kleinkinderen. Blij was hij ook met de nieuwe speelvoorzieningen die in de buurt van zijn woning komen, omdat er volop wordt gebouwd. Daar hadden zijn kleinkinderen ook wat aan. Nadat het Pius XII college, waarvan hij directeur was, gesloten was en hij het, zeker qua wonen (hij woonde in de grote villa tegenover de Verbindingsweg in Beek), verhuisde hij naar een kleinere woning aan de Potgieterstraat in Beek. Hij bleef nog verschillende bestuursfuncties in de gemeente Ubbergen uitoefenen. Zo was hij nog steeds voorzitter van de stichting Van Steen en Natuur, van het uniformenfonds van de harmonie KNA te Beek, van de Stichting de Thornsche Molen, alsmede het Platform Toerisme in de gemeente Ubbergen. Hij stond aan de wieg van carnavalsvereniging De Cavalieren , was carnavalsprins en later voorzitter van deze vereniging. Vanaf 2005 was hij Grootvorst van de Cavalieren. Onlangs nog vervulde hij een belangrijke rol bij de totstandkoming van het jubileumboek van de Beekse schutterij B.U.B, waarvan hij beschermheer was. Zijn gulle lach en zijn joviale uitstraling zijn bij iedereen bekend. Albert van Dorst was Ridder in de Orde van Oranje-Nassau . Deze onderscheiding kreeg hij in 1991 bij zijn 25 jarig raadslidmaatschap. (Het dualisme bestond toen nog niet)
Een oud-leerling van hem aan het Pius XII college mailde: Toen
het een keer hevig regende het het hele terrein bij de villa dreigde te
verzakken zag ik hem met een schep tevergeefs tegen de wegglijdende modder
werken. En deed hij me aan Don Quichotte denken. En over autorijden
gesproken, in de 60er jaren wist hij een keer in volle snelheid zijn auto
per ongeluk in de achteruit te schakelen! Met desastreuse gevolgen voor het
voertuig. We kregen ook Frans van hem. Het aardige was dan dat hij het Frans
met een Nijmeegs accent uitsprak! Maar het is iemand die voor een ideaal
heeft geleefd en niet bang was daarvoor te vechten. Zijn ouders werkten
destijds ook op de school, op het internaatgedeelte, ze werden behoorlijk
gepest want al die
pubers hadden natuurlijk weinig respect voor de ouderdom.
Een markante man, dat zeker! Jammer dat ik hem niet zijn laatste eer kan
brengen. Daar gaat weer een stukje van mijn leven toen Ubbergen en Beek nog
ver van Nijmegen leken te liggen en een oasis van rust leken te zijn.
Uit de Gelderlander van 18-03-08
ZES HERINNERINGEN AAN ALBERT VAN DORST ( 1931- 2008)
Na een kortstondig ziekbed overleed afgelopen weekeinde oud-wethouder en – schooldirecteur Albert van Dorst. Zes mensen die hem goed kennen, halen herinneringen op. Alle zes roemen ze dezelfde karaktertrek: aimabel.
Marcel Willemsen, werkte als gemeentesecretaris acht jaar nauw samen met Van Dorst. Ook zaten ze allebei in het bestuur van de stichting Van Steen en Natuur.
„ Sociaal, bevlogen en altijd in voor een grapje. Vooral zijn mopjes over Dijkstra waren legendarisch. Hij was een bestuurder van de oude stempel met soms een uitgesproken mening. Kinderopvang zag hij bijvoorbeeld helemaal niet zitten. Hij vond dat moeders maar thuis moesten zijn. Als ik naar huis wilde om de kinderen nog te zien, noemde hij me altijd een ‘watje’. Maar de laatste jaren zag ik hem zelf heel vaak met z’n kleinkinderen. ‘ Watje’, pestte ik hem dan.
Jan van Eck, politiek tegenstander van vroeger, toeristisch medestander van de laatste jaren.
„Ik ben er kapot van. Hij laat een grote leegte achter. Een Ubbergen zonder Van Dorst is moeilijk voor te stellen. We zaten samen in de politiek in de jaren zeventig en tachtig. Zeker in het begin was er een grote tegenstelling tussen ’t Laag en ’t Hoog. Hij kon dan de spanning breken met z’n humor. Hij was ook een tacticus en daarom een vaste factor in de Ubbergse politiek. Wat er ook gebeurde, Van Dorst bleef zitten. Alleen in 1982 heb onder anderen ikzelf ervoor gezorgd dat hij werd weggestemd. Hij heeft daar nooit iets van gezegd. Hij was ook niet haatdragend, terwijl het ’m wel pijn moeten hebben gedaan. In de stichting voor de herbouw van de Thornsche Molen heb ik weer bijzonder prettig met hem samengewerkt.”
Jan Meijer, 25 jaar docent op Het Pius XII internaat van Van Dorst in Beek.
„ Albert was een onnavolgbare directeur die zeer geliefd was bij z’n leerlingen. Hij verhuisde rond 1960 met zijn Pius XII van Malden naar Beek. Het internaat was jarenlang erg succesvol. In de hoogtijdagen waren er meer dan honderd leerlingen. Veel leerlingen waarvan je zegt ‘daar komt nooit iets van terecht’ hebben toch carrière gemaakt.”
Albert de Witt, medeoprichter van ‘De Soos’, een wekelijkse bijeenkomst van zes mannen in Hotel ’t Spijker.
„ Albert en ik zat samen in het uniformenfonds van harmonie KNA om geld bijeen te krijgen. Dat was het begin van De Soos. Nu komen we nog steeds iedere woensdag bij elkaar om te praten over de dorpspolitiek en de dorpsroddels door te nemen, onder het genot van een borreltje. Albert was overigens een zeer matig drinker. Meestal nam hij een frisje. Wij hebben daar alle zes een eigen stoel met onze naam. Woensdag moeten we het er over hebben, hoe we nu verder gaan.
Het is voor het eerst dat er iemand wegvalt.”
Loet van Sluis, collega uit het Platform Toerisme en mede-carnavalist van De Cavalieren.
„Een geliefde uitspraak van Albert was: onze sterkte is niet de organisatie maar de improvisatie. Ooit stond hij op het podium om de nieuwe prins te presenteren en was hij de proclamatierol vergeten. Die lag op de achterbank van z’n auto, thuis. Toen heeft hij snel op en neer moeten rennen. Maar hij heeft vooral veel op de rit gekregen. Hij kon met alle geledingen omgaan vanwege zijn natuurlijke charme.”
Peter van Houtert, oud- leerling van Pius XII.
„Een vriendelijke heer van stand, altijd in driedelig grijs gekleed. Anderhalf jaar geleden hadden we nog een reünie en hij was in dertig jaar niet veel ouder geworden, vond ik. Hij was toen ontzettend trots op wat oud-leerlingen hadden bereikt. Z’n vrouw en hij woonden in het internaat en er zijn ooit jongens geweest die door z’n kamer hebben gestreakt. Hij kon daar niet echt kwaad om worden. Hij had anderen op school die streng waren namens hem.”