23 februari 2008

Herdenking bombardement Nijmegen

 dscf0900herdenking_bombardement  Vrijdag werd in Nijmegen het vergissingsbombardement van precies 64 jaar geleden (22 februari 1944) herdacht met een vredesdienst in de St. Stevenskerk, gevolgd door een herdenking bij het monument "De Schommel" in de Marikenstraat, de plek waar de gebombardeerde kleuterschool stond. Er werden o.a kransen en bloemen gelegd door burgemeester Thom de Graaf, de Commissaris der Koningin, burgemeester Annemiek Vermeulen van Millingen aan de Rijn en burgemeester Prick van Groesbeek. Ook kinderen waren bij het Schommelmonument aanwezig. Ze legden een krans en deelden ansichtkaarten uit waarop zij hun medeleven betuigden aan nabestaanden. zie de foto's

Vooral voor jongeren is het ver weg, de verwoesting van Nijmegen in 1944-1945, en onvoorstelbaar. Daarom: wat als dat ‘jouw' stad zou overkomen? Niet modehuis Haspels weggevaagd, maar Didi en Bakker Bart.  
'Jij hebt de oorlog niet meegemaakt.' Gevleugelde uitspraak van een moeder als zoon zijn boterham weggooide of de neus ophaalde zodra het deksel van de pan ging. 'Zuurkool. Jach!'

Hoeveel Nijmeegse moeders en vaders – het beeld van de oorlog nog op het netvlies – zullen niet ooit in soortgelijke woorden hebben verwezen naar een periode die voor jongere generaties ver weg en onvoorstelbaar was, en is? 'Jij hebt de oorlog niet meegemaakt.'

63 jaar geleden alweer dat de geallieerden een einde maakten aan de Tweede Wereldoorlog. Volgend jaar herdenkt Nijmegen dat de stad 65 jaar geleden werd bevrijd. Steeds minder mensen blijven er over die het hebben meegemaakt, des te meer zijn er voor wie het alleen geschiedenis is.

Gisteren stond Nijmegen weer stil bij het vergissingsbombardement dat op 22 februari 1944 het hart uit de stad rukte. Een tragedie. Bijna 800 doden. Maar het drama dat 570 Amerikaanse brand- en fragmentatiebommen aanrichtten doet bijna vergeten dat er nog veel meer doden en gewonden vielen en huizen en winkels in de as werden gelegd dan alleen op die noodlottige dinsdag.

Voordien – toen bijvoorbeeld de bruggen over Waal en kanaal werden opgeblazen – maar vooral daarna kreeg de stad nog veel meer te verduren. Bommen en granaten regenden neer toen Duitsers en geallieerden in september van datzelfde rampjaar enkele dagen vochten om de stad en toen het bevrijde Nijmegen daarna maandenlang in de frontlinie lag.

Kort na de oorlog maakte A. Lammerts van Bueren met boekhoudkundige precisie een optelsom van leed en schade als gevolg van al het oorlogsgeweld dat zijn stad te verduren kreeg. Minstens 2.200 doden, 5.500 mensen met blijvend letsel en een veelvoud daarvan lichtgewond. Totaal verwoeste panden: 2.359. Zwaar beschadigd en daarmee veelal rijp voor de sloop: 2.711 gebouwen. Licht beschadigd: 13.003. Onbeschadigd: 4.248 gebouwen, ofwel 19 procent van de stad. Vier van de vijf kantoren, winkels, huizen, kerken, bibliotheken en scholen, bioscopen, boerderijen en hotels, garages, ziekenhuizen en cafés werden dus beschadigd of geheel weggevaagd.

Maar 'jij hebt de oorlog niet meegemaakt' dus wat kan, laten we zeggen, een Nijmeegse puber van 13 zich voorstellen bij de verwoesting van een stad van toen, zoals zelfs zijn vader – de vorige generatie 'jij' – die niet heeft gekend. Peek & Cloppenburg weggebombardeerd. En modehuis Haspels in de Lange Burchtstraat, waarvan negentien medewerksters de dood vonden.

Wie? Waar?

Daarom bij deze een poging de geschiedenis dichterbij te brengen door de nu nauwelijks te bevatten omvang van wat meer dan 60 jaar geleden gebeurde te projecteren op de stad van nu. De stad waar 'jij' naar school gaat, college volgt, een baan hebt, mobiel belt, voetbalt, winkelt of op een terrasje zit.

De paarse en roze vlekken die op een oud kaartje de gebieden markeerden die in 1944 en 1945 werden getroffen zijn over de plattegrond van het hedendaagse Nijmegen gelegd. Om een idee te krijgen van de impact als deze stad opnieuw zou worden verwoest.

Dan, als de strijd is gestreden, de rook opgetrokken, het stof neergeslagen, kijk ''jij' verbijsterd om je heen in het Nijmegen van 2008. 'Jouw ' stad. 'Jouw' getroffen stad.

Hennes & Mauritz: verwoest. De Hema: weg. Marikenstraat, LUX, de schouwburg: getroffen. Het station: grotendeels in puin. Het imposante Haskoning-kantoor. McDonalds, Didi, Bakker Bart, Valkhofmuseum en straten in 'Oost'. Weg of kapot. En ook wat later een plein zou worden: Plein 1944.

 

Toos Strong-Huisman neemt elke dag vanuit Nijmegen de trein van half twee om naar haar werk in Elst te gaan.
Op 22 februari 1944 mist Toos voor het eerst sinds anderhalf jaar haar trein. Op die dinsdagmiddag wordt het boemeltje naar Arnhem vol getroffen door één van de 426 fragmentatiebommen die Ameri­kaanse piloten per vergissing bo­ven de stad afwerpen. De gevol­gen zijn verschrikkelijk; in de trein en op het station vinden meer dan tachtig burgers de dood.
Hoe vernietigend Nijmegen- Cen­traal, het Stationsplein en andere delen van de stad zijn getroffen blijkt uit uniek beeldmateriaal dat onlangs is opgedoken in de archie­ven van het Nationaal Bevrijdings­museum 1940-1945 in Groesbeek.
De geallieerde aanval is later de ge­schiedenisboeken in gegaan als ‘het vergissingsbombardement'.
Op de terugweg van een deels mis­lukte actie boven Duitsland volgt een klein eskadron de ‘leader'. Om verlost te worden van de zware bommenlast kiest de aanvalsleider een gelegenheidsdoel. Op de ver­keerde stad. Kleef blijkt Nijmegen te zijn.
Toos Strong-Huisman wordt die dag als Rode Kruiszuster opgeroe­pen om de vele slachtoffers in het ziekenhuis te helpen. Ze zal het nooit vergeten: emmers met lede­maten en overal bloed.
Het oude stadscentrum is inmid­dels veranderd in een inferno. Ge­bouwen storten in, doden en ker­mende gewonden liggen midden op straat. De kleuterschool in de Burchtstraat krijgt een voltreffer.
Vierentwintig kinderen en acht zusters komen om. De zesjarige Peter Braam is van zijn klasje de enige overlevende. Hij hoort de ruiten springen door de luchtdruk en ziet de gordijnen tegen het pla­fond aanvliegen. Peter wordt later onder het puin vandaan gehaald.
Pas na een jaar durft hij zijn ver­haal te doen aan zijn moeder.
De Sint-Stevenskerk staat in lich­terlaaie en de bommenregen legt ook andere kapitale gebouwen in de as: Vroom en Dreesmann, de Hema, hotel Metropole, de kerken in de Molenstraat en de Broer­straat. Drie dagen lang staat de stad in lichterlaaie.
Gravenaar Harrie Hendriks vraagt de directeur van de Kweekschool of hij de gewonden mag gaan hel­pen. Harrie heeft immers zijn EH­BO- diploma gehaald in de oorlog.
De directeur roept zijn student nog na: ‘Als je maar voorzichtig bent'. Samen met een agent haalt Hendriks twee vrouwen uit een brandend bejaardencentrum in de Houtstraat: „Een vrouw lag met een arm in de brandende vloer, de ander had een hoofdwond." Op weg van school naar de stad treft de negentienjarige student een man die op een puinhoop zit te huilen. Harrie vraagt of de man ge­wond is: „Nee, zei hij, mijn moe­der ligt hieronder."
Vandaag wordt het vergissingsbom­bardement op Nijmegen herdacht met een vredesdienst in de Sint-Ste­venskerk (10.00 uur), en aanslui­tend een herdenking bij het monu­ment ‘de schommel' in de Mariken­straat, de plek waar de gebombar­deerde kleuterschool stond. Tot en met 14 maart is in het Nationaal Be­vrijdingsmuseum een tentoonstel­ling te zien over Nijmegen in de oor­logsjaren. Het is een voorproefje voor een grotere tentoonstelling die op 23 april geopend wordt door burgemeester Thom de Graaf.