15 juni 2007

Onthulling bord vriendschapsband

 Vanmorgen is bij het begin van de bebouwde kom van Kranenburg (Dld) het eerste bord onthuld, dat de vriendschapsband weergeeft tussen de gemeenten Körmend (Hongarije) , Ubbergen, Kranenburg en Groesbeek. zie de foto's  dscf3174kranenburg

Vriendschap met weinig woorden
Jumelage bezegeld met vriendenbord in de Nimwegener Strasse.


door Hans Peeters  (Bron: de Gelderlander)

KRANENBURG –Tamás Csák snapt er geen biet van. Nederlanders en Duitsers die in een onbegrijpelijk brabbeltaaltje converseren, en el­kaar kennelijk via dat ‘plat’ ook nog eens prima verstaan.
Tamás, raadslid in de Hongaarse stad Körmend, stond gisteroch­tend in zijn beste pak in de Nim­weger Strasse. Aan de dorpsrand van Kranenburg onthulde hij een vriendenbord. Dat deed hij samen met de Groesbeekse wethouder Theo Giesbers, onder goedkeuren­de blikken van Kranenburgs burge­meester
Günter Steins en diens Ubbergse ambtsgenoot Paul Wil­bers. Tussen de trojka Kranen­burg- Ubbergen- Groesbeek en het Hongaarse Körmend bloeit sinds 1999 iets moois. Een jumelage heet dat; een geregistreerd partner­schap.
De vriendschap werd gisteren be­klonken met een Kranenburgs bit­tertje onder het bord met de tekst:
In Freundschaft verbunden. Soortge­lijke borden, maar dan in de eigen taal, komen ook te hangen aan de dorpsranden van de Nederlandse en de Hongaarse partners.
Er is in die zeven jaar al het nodi­ge uitgewisseld: zangkoren, scho­len, ambtenaren, politici, muziek­gezelschappen. Maar voor een goed gesprek, was de delegatie ook
gisteren weer volledig aangewezen op Leona Arts-Lestar. Leona, gebo­ren Hongaarse, woont al weer veer­tig jaar in Beek en treedt tijdens uitwisselingen op als menselijke vertaalcomputer.
„Een aantal Hongaarse delegatiele­den spreekt een woordje Duits, maar niet goed genoeg om een ge­sprek op niveau te voeren”, stelt Leona vast. „Het valt niet mee”, concludeert ook wethouder Theo Giesbers: „Wat een taaltje, dat Hongaars. Ik zou er keelpijn van krijgen. Maar we kunnen nog veel van onze vrienden leren; ze zijn zó relaxed.”
„ De taal is ons grootste pro­bleem”, vindt ook burgemeester Wilbers van Ubbergen: „Maar on­ze Hongaarse vrienden gaan met sprongen vooruit. Velen zijn het Duits al aardig machtig en alle jon­geren uit Körmend spreken een goed woordje Engels. Toch wel merkwaardig dat ze niet of nauwe­lijks Duits spreken. Körmend grenst immers aan Oostenrijk.”
Delegatieleider Tamás Csák is ronduit jaloers op het ‘plat’ dat Ne­derlandse en Duitse grensbewo­ners verbindt: „ Jammer dat wij in Hongarije die taalbarrière niet kun­nen slechten met onze Oostenrijk­se en Sloveense buren.”