Vanmorgen is bij het begin van de bebouwde kom van Kranenburg (Dld) het eerste bord onthuld, dat de vriendschapsband weergeeft tussen de gemeenten Körmend (Hongarije) , Ubbergen, Kranenburg en Groesbeek. zie de foto's |
Vriendschap met weinig woorden
Jumelage bezegeld met vriendenbord in de Nimwegener Strasse.
door Hans Peeters (Bron: de Gelderlander)
KRANENBURG –Tamás Csák snapt er geen biet van. Nederlanders en Duitsers die in een onbegrijpelijk brabbeltaaltje converseren, en elkaar kennelijk via dat ‘plat’ ook nog eens prima verstaan.
Tamás, raadslid in de Hongaarse stad Körmend, stond gisterochtend in zijn beste pak in de Nimweger Strasse. Aan de dorpsrand van Kranenburg onthulde hij een vriendenbord. Dat deed hij samen met de Groesbeekse wethouder Theo Giesbers, onder goedkeurende blikken van Kranenburgs burgemeester Günter Steins en diens Ubbergse ambtsgenoot Paul Wilbers. Tussen de trojka Kranenburg- Ubbergen- Groesbeek en het Hongaarse Körmend bloeit sinds 1999 iets moois. Een jumelage heet dat; een geregistreerd partnerschap.
De vriendschap werd gisteren beklonken met een Kranenburgs bittertje onder het bord met de tekst: In Freundschaft verbunden. Soortgelijke borden, maar dan in de eigen taal, komen ook te hangen aan de dorpsranden van de Nederlandse en de Hongaarse partners.
Er is in die zeven jaar al het nodige uitgewisseld: zangkoren, scholen, ambtenaren, politici, muziekgezelschappen. Maar voor een goed gesprek, was de delegatie ook gisteren weer volledig aangewezen op Leona Arts-Lestar. Leona, geboren Hongaarse, woont al weer veertig jaar in Beek en treedt tijdens uitwisselingen op als menselijke vertaalcomputer.
„Een aantal Hongaarse delegatieleden spreekt een woordje Duits, maar niet goed genoeg om een gesprek op niveau te voeren”, stelt Leona vast. „Het valt niet mee”, concludeert ook wethouder Theo Giesbers: „Wat een taaltje, dat Hongaars. Ik zou er keelpijn van krijgen. Maar we kunnen nog veel van onze vrienden leren; ze zijn zó relaxed.”
„ De taal is ons grootste probleem”, vindt ook burgemeester Wilbers van Ubbergen: „Maar onze Hongaarse vrienden gaan met sprongen vooruit. Velen zijn het Duits al aardig machtig en alle jongeren uit Körmend spreken een goed woordje Engels. Toch wel merkwaardig dat ze niet of nauwelijks Duits spreken. Körmend grenst immers aan Oostenrijk.”
Delegatieleider Tamás Csák is ronduit jaloers op het ‘plat’ dat Nederlandse en Duitse grensbewoners verbindt: „ Jammer dat wij in Hongarije die taalbarrière niet kunnen slechten met onze Oostenrijkse en Sloveense buren.”