21 april 2024

Uitzwaaien bij manege Ebbers in Beek

Zondag 21 april was de jaarlijkse en tevens laatste “Ebbersdag” in manege Ebbers te Beek. Die middag, rond 15.45 uur werd de familie Ebbers na de allerlaatste demonstratie uitgezwaaid met witte zakdoekjes door ruiters en publiek. De gehele dag waren er demonstratie in de manege een de vaak jonge ruiters deden hun uiterste best om voor deze laatste keer bij Ebbers hun kunnen te tonen. Op Facebook verschenen diverse berichten, zoals dit. (lees hier onder verder) zie foto’s van deze dag (komen nog)

Olaf Merkus.

Afscheid Stal Ebbers 21-04-24. Dierbare herinneringen van een Bergruiter(tje) deel 1
Het was in 1969 dat Stal Ebbers het levenslicht zag. Ik was toen zelf 6 jaar en niet veel later moest ook de familie Merkus eraan geloven en daar was ie dan onze eerste en enige Shetlander Mato. Mato is een van oorsprong Indiaanse naam die zoiets als dappere krijger betekent. Nou, de enige die dapper was was me myself and I want ponyrijden op Mato, als hiervan al gesproken kon worden, was werkelijk levensgevaarlijk. Geen flauw idee hoe vaak hij mij tijdens het bestijgen in m’n linker bovenbeen gebeten heeft of eraf gebokt heeft en die pijn voel ik als ik eraan terugdenk nog steeds als de dag van gisteren.
Maar eerlijk is eerlijk, ik was niet zo een hele beste ruiter en dat had helemaal niets met de ponyrijlessen van Ans & Geert Ebbers te maken maar wel alles met mijn rijcapaciteiten en dat geef ik hierbij ruiterlijk toe. Best bijzonder eigenlijk want ik had iedere zaterdag in tegenstelling tot alle anderen clubgenoten doordat ik vanuit onze tuin op de Ravenberg Geert Ebbers van 9 tot 5 kon horen bulderen niet 1 uur maar de hele dag les. Ik was tijdens de rijlessen op De Geest altijd ook erg blij als er een begrafenis was want dan reden we op de automatische piloot in stilte onze rondjes en deed Geert er trekkend aan z’n sterk geurende Gauloises blauw zonder filter er tenminste ff het zwijgen toe. Maar als de klus geklaard was was het weer gedaan met de stilte en de pret en moesten de pony’s en ook wij weer volop aan de bak. Nee, al was het kerkhof slechts door een haag en een Heras hekwerk van de manege gescheiden en op een steenworp afstand, van een dooie boel kon daar op De Geest absoluut niet gesproken worden.
Een modderfiguur slaan in die buitenbak op De Geest was voor mij geen enkel probleem want het was er als het ook maar een beetje geregend had altijd meteen super drassig. Ik herinner mij nog dat als het echt winter was we of theorieles kregen in de kantine of met de auto van Geert naar Elst naar de manege van de familie Gijsbers reden. Daar kwam niet alleen Geert z’n grote liefde Ans, voor ons destijds, juffrouw Ans vandaan, maar ook mijn 2e pony Eros. Die was eigenlijk van Arno, de broer van Ans en heette Ernst maar dat werd dus Eros, de God van de liefde. Van liefde op het 1e gezicht tussen Eros en mij was echter absoluut geen sprake en hij was net als Mato behoorlijk eigenzinnig. En geloof het of niet ik ben, ondanks niet dankzij Eros, in ik meen 1975 de 1e clubkampioen ever van De Bergruitertjes geworden. Mijn clubkampioenschap dat jaar was overigens pure mazzel want we hoefden als kinderen alleen maar spelletjes te spelen zoals zaklopen en onder een dekzeil van een vrachtauto van Groothuijse, die ook dienst deed als jurywagen, door te kruipen. Dit alles zonder pony maar dat mocht de pret niet drukken, integendeel zelfs zou ik willen zeggen, want de consumptietent vond ik veel interessanter. Spelletjes dus en oudere ruiters en amazones moesten hun vaardigheden via dressuur en springen voor het jury en het hooggeëerde publiek vertonen en dat was andere koek dan die gevulde uit de consumptietent. Maar goed, ik dwaal af en er was die 1e keer slechts één categorie en dat was mijn mazzel toen want de dag ervoor was ik met mijn vader Theo Merkus meegegaan die daar bij het Wylermeer samen met een paar andere bestuursleden waaronder Theo Veldkamp en Wim Plass de boel op moest bouwen. En onder het motto nu je er toch bent is mij toen als ervaringsdeskundige gevraagd de spelletjes alvast uit te proberen. Ik had dus voorkennis zogezegd en niet iedereen was toen blij met de situatie en met mij herinner ik me nog. Maar de wisselbeker was dat jaar hoe dan ook voor mij en heeft toen een heel jaar lang glimmend als een malle op mijn slaapkamer staan pronken.
Mooie herinneringen zijn er ook aan de streekwedstrijden. Op zaterdagochtend kwam dan de veewagen van de firma Verploegen uit Winssen het Pius terrein oprijden en werden de pony’s ingeladen en daarna @ging het met z’n allen op weg naar plaatsen als Bemmel, Elst, Gendt, Herveld, Hemmen en Zetten. Het waren voor mij persoonlijk geen streek maar meer van streekwedstrijden want ik heb wel 12 of 13 x over de B2 gedaan en ook de Caprilli wilde maar niet vlotten en tijdens het springen ‘s middags was iedere hindernis er eentje teveel. En die keer dat ik wonder boven wonder met Eros, God mag weten hoe, in de barrage verzeild was geraakt moest Eros net voor de laatste hindernis poepen en dan stond ie altijd, zo ook die dag, ineens stokstijf stil. De sporen en de zweep geven had dan geen enkele zin en daar werd Merkus, de lachers op z’n hand, dat dan weer wel, in het kader van business as usual door de jury uitgebeld. Maar de consumptietent bood in voorkomende gevallen altijd troost om de gulden zakgeld die ik steevast van mijn ouders meekreeg, en de hele dag al mijn broekzak uitbrandde, te verbrassen zodat ik die dressuur en spring ellende weer snel kon vergeten.
Goede en dierbare herinneringen zijn er ook aan de ponykampen die we met z’n allen beleefd hebben. De 1e was in Beek Limburg en ik was toen nog maar een ventje van een jaar of 7. We sliepen toen ergens tussen de hooibalen en ik vond het maar raar dat we vanuit Beek naar Beek gereisd waren. De weg naar dat hele gebeuren leek wel een wereldreis in dat ronkende en rokende VW busje van Frans Augustus en toen we over de Napoleonbaan naar Limburg sjeesden vroeg de heer De Ridder vanuit educatief oogpunt aan ons wie Napoleon dan wel was. Ik schijn toen heel ad rem ‘de hond van Tony & Corry de Witt’ geroepen te hebben. 😜 Latere ponykampen waren die in Riel bij Tilburg. Geweldig was het daar. Tijdens de vossenjachten heerlijk met een noodvaart door de vennen galopperen om mens en dier de broodnodige verkoeling te geven en voor het diner werd door Theo Veldkamp het zakgeld uitgedeeld. Een hele rijksdaalder de man/vrouw en daar kon ik dan 10x voor flipperen en als ik op eindcijfer een vrij spel kreeg zelfs een beetje meer. Ook de ponykampen in Hengelo Gelderland bij de familie Van Zijtveld waren geweldig maar als vent in de dop was plassen tegen het schrikdraad achteraf bezien niet zo een goed idee en ik stond eh…stijf van de schrik zullen we maar zeggen. Het waren spannende tijden ook toen want in de donkere nacht hadden veedieven enkele van onze paarden gestolen en deze waren in de buurt in een wei gesignaleerd. Er werd die dag een slim plan de campagne gesmeed om de boeven in de val te lokken, ze te pakken en daarna aan de politie over te leveren. Het was pikkedonker die nacht en wij dappere dodo’s dat we er waren lagen met het hart in de keel en de bibbers in onze benen in een sloot te wachten tot de veedieven zouden arriveren. Toen we ze eindelijk in het vizier kregen liep het opeens onbedoeld toch nog aardig uit de klauwen want er zijn toen een aantal mannelijke Bergruiters die wel spieren hadden aardig door het lint gegaan en zij hebben de veedieven, die achteraf ingehuurde acteurs bleken te zijn, toen bijna een flink pak slaag gegeven. De hele diefstal was dus als spel in scène gezet en die boys hebben moeten rennen voor hun leven. Zo ook mijn vader want toen we na een week op zaterdag weer thuiskwamen bleek ik al m’n onderbroeken nog schoon in de koffer te hebben zitten en pa werd hiervoor door ma verantwoordelijk gehouden. Oost, west, thuis best, en het is nog lang onrustig op de Ravenberg 25 gebleven en ma heeft pa toen vast een poepje laten ruiken, hahaha. 😀
Afscheid Stal Ebbers 21-04-24. Dierbare herinneringen van een Bergruiter(tje) deel 2
En dan waren er natuurlijk ook nog de jaarlijkse carnavalsoptochten en wat is er door het bestuur met hulp van vele ouders altijd hard gewerkt om onder andere binnen in Wasserij Verweij op de Verbindingsweg de meest prachtige carnavalswagens te bouwen. En wat te denken van al die mooie kostuums die vakkundig met naald en draad door ouders in elkaar werden genaaid. De eerste caps die we eind jaren 60, begin jaren 70 droegen zijn boven de toenmalige Rabobank op de Rijksstraatweg bij de familie Cremers van oude plastic emmers in elkaar genaaid.
En dan natuurlijk niet te vergeten de beroemde Heuvelritten die we met z’n allen gemaakt hebben. Prachtige bosritten door de omgeving waren het die nadat we hard over het 5 km pad en De But gegaloppeerd hadden traditiegetrouw eindigden bij restaurant de Sterrenberg van de familie Van Boldrik. Hier werden
de prijzen en de herdenkingsvaantjes op het eind van de middag uitgereikt. Maar niet eerder dan dat we allemaal stiekem zonder te betalen voor de sport langs de kassa van de uitzichttoren geglipt waren om de schoonheid van Beek en de hierachter gelegen Ooijpolder met open mond te aanschouwen.
Tja en uiteraard kunnen ook de jaarlijkse Sint Nicolaas vieringen in De Kleine Musschenberg van Karel Maas niet onbenoemd blijven. In mijn geheugen staat nog steeds een optreden gegrift van de dames De Witt, Sengers en Teunissen als LaBelle met Voulez Vous Coucher Avec Moi, Ce Soir? Nou reken maar en ik krijg het nog steeds warm als ik aan dit optreden terugdenk. 😜 En als later op de avond de snoepzakken met pepernoten en de mandarijn soldaat gemaakt waren gingen we buiten in de buurt met z’n allen belletje trekken totdat we er de blaren van op de vingers hadden staan en de teugels door onze ouders na klachten van een paar azijnpissers uit de buurt weer strakker werden aangehaald.
Onvergetelijke tijden en dito herinneringen lieve mensen en er zijn er zelfs bij die bij Stal Ebbers de liefde van hun leven gevonden hebben en vriendschappen voor het leven zijn er gesloten.
Maar nu valt na 55 jaar het doek en worden op 30 april de laatste lessen gegeven en vanaf 1 mei is Stal Ebbers voorgoed gesloten. Einde van een tijdperk voor de familie Ebbers maar ook voor ons. De deur gaat dicht maar weldra zullen er zich weer ramen openen. Ans & Geert gaan genieten van hun welverdiende pensioen maar gaan vast niet achter de geraniums zitten. Ook Mariska en Natalie gaan hun werkzame leven op de manege afsluiten en deze op een andere wijze invullen en zullen meer vrije tijd krijgen om deze met hun gezin en vrienden door te brengen want op een manege is het werk nooit klaar en sta je 24/7 aan. Alles komt nu in een stroomversnelling en Liander zal op de plek waar de manege staat binnen 2 jaar een stroomverdeelstation gaan bouwen om de energievoorziening in de regio voor de toekomst te kunnen waarborgen.
Mij is als 1e clubkampioen (1975) de eer gegund om het vaandel van de Bergruitertjes vandaag mee naar huis te nemen en ik zal deze een mooi plekje in huize Merkus geven en er zoals het een goed huisvader betaamt voor zorgen. De mooie herinneringen aan die prachtige tijd, en dat zijn er nogal wat, houden we met z’n allen levend. Geen einde maar gewoon een nieuw begin.
Ans & Geert, Mariska, Natalie en de rest van de familie Ebbers heel hartelijk dank voor al die mooie jaren en ik had er geen dag van willen missen. Carpe diem want na gedane arbeid is het goed toeven. Het ga jullie goed!
Olaf Merkus
Oud Bergruiter