26 april 2017

Wielrenners gaan op de fiets van Normandië naar Groesbeek

Burgemeester Mark Slinkman van de gemeente Berg en Dal heeft dinsdagmiddag een “uitzwaaimoment” georganiseerd voor vier fietsers voor hun fietstocht voor het goede doel. De wielrenners vertrekken woensdagmorgen,  onder aanvoering van Wim Houben,  naar Utah Beach in Normandië. Van daaruit beginnen ze vrijdag aan hun 800 kilometer lange fietstocht naar Groesbeek waar de aankomst gepland is op 5 mei  bij de bevrijdingsactiviteiten bij het bevrijdingsmuseum. De wielrenners kregen van de burgemeester een kistje met lokale producten mee. Het was de bedoeling dat dit kistje zou worden overhandigd aan de staatssecretaris van veteranenzaken en herdenkingen in Parijs, maar dit kan niet door gaan omdat deze dan niet aanwezig is. Er wordt nu gezocht naar een ander  (belangrijk) persoon die het in ontvangst kan nemen. Tijdens de  fietstocht komen de wielrenners langs plaatsen die in de periode tussen 6 juni en 24 september tijdens de bevrijding van Europa een rol hebben gespeeld. Evenals het vorig jaar is aan deze fietstocht een goed doel gekoppeld. Dat is dit jaar ‘Sjors Sportief ‘ van Forte Welzijn, dat als doel heeft dat de jeugd deel kan nemen aan alle soorten van sport.  En als er liefhebbers zijn om mee te fietsen.  Op 5 mei, om 13:00 uur vertrekken ze bij Motel Koolen, Tolschestraat 1,  Velp/ Grave.  Via het Kazemattenmuseum en de route van onze bevrijders fietsen ze het laatste stuk van de  tocht vanuit Normandië naar het Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944-1945 in Groesbeek.  Het wordt geen race.

v.l.n.r Wim Houben, Lucie Godschalk, burgemeester Mark Slinkman, Piet Visser en Henk Godschalk. Niet op de foto maar wel bij het team, Pedro Peters en Gerda Hermsen

De planning is om op 5 mei via Grave naar Groesbeek te fietsen. Als we het Bevrijdingsmuseum bereiken zit onze tocht erop en zijn onze benen bevrijd van de constante druk om tegen de wind in, met de wind mee te trappen of even aan te zetten voor een volgende klim. Tijdens de laatste rit zijn er 2 geplande tussenstops. Net als vorig jaar zullen we Motel Koolen aandoen en daar genieten van koffie, een broodje en zoals altijd van een hartelijke ontvangst.
De 2e geplande tussenstop zal bij het Kazemattenmuseum in Grave zijn. Dit museum ligt net voor de brug, deze speelde een hele belangrijke rol in WO II. Het volgende stuk vertelt het verhaal van de verovering van de Maasbrug bij Grave in 1944.

 

Op 10 mei 1940 werd de Maasbrug bij Grave deels opgeblazen door de Nederlandse politietroepen die in de beide kazematten bij de brug de opdracht hadden zolang mogelijk de vijand tegen te houden. Men kon niet op tegen de overmacht van Duitsers die Grave op 10 mei bezette en een pontonbrug legden. Daarna werd er op het gebouw van het sluizencomplex, op kazemat Noord en kazemat Zuid een luchtafweergeschut (FLAK) gezet. In 1941 werd de brug onder toezicht van de Duitse bezetters hersteld.

In 1944 was de brug bij Grave een belangrijke overgang voor de geallieerde grondtroepen die vanuit het zuiden, over Hell’s Highway, richting Nijmegen moesten trekken. Het was van het grootste belang eerst de brug met behulp van Amerikaanse parachutisten te veroveren. Op 17 september 1944 rond 10 uur werden de inwoners van Grave opgeschrikt door een hels lawaai van vliegtuigen.

Men zag vliegtuigen die rookpotten voor markering wierpen en jachtvliegtuigen, daarbij ook 6 B. 17’2 van de 92th Brigade. Vanuit een hoogte tussen de 5.600 en 5.800 meter werd de lading die bestond uit 179 M81 splinterbommen afgeworpen.
Bij de brug werd de woning van de stuwmeester Schreurs getroffen. Zijn vrouw werd daarbij dodelijk geraakt. Schreurs zelf raakte gewond door een scherf in zijn been dat later moest worden afgezet.

Direct daarna volgde er een luchtvloot van 474 Dakota’s met gliders die de 82e Amerikaanse Airborne divisie vervoerde om in de omgeving van Nederasselt te worden gedropt. Enkele kilometers voor Grave draaiden daarvan elf Dakota’s naar het noordwesten en vlogen naar de dropzone bij het kerkdorpje Velp.
Parachutisten van de ‘Echo-compagnie van het 504e regiment onder leiding van kapitein van Poyck werden gedropt om de zuidelijke oprit van de Maasbrug aan te vallen.

Luitenant John S. Thompson, pelotonscommandant van Van Poyck, ziet als hij wil springen, onder zich een groep huizen en een kerktoren van (oud) Velp. Hij wacht omdat hij de brug niet ziet, tot deze obstakels voorbij zijn, dan springt hij met zijn 15 man en komt door deze aarzeling op minder dan 700 meter van de Maasbrug terecht en wel midden in de Mars- en Wythpolder. Doordat radiocontact met de Echo-compagnie, die in het kerkdorp Velp gesprongen is, onmogelijk blijkt, stuurt luitenant Thompson, Perry naar kapitein Van Poyck met de mededeling dat hij meteen is opgerukt naar de zuidelijke oprit van de brug. Luitenant Thompson, van het verrassingselement gebruikmakend, stoot door naar een groot gebouw op de dijk, wat werd aangezien als een krachtcentrale maar het gemaal “Van Sasse” blijkt te zijn. Stormenderhand wordt het gemaal veroverd, waarbij 5 Duitse soldaten sneuvelen die naar de brug wilden ontsnappen.

De weg van het gemaal “Van Sasse” naar de brug ligt dan onder het vuurbereik van een 20mm Flakgeschut dat pal tegenover op de zuidelijke kazemat staat. Om de zuidelijke oprit van de brug te kunnen bereiken, moeten de 15 para’s nu door het kanaal (de Raam). Dit kanaal ligt wel in het schootsveld van de Duitse mitrailleuropstelling, maar door een .30 Browning op de dijk te plaatsen wordt dekkingsvuur gegeven.

Hierdoor kunnen de parachutisten veilig door het, tot aan het middel reikend water, van het kanaal waden. Diepe kuilen zorgen dat verschillende para’s kopje onder gaan. Nu komt de groep achter de lage dijk uit, die van het gemaal naar de Rijksweg loopt. Hier kan het Flakgeschut dat op kazemat Zuid staat de Amerikanen niet bereiken en schiet over hen heen. Bij de zuidelijke oprit aangekomen is het Flakgeschut nog steeds actief, maar een schutter van de groep parachutisten schakelt met een bazooka het geschut uit en zo wordt kazemat Zuid veroverd. De para’s constateren dat het Flakgeschut op Zuid nog intact is en gebruiken het nu tegen de Duitsers op de brug en de Noordelijke kazemat.

De para’s van Luitenant Thompson zijn nu op de zuidelijke oprit van de Maasbrug, maar opeens verschijnen uit de richting Grave twee vrachtwagens met Duitse infanterie. De eerste wordt door de Amerikanen van de weg geschoten, de andere stopt en de infanteristen verspreiden zicht langs de weg. Na een kort maar hevig vuurgevecht trekken de Duitsers zich op Grave terug.

Een half uur na de landing is het zuidelijke bruggenhoofd van de Maasbrug in Amerikaanse handen. Twee compagnieën van het 2e bataljon van het 504e regiment onder commando van majoor
Ed Wellens zijn direct na de landing in Nederasselt de aanval op het Noordelijk hoofd van de Maasbrug begonnen. Ze wisten dat de brug ondermijnd was en het de bedoeling van de Duitsers was de brug op te blazen. Ze weten de draden door te knippen.

Het is 15.30 uur, 17 september wanneer een patrouille van het 2e bataljon, ondanks Duits storingsvuur, over de Maasbrug komt en contact maakt met de groep van John Thompson.