11 maart 2011

Steenfabrieken in de Ooijpolder

Dagblad de Gelderlander had deze week een artikel over de steenfabrieken in de Ooijpolder. Ooit stonden er vanaf Nijmegen tot Millingen aan de Rijn diverse steenfabrieken, maar daarvan is momenteel nog maar één in werking zijnde steenfabriek over. Wienerberger in Erlecom.Deze laatste produceert  nu meer stenen dan alle andere steenfabrieken vroeger samen. De gemeente Ubbergen wil nu, als de fa. De Beijer vertrekt, omdat ze plaats moet maken voor “ruimte voor de rivier”, de oude steenfabriek, waar het bedrijf in gevestigd was, aanwijzen als monument. zie de foto’s van steenfabrieken. (komen nog meer)

IMG_Vlietberg_1973_copy

Bron: De Gelderlander:
OOIJ/ ERLECOM –
Van de ooit zo bloeiende steenindustrie langs de grote rivieren is tussen Nijmegen en Millingen welgeteld één echte steenfabriek overgebleven. Alleen bij Wienerberger in Erlecom staan de tassen bakstenen nog hoop op­gestapeld.

Nog tot lang in de vorige eeuw stonden hier de fabrieken met hun traditionele, hoge schoorsteen­pijpen, flank aan flank. Het waren er meer dan tien in de Ooijpolder Klaverland, R. Janssen, Bouw­kamp 1 en 2, de Vlietberg: het zijn namen die in het collectieve geheu­gen van de polderbewoners zijn ge­grift. De zeer bruikbare rivierklei en de industriële revolutie zorg­den enkele eeuwen voor veel werk­gelegenheid. Een groot deel van de polderbevolking werkte op de steenfabriek.

Enkele monumenten zijn er nog maar overgebleven, zoals de veldo­ven in de Groenlanden en het bruggat, een viaduct voor kleitrein­tjes onder de Spruitenkamp door.

En dan zijn er nog her en der res­tanten van de fabrieken en hun ho­ge pijpen.

Was er decennialang ook andere industrie op die terreinen te vin­den, langzamerhand verdwijnt die nieuwe bedrijvigheid om plaats te maken voor natuur of waterber­ging om hoogwater op te vangen.

Zo is van de Vlietberg, onder de rook van Nijmegen, nu alleen nog die ene hoge pijp over. De milieu­beweging, gesteund door het pro­vinciebestuur, heeft ervoor ge­zorgd dat de puinbreker van de fir­ma Van Wijk die op het voormali­ge steenfabriekterrein was geves­tigd, is ontmanteld. Ook van Klaverland, helemaal aan de andere kant van de dijk in de Millingerwaard, staat alleen die pijp er nog. Een enclave van enke­le woningen is gebleven, waaron­der ook de populaire Millinger Theetuin.

Op een ander fabrieksterrein is sinds jaar en dag de legerdump Re­omie gevestigd. Ook hier staat de schoorsteenpijp nog steeds op het terrein.

De Stichting Van Steen en Natuur heeft die in 2006 laten restaureren. De stichting wil herinneringen aan de bloeiende steenindustrie le­vend houden en industriële monu­menten bewaren.

Nieuw monument, geen geldDe oude steenfabriek in Ke­kerdom, op het terrein van De Beijer, moet bewaard blijven. Maar wie betaalt straks het onderhoud van het nieuwe monument?
en oude schoorsteen en een overkapping van een oven van steenfabriek Ter­windt en Arntz in Keker­dom worden monument.

Een groot probleem is echter wel dat het bijzonder lastig is er een nieuwe bestemming aan te geven.

Daarmee zouden het beheer en on­derhoud verzekerd zijn.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Ubbergen hebben een procedure in gang gezet om dit industrieel erfgoed in de Keker­domseWard, op het terrein van steenhandel De Beijer, te behoe­den voor sloop door er een ge­meentelijk monument van te ma­ken. De eigenaar – die binnen en­kele jaren vertrekt – krijgt eerst nog de kans er zijn licht over te la­ten schijnen; daarna wordt de knoop pas echt doorgehakt.

Het monument in spe ligt in de Millingerwaard, een gebied dat in het kader van Ruimte voor de Ri­vier op de schop gaat. Om de Waal bij hoogwater makkelijker te laten doorstromen, wat zorgt voor een verlaging van de waterstand, worden de uiterwaarden afgegra­ven.

Dat op zich is geen bedreiging, constateert projectleider René Tank van Dienst Landelijk Gebied, want de gebouwen liggen op een hoog terrein. „Wat het graven van de nevengeul betreft hoeven we niet in de buurt te komen. En be­houd ervan heeft ook geen in­vloed op de planontwikkeling.”

Het probleem is dat het monu­ment straks op een schiereiland ligt en daarmee moeilijk bereik­baar is. „Daardoor kunnen we geen goede beheersafspraken hier­over maken.” Staatsbosbeheer is de ‘beoogd eind­beheerder’ voor het hele gebied, zoals Tank het formuleert. Maar deze instantie, constateren B en W, wil niet de zorg voor de schoor­steen en de ovenoverkapping op zich nemen. „Een belangrijke re­den”, stelt Gerrit van Scherren­burg van Staatsbosbeheer, „is dat je er wel een monument van kunt maken, maar de vraag is wie dat gaat onderhouden en betalen.”

Staatsbosbeheer, dat het financieel toch al zwaar heeft, dus niet. „En er een bestemming aan geven ligt niet voor de hand vanwege de plek die het krijgt.”

De gemeente heeft besloten de ge­bouwen versneld aan te wijzen als monument om sloop te voorko­men nu een nieuwe bestemming ‘haast onmogelijk’ lijkt. Daar wordt echter wel naar gezocht, ook in contacten met onder ande­re de stichting Van Steen en Na­tuur, maar dat heeft tijd nodig, al­dus B en W. De schoorsteen en de ovenover­kapping behouden is volgens het college ook zeer gewenst omdat ze deel uitmaken van een ‘snoer van restanten van steenfabrieken’. Des­kundigen constateerden in 2002 al dat langs deWaal in de Ooijpolder sprake is van een ‘uniek geworden steenfabricagelandschap’.