3 september 2009

De Vink bestaat 50 jaar

De Vink bestaat in september 50 jaar. In 1959 hebben Wiel en Ger Vink een nieuw bedrijf in Ooij geopend, waar ze met banket en ijs begonnen. Daarna kwamen er een cafetaria en een café bij en werd het steeds verder uitgebreid. Pierre en Diana Vink namen in 1993 het bedrijf over en bouwden er een feestzaal en een restaurant bij. Door de toegenomen drukte werden Casper en Rosita Willems in 2000 compagnons van Pierre en Diana.Op de zaterdag van de kermis, 12 september a.s., zal dit jubileum gevierd worden in de kermistent. Van 19.15 tot 20.45 uur is er een receptie met aansluitend een feestavond met het orkest "Vibe". En daar is natuurlijk iedereen welkom.

Bij De Vink begon ’ t met een stiekem pilsje

door Geert Willems (Bron: De Gelderlander)
Hoeveel verbouwingen er zijn geweest sinds het begin in 1959? De familie Vink is zelf de tel een beetje kwijt geraakt. „Mis­schien wel vijftien”, schat oprich­ter Wiel Vink. „Nog dit jaar heb­ben we ervoor gezorgd dat het bil­jart in het café naar beneden kan zakken”, vult zijn zoon Pierre aan.
„Er zijn mensen die een beschei­den feestje willen geven en dan is de zaal achter te groot. Het café is dan precies goed.”
Om een horecazaak in Ooij te run­nen moeten ondernemers zich voortdurend aanpassen aan de laat­ste ontwikkelingen. Pierre: „Het ca­fébezoek staat nu onder druk, me­de ook door het rookverbod. Dus gaan we op zoek naar andere kan­sen. Het toerisme bijvoorbeeld. Er komen inmiddels veel mensen eten en drinken die in het hotel hiernaast logeren of bij een bed & breakfast in het dorp. Maar we zijn ook officieel ‘fietspunt’, om­dat iedereen hier een pomp en een plaksetje mag komen lenen.
En we krijgen binnenkort een op­laadpunt buiten voor elektrische fietsen.”
Zo ingewikkeld was het vijftig jaar geleden allemaal nog niet toen Wiel uit Leuth naar Ooij verhuis­de om brood en gebak begon te verkopen. Zijn vader was bakker in Leuth. „Het huis hebben we hier zelf gebouwd”, vertelt Wiel die toen nog een piepjonge vrijge­zel van 22 jaar was. „In de garage bakten we friet en we verkochten ook ijs. Maar al snel vroegen de klanten of ze niet ergens konden zitten. Zo veranderde de huiska­mer meteen al in een lunchroom.
Mijn moeder stond erbij te kijken, dat weet ik nog, en die zei: ‘Ach jong, je slaat de hele boel kapot’.”
Ze zou in de loop der jaren wen­nen aan alle verbouwingen. Want toen de frietklanten eenmaal in de lunchroom zaten, wilden ze er ook wel een borrel bij drinken.
Wiel: „ Of ze riepen: ‘ Hé, krijgen we geen pilsje?’ Eerst kwamen ze dan stiekem achterom, maar in 1961 zijn we officieel met het café begonnen.”
Een glaasje Stella Artois bij De Vink kostte in die tijd nog 35 cent. Inmiddels stroomt er Heineken uit de tap. De prijs voor een groot fluitje is nog steeds vriendelijk dorps: 1,75 euro.
In 1990 kwam Wiels oudste zoon Pierre in de zaak. Eerst in loon­dienst, om z’n ouders te helpen die het steeds drukker kregen. „Ik zat al op de hotelschool, ik wilde de horeca in. Maar ook de andere vier kinderen hielpen mee. M’n va­der had eigenlijk liever niet dat ik de zaak overnam.” „We wilden niet uitbreiden”, legt Wiel uit.
„Het was goed als we er met z’n tweeën van konden leven.”
Maar Pierre had andere plannen. In 1993 nam hij de zaak toch over.
Al snel kwam er een grote zaal aan de achterzijde bij. „ Er was vraag naar”, vertelt Pierre. „Mensen uit Ooij gingen voor feesten en par­tijen naar Leuth.” Later kwam er een restaurant op de eerste verdie­ping en meldde kok CasperWil­lems zich met zijn partner Rosita als compagnon in familiebolwerk De Vink. „ Nu zijn de zaal en het eten onze belangrijkste bron van inkomsten”, volgens Pierre. „Maar we moeten op meer paarden wed­den. Sinds kort ontvangen we ook busgezelschappen. Dat kunnen er wel meer worden.”