De dokter brengt al dan niet tijdelijk de rust terug en de pastoor zorgt voor de eeuwige rust als de dokter is uitgewerkt. Collega’s in de kunst zogezegd. Al een tijd geleden kwam er vaker een vervanger, door sommigen een placebo genoemd, omdat de dokter het wat rustiger aan ging doen. Maar rond de Kerst werd de echte datum duidelijk: 31 maart 2007 voor de laatste keer dokter de Wit. Mensen maakten in de spreekkamer gewag van hun ongerustheid door te vragen hoe het nu verder moest. “Maar”, sprak onze medicijnman dan, “mevrouw maakt u zich niet druk, op 31 maart schenken mijn vrouw en ik een borrel voor iedereen die dat wil en dan beloof ik u dat ik een charmante opvolger zal voorstellen". Maar de oudere dame was niet snel uit het veld geslagen. “Ik hoop niet dat hij meer voorkomend dan genezend zal zijn.” Met een glimlach van verstandhouding op beider gezichten verdween zij uit de spreekkamer. De dokter gaat nu dus echt weg, “wat nu?”, gonsde het door Ooij. Er moest iets gebeuren, maar wat? In ieder geval iets moois. De mensen van het Ooijse Koninginnedagcomité vonden dat ook en stelden de mensen voor samen iets te gaan doen, maar de dokter mocht het niet weten. Zij namen mevrouw de Wit in vertrouwen en de zaken waren gauw geregeld. Het moest iets worden voor in huis, een kunstwerk van een Ooijse kunstenaar als herinnering aan de mensen van Ooij. Maar een kunstenaar kan niet van de wind leven en goede verf en linnen zijn ook duur, maar alles bij elkaar gelegd moest er iets kunnen komen. Wel liet mevrouw de Wit doorschemeren dat de dokter niet zo van poespas hield, maar dat doen ze in Ooij zelf ook niet maar er zijn in ons goede dorp toch nogal wat Bourgondiërs en dus.. “schouders er onder en we kijken wel waar we uitkomen”, werd het devies. Er begon een sfeer van samenzweerderigheid te ontstaan tussen mevrouw de Wit en de rest van het dorp en de dokter wist van niets… Zorgvuldig hield zij alle folders weg. Hij voelde wel dat er iets broedde maar toen het allemaal ging gebeuren, verraste het hem volslagen. Immers zo eenvoudig als de dokter altijd gewerkt had, zo uitbundig werd zijn afscheid. Alles werd uit de kast gehaald. Een optocht met muziek van de Ooijse Toekomst, met de Schutterij met een prachtige koets, een rondgang door het dorp een vendelhulde bij De Vink, de toespraak van Kees Rijk, arts tegen arts met de nodige medische grappen, een concert van de Ooijse Toekomst, een zanghulde met zelfgemaakte tekst van het Seniorenkoor “Zingen doet leven”, onder leiding van Jan Habraken, een ontroerende samenzang van het kinderkoor onder leiding van Ria Leurs en ga zo maar door. De optredens moesten soms worden stopgezet of uitgesteld omdat er anders teveel mensen op straat moesten blijven staan. Meer dan een half uur later dan gepland kon de dansgarde van de Deurzakkers zijn opwachting maken met een prachtige toespraak van President Zeger Stappershoef , dit als opmaat voor de onthulling van het kunstwerk door de dokter en zijn vrouw zelf. De aanbieding geschiedde bij monde van Jan Donderwinkel, de Ooijse dichter des Vaderlands met een fijnzinnig geschreven: “Ode aan De Wit”. Ook kunstenaar Paul Offermans genoot zichtbaar toen zijn kind van linnen en verf in de schijnwerpers kwam. Een mooi stukje werk dat de huiskamer van de dokter gaat opsieren, uitgevoerd in warme kleuren. Leo Looijschelder bood namens de Ooijse mensen nog een cheque aan waar de dokter nog iets moois mee kon doen. Maar U weet hoe dat gaat. Goede dokters als de Wit zijn meer gewend om te geven dan om te krijgen, dus hij zou het geld aan een goed doel schenken, aan het verenigingsleven in Ooij.( Op 19 april vindt hierover overleg plaats met de dokter en zijn vrouw). Ontroerd en ook wel een beetje overdonderd door zo’n uitbundig afscheid rondde hij af met een welgemeend “beste mensen het was geweldig, het was hartverwarmend, mensen heel hartelijk dank en tot ziens als ik vanaf maandag moet uitzoeken waar de boodschappen staan in de winkel.” Bij het weggaan zei Leo Looijschelder zeer aangenaam getroffen te zijn door de wijze waarop de Ooijse mensen hun dokter hebben bedacht. De nieuwe geneesheer, Arno Krijgsman, stond er met zijn vrouw ook wat beduusd bij. Hoe zou het hem over dertig jaar vergaan? Piet Soerier.
|