27 augustus 2006

Europees Koningschieten in Heeswijk

dscf7359  Zaterdag vond in Heeswijk-Dinther in de provincie Noord Brabant het 15e Europees Schutters Treffen plaats. Dit festijn wordt om de drie jaar ergens in Europa gehouden. Ruim 500 Schutters- en Gildenkoningen deden aan dit treffen mee en schoten gezamenlijk op 9 vogels op palen. De winnaars van deze wedstrijden gingen door naar het echte Koningschieten, samen met de twee schutters, die voor hen kwamen en de twee schutters die na hen kwamen.  Ook de schutterijen uit Ooij, Beek en Millingen aan de Rijn deden aan het schutterstreffen mee. De koning van Millingen , Herman Drenth , mocht ook aan het officiele koningschieten mee doen. De uiteindelijke winnaar werd de Poolse koning  Tadeusz Zyla  van Kurkowe Bractwo Strzeleckie. Hij mag zich de komende drie jaar Europees Schutterskoning noemen. Zondag zal de grote optocht met honderden schutterijen en gilden plaatsvinden. zie de foto's 

 


 

Overdonderend Europees Schutterstreffen in Bernheze levert Poolse Koning.

Ooijse Keizerin raakt vast in Heeswijkse modder.

Het Europese Koningschieten voor Schutterijen en Gilden vond dit keer plaats in Nederland, in het land van de 200 Gilden, Noord Brabant. De organiserende Gilden uit de gemeente Bernheze en de buurtvereniging rondom het kasteel Heeswijk tekenden voor de overigens uitstekende organisatie om meer dan 500 verenigingen en delegaties van Europese Schutters en Gildenbroeders te kunnen ontvangen. Ze kwamen, rijk en arm, kleurig en fleurig, ontwapenend gewapend, met kruit en fluit. Zij verleenden indertijd kleur en fleur aan de door velen als grijs en grauw ervaren Middeleeuwen. Immers in de Middeleeuwen is in ons deel van de wereld veel van de kennis uit de Griekse en Romeinse Tijd verloren gegaan. Pas in het tijdperk van de Renaissance kwam hier weer verbetering in. In het Midden Oosten wisten toentertijd de Arabieren wel de wetenschap en kunsten uit de Oudheid te bewaren en via hen kreeg men in West Europa de eertijds verworven kennis weer in huis. Het is alsof de gilden hiervan geleerd hebben. Zij hechten nog heel sterk aan traditie, een manier om bestaande kennis in ere en bij de tijd te houden. Pregnant kwam dit ook naar voren in de aan de Gilden gewijde tentoonstelling in het Kasteel Heeswijk. Tijdens zo'n bezoek heb je toch het gevoel van "Eeuwen kijken op U neer". Het kasteel is dan ook al in 1080 opgericht, eerst als motte-burcht. Later werd het een "echt kasteel", zelfs de "Gouverneur", de commissaris van de Koningin, van Brabant, zetelde er. Het kasteel is gelegen in een prachtig gebied, met ruime uitzichten en veel plaats voor een "schootsveld" in de dubbele betekenis van het woord dit keer. Eigenlijk was er dus nauwelijks een betere plaats denkbaar om dit Schutters- en Gildetreffen gastvrijheid te verlenen. Het bezoek aan de tentoonstelling en het kasteel, waren eigenlijk de beste "opmaat"om dit schitterende gebeuren mee te gaan maken. Het koningschieten is natuurlijk prachtig. Al die mensen vorstelijk uitgedost, ieder gekleed en gekleurd naar zijn streek en land van herkomst. Vooral de Polen zagen er in hun klederdracht welke deed denken aan de Steppenvorsten uit Siberië, welke indertijd Polen hebben veroverd, indrukwekkend uit. Veel fotografen, "schoten" hun plaatje voor het thuisfront. En zoals echte vorsten betaamd lieten zij zich dit geduldig aanleunen en via hun tolken beantwoordden zij met geduld de vragen van de omstanders. Onze Koningin Wilma van de Ooijse Eendracht mocht er ook zijn met haar prins-gemaal, Theo Reijnen. Zij schoot drie ronden mee om van vijfhonderd schietende koningen het aantal kandidaten terug te brengen tot ongeveer 50 om op een vogel, de Europese koningsvogel, te kunnen schieten. Koningin Wilma kon niet meer meedoen aan de laatste ronde, jammer maar toch….meedoen is net zo belangrijk als winnen. Nadat bekend was dat de nieuwe Europese Koning Tadeusz Zyla is, ging de hele stoet in optocht naar de Kersouwe, het bekende openluchttheater van Heeswijk. De ook buiten Brabant bekende schrijver Antoon Coolen schreef er zelfs toneelstukken voor. Zijn boek "Het kleine Rijk"is wat mij betreft verplichte literatuur voor jonge ouders. Alle gekke dingen die de komst van zo'n kleine met zich brengt, staan er ontwapenend prachtig en herkenbaar in beschreven. Na de Mis, natuurlijk het uitbundige feest, zelfs op onze camping tot ver voorbij het nachtelijk uur aan toe en natuurlijk 's morgens gewekt worden met een "kanonschot", we waren immers met schutters onder elkaar! Vooral de Duitsers maakten er veel werk van. Hun voorzitter/commandant had een groot doek opgehangen met de volgende tekst "Der Hauptmann grüsst die Schützen". Onze Commandant Mies Reijnen en onze voorzitter deden het wat bescheidener. Dan het hoogtepunt van de drie dagen ontmoetingsfeest de 4 kilometer lange optocht door de dorpen en het defilé langs de eretribune. Prachtig en indrukwekkend. Maar de deelnemers moesten wel karakter tonen. Immers een paar zware buien met onweer ontlaadden zich boven de stoet en op het starterrein. Dit laatste werd zo drassig dat dit voor rolstoelers een niet te nemen barrière was. Onze keizerin Thema Arnts-Loeffen, toch niet voor een kleintje vervaard, wenste na een weekje ziekenhuis via een rolstoel toch mee te doen aan dit Grote Gebeuren. Ondanks het duwvermogen van een van de sterkste mannen van Ooij, moest zij met pijn in het hart de elementen van regen en modder de zege laten. Bij het defilé zagen we haar terug, gelukkig op de eretribune en zo hoort het ook. Opvallend was dat ook veel oudere Gildenbroeders en -Zusters, soms steunend op de jongere garde, toch meededen aan de feestelijkheden van schutters onder elkaar. Broederschap, Trouw en Dienstbaarheid brengen deze warmte toch met zich. Of zoals de Gildententoonstelling dit verwoordde: "Verwantschap, Broederschap, Eer, Prestige en Traditie". Bernheze, het was indrukwekkend, bedankt, mensen, tot over drie jaar in Kinrooi, in België, juist over de grens bij Weert en Tungelroy. Of wij er als individu zullen kunnen zijn weet niemand, maar onze vereniging zeer zeker, tenminste "als God het wil", zeiden de Middeleeuwers al. Gerard Karnebeek, (pers)officier, Schutterij Eendracht Ooij.