

Bij oorlogsmonument De Schommel in de Marikenstraat hield burgemeester Hubert Bruls een toespraak waarin hij terugkeek, maar ook een boodschap had voor de toekomst: ‘Ons niet van ons pad laten brengen, en vooral: elkaar vasthouden’. ,,Te midden van een onrustige wereld staan wij hier nu samen stil, bij een gebeurtenis op 22 februari 1944 die onze stad voor altijd heeft veranderd”, begon Bruls zaterdagmiddag zijn speech bij het monument. Voor menigeen die het overleefde, is het bombardement nog steeds een levende herinnering. Een noodlottige gebeurtenis die diepe sporen naliet, volgens Bruls. ,,Het verdriet, de pijn, de verwoesting en ontreddering waren onvoorstelbaar.” ‘Nijmegenaren zichzelf en de stad weer tot bloei gebracht’ De burgemeester stond ook stil bij de wederopbouw van het stadscentrum. ,,Zoals de vernielde Stevenstoren weer trots boven de stad uittorent, zo hebben de Nijmegenaren zichzelf en de stad weer tot bloei gebracht.” Hij roemde de veerkracht van de mensen. ,,Maar veerkracht gaat niet als vanzelf. En het betekent niet dat al het oorlogsleed vergeten en vergeven is”, aldus Bruls. De littekens die rouw, angst, leed en verdriet hebben veroorzaakt, zijn generaties later nog voelbaar, weet hij.
‘Oorlogsdreiging nu een realiteit’
Bruls legde in zijn toespraak een brug naar het heden. ,,Ook in de tijd waarin wij nu leven, waarin oorlogsdreiging een realiteit is, hebben wij als individuen niet altijd invloed op wat er op ons af komt. Onze wereld blijft misschien niet wat hij de afgelopen 80 jaar is geweest. Het enige dat wij kunnen doen, is ons niet van ons pad laten brengen, ons voorbereiden voor zover dat kan, maar vooral: elkaar vasthouden.”