15 juli 2022

Gemeenteraad steunt Berg en Dalse boeren

Ondertekening in het gemeentehuis Berg en Dal.

Donderdag 14 juli 2022 hebben 6 raadsfracties, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berg en Dal en een delegatie van Berg en Dalse boeren gezamenlijk een brief ondertekend. In de brief verwoorden ze hun zorgen over de positie van de Berg en Dalse boeren. De brief is gericht aan minister van der Wal van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Ook vragen de ondertekenaars aandacht voor de haalbaarheid van de stikstofplannen van het kabinet. Maar de brief is met name een uitnodiging aan minister van der Wal om wèrkelijk in gesprek te gaan met de agrarische ondernemers en hen perspectief voor de toekomst te geven. De Berg en Dalse boeren zijn ook een petitie gestart waarmee ze steun vragen voor de inhoud van de brief. De petitie is inmiddels door ongeveer 500 personen ondertekend. 

Burgemeester Mark Slinkman
Burgemeester Mark Slinkman is blij met de goede dialoog tussen de Berg en Dalse boeren
en de gemeente: ”We zijn en blijven een plattelandsgemeente. Wat mij betreft maken we in
Berg en Dal een goede start in dit moeilijke dossier door als boeren en gemeentepolitiek
gezamenlijk op te trekken.” Daan Langeveldt, een van de woordvoeders van de agrarische ondernemers:
“Door open en eerlijke communicatie tussen de gemeente en haar agrariërs kijken we samen
naar een perspectief en haalbare doelen voor de toekomst. Nu nog de omliggende steden,
provincie(s) en het Rijk overtuigen van een andere aanpak tijdens deze stikstofcrisis.”
Gesprek 4 juli
Op 4 juli jl. sprak het college van burgemeester en wethouders al met een zo’n 150 Berg en
Dalse boeren. De bijeenkomst was op initiatief van het college. Tijdens deze positieve en constructieve bijeenkomst is besloten om samen een brief op te stellen.

De Brief:

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
T.a.v.. mw Ch.van der Wal – Zeggelink
Bezuidenhoutseweg 73
2594 AC Den Haag
Onze gegevens
Behandeld door Mr. M. Slinkman
Verzonden op 14 juli 2022
Onderwerp: Zorgen Berg en Dal en uitnodiging
Pagina 2 van 3
Het is belangrijk dat op de kortst mogelijke termijn een reëel beeld ontstaat van de
uitstoot. Er zitten niet zelden grote verschillen tussen de afgegeven vergunningen en de in
de praktijk gehouden aantallen dieren. Wij noemen als voorbeeld de kippenfarm aan de
Dennenkamp in Groesbeek. De vergunning bood de mogelijkheid om 291.200 kippen te
houden. In werkelijkheid is de bedrijfsuitoefening al jaren geleden voorgoed gestaakt, en
vindt in het complex nu caravanstalling plaats.
Via diverse media wordt het beeld geschetst van de veehouderij als een rupsje-nooitgenoeg, die voor een gestaag groeiende stikstofdepositie verantwoordelijk is. Binnen de
gemeente Berg en Dal vindt echter al meerdere decennia een zeer forse afbouw plaats.
Terwijl het aantal melkkoeien gelijk is gebleven sinds 2000, is het totaalaantal runderen
dat in onze gemeente gehouden wordt met 30% afgenomen. Het aantal gehouden kippen
is daarnaast sinds 2000 met 67% gedaald, het aantal varkens met 73%, en het aantal
geiten zelfs met 76%. Dit alles volgens de statistieken van het CBS.
Deze enorme aantallen vertalen zich ook in het aantal actieve agrarisch ondernemers in
de gemeente: het aantal bedrijven is sinds de eeuwwisseling gehalveerd. Naar
verwachting zal deze trend zich ook doorzetten.
Binnen de gemeente Berg en Dal is er in dezelfde periode een afname geweest van 716
hectare in het areaal van onze beschikbare landbouwgrond. Procentueel weergegeven
bedraagt deze afname maar liefst 20%! Van deze “vrijkomende” grond is 568 hectare in
gebruik genomen voor woningen, industrie en infrastructuur.
Het resterende deel, zo’n 149 hectare grasland, heeft een natuurbestemming gekregen.
Aan de ontwikkeling van deze natuur hebben de agrarische ondernemers een belangrijke
bijdrage geleverd, en zij dragen nog steeds wezenlijk bij aan het onderhoud ervan. Het is
van belang dat zij door het meewerken aan uitbreiding van natuurgebied door regelingen
als het Natuurnetwerk Nederland geen extra nadeel ondervinden in hun bedrijfsvoering.
De Nederlandse agrarisch ondernemers hebben na de Tweede Wereldoorlog al meerdere
grote transities doorgemaakt. De mechanisering van de landbouw, de ruilverkaveling, de
door de overheid gestimuleerde schaalvergroting, de daaruit voortvloeiende melk- en
mestquota en ga zo maar door.
We hebben er dan ook vertrouwen in dat ook de aanpak van de stikstofproblematiek
gezamenlijk tot een goed einde kan worden gebracht. Vanuit een hersteld vertrouwen
moeten haalbare doelen worden gesteld, en een reëel perspectief worden geboden. De
gemeente Berg en Dal is graag bereid daarin ook een rol op te pakken, onder andere in
het ruimtelijk beleid.
Hoewel voor de stoppende agrarisch ondernemers goede faciliteiten moeten worden
geboden, denken we voornamelijk aan de jonge agrarisch ondernemers die door willen
gaan. We willen nadrukkelijk geen kaalslag van het platteland. Er moet een
langetermijnvisie liggen met het oog op innovatie & techniek, mogelijkheden voor
uitbreiding van het agrarisch bedrijf en er moet ook voldoende gelegenheid zijn voor
nevenactiviteiten. Hierbij geldt dat een camping of horecagelegenheid op ieder resterend
boerenerf niet de oplossing is. In overleg en met toepassing van maatwerk zal moeten
worden bekeken wat wenselijk is. Als gemeente zijn we bij uitstek in staat om op
bedrijfsniveau het gesprek met onze agrarisch ondernemers te voeren.
Pagina 3 van 3
Daarnaast kan voor de agrarisch ondernemingen waar géén opvolging is, worden gedacht
aan het toepassen van de rood-voor-roodregeling op een grotere schaal. Het is niet ons
voornemen om overal in het landschap op de boerenerven clusters van woningen te zien
ontstaan. Beter dan een dergelijke verrommeling is het deze nieuwe woningen in en bij de
bestaande dorpen te realiseren. Het extra geld dat hiervoor benodigd is, zal het Rijk
kunnen bijdragen uit de voor het stikstofprobleem beschikbare miljarden.
Berg en Dal is in belangrijke mate een agrarische gemeente, en wil dat ook blijven. Ons
mooie landschap is in de loop van lange eeuwen mede gevormd door de landbouw. Ook
in de toekomst is een groene, duurzame en economisch rendabele agrarische sector
mogelijk, met de daarbij behorende florerende agrarische ondernemers, die van
essentieel belang zijn voor voedselvoorziening, landschaps- en natuurbeheer. Daarbij is
het van belang om opnieuw met alle betrokken partijen en sectoren in gesprek te gaan,
zodat er een integraal plan tot stand komt op basis van de uitgangspunten van
haalbaarheid en reëel perspectief.
Graag ontvangen wij uw reactie. Aangezien u bij uw vorige bezoek op 30 mei jl. Berg en
Dal een voorbeeldgemeente heeft genoemd, doen wij deze brief vergezeld gaan van een
uitnodiging om gezamenlijk een aantal agrarisch ondernemers te bezoeken.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van gemeente Berg en Dal,
De secretaris De burgemeester
E.W.J. van der Velde Mr. M. Slinkman