17 december 2017

Hoogste stand in de Rijn heeft Lobith bereikt.

Bericht van Waterpeilen.nl: Rustige week voor de boeg; einde hoogwatergolven in zicht . De hoogste stand in de Rijn heeft Lobith bereikt. In de Maas bevindt de hoogste stand zich nu in Noord Limburg. Vannacht en maandag passeert nog een regengebied, maar dat heeft weinig invloed meer op de waterstanden. De rest van de komende week verloopt grotendeels droog onder invloed van een groot hogedrukgebied dat zijn invloed tot over West Europa uitbreidt. De waterstanden zullen daarom na het passeren van de hoogwatergolven weer flink kunnen dalen.Vanaf het volgend weekend gaan lage drukgebieden op de oceaan het weer in de stroomgebieden van Rijn en Maas weer bepalen. Of dat gepaard gaat met veel neerslag is nu nog niet duidelijk. Een eventuele volgende stijging zal dan echter pas in de week tussen kerst en nieuwjaar plaats vinden.

Rijn stijgt vandaag nog een klein beetje

De waterstand is bij Lobith vandaag de 12,7 m gepasseerd en daar komt vandaag en morgen nog ca 10 – 15 cm bij. Gisteren steeg de waterstand bij Keulen nog wat, maar omdat de noordelijke zijrivieren van de Rijn inmiddels flink dalen, zal van die stijging niet veel meer overblijven. Ik kom daarom op een hoogste stand bij Lobith van rond de 12,8 m +NAP. Misschien dat de regen van komende nacht er nog een paar cm boven op plust. 

Met name de Moezel, die ca 30% van de Rijnafvoer verzorgt en andere zijrivieren in Midden Duitsland die goed zijn voor ca 20%, zijn nu al snel aan het dalen en die daling zal zich voort zetten in de Rijn stroomafwaarts van Koblnz. Vanuit Zuid Duitsland is nog wel een piek onderweg, die zich nu ter hoogte van Mainz bevindt, maar die zal verder naar het noorden langzaam opgeheven worden door de verminderde instroom vanuit de zijrivieren.

Voor Lobith verwacht ik daarom dat de waterstand na maandag weer gaat dalen, op woensdag wordt dan weer de 12,5 m onderschreden en op vrijdag de 12 meter. Gedurende het komend weekend daalt de stand dan verder naar 11,5 m. Of de daling zich daarna voort zal zetten is nog niet te zeggen, omdat dit afhangt van neerslag die na volgend weekend weer zal gaan vallen in het stroomgebied.

Gistermorgen begon de nevengeul bij Nijmegen juist te stromen (zie de foto’s). Dit gebeurt vanaf een waterstand die overeenkomt met die bij Lobith van 12,5 m +NAP. Op het moment dat het stromen begint, is goed het peilverschil in het water te zien. Het peil aan de onderzijde van de drempel is ca 50 cm lager. Dit is het peil van van de Waal ca 2,5 km stroomafwaarts, waar de geul weer in de Waal uitmondt. Het water dat door de geul stroomt, stroomt daar ook weer terug in de Waal. De geul zorgt er alleen voor dat het water makkelijk door het smalle traject ter hoogte van Nijmegen kan stromen.

IJssel en Vecht samen zorgen voor extra hoog peil in het IJsselmeer

In de IJssel neemt de afvoer vanuit de zijbeken, sinds de pieken in het midden van de week, nog steeds verder af.  En omdat de aanvoer vanuit de Rijn nog maar weinig stijgt, verwacht ik dat de piek in de IJssel niet veel hoger meer zal worden dan de huidige waterstanden. Dat geldt dan vooral voor het gedeelte stroomafwaarts van Deventer. Stroomop van Deventer komt er tot dinsdag nog 5 tot 10 cm bovenop de huidige stand.

In Overijssel stroomt nog een rivier Nederland binnen, het is de Overijsselse Vecht, die niet zo groot is als de Rijn of de Maas, maar toch wel veel kenmerken heeft van een kleine rivier. De Overijsselse Vecht ontvangt vooral veel water uit een gebied net ten oosten van Overijssel. Daar is in het begin van de week ook erg veel neerslag gevallen en daarom is er in de Vecht ook een hoogwater onderweg. De uiterwaarden in het Nederlandse traject van de Vecht, maar bv ook van een van de grotere zijrivieren, de Dinkel, zijn daardoor overstroomd. 

Op de site van RWS is voor een aantal stations langs de Vecht de waterafvoer af te lezen. Bij Ommen bedroeg deze eerder deze week 150 m3/s en bij Genemuiden waar de Vecht in het IJsselmeer uitmondt zelfs 300 m3/s. Samen met het water dat de IJssel aanvoert (bijna 800 m3/s), stroomt er nu dus bijna 1100 m3/s het IJsselmeer in. Met deze hoeveelheid zou het hele IJsselmeer in 1 dag bijna 10 cm stijgen. Maar doordat er gespuid wordt via de sluizen in de afsluitdijk wordt dit water ook weer zo snel mogelijk afgevoerd naar de Waddenzee. Er kan echter alleen gespuid worden tijdens eb en daarom lukt het niet om al het extra water op tijd af te voeren.

Het peil in het Ijsselmeer is daarom de afgelopen dagen langzaam gestegen en het staat nu ca 40 cm hoger dan het streefpeil voor in de winter. Door het hoger peil kan er wel langer gespuid worden, het duurt immers langer voordat de vloed buitengaats dit niveau heeft bereikt. Een voordeel is wel dat er nu geen harde noordwestenwind staat; dat zou het waterpeil op de Waddenzee extra opstuwen, wat de spui-tijd weer sterk zou beperken. Morgen wordt wel noorwestenwind verwacht, die dag zal het waarschijnlijk niet lukken om de rivieraanvoer op tijd weg te werken, maar later in de week komt dat weer goed als de wind draait, de zee weer terugzakt en ook de rivierafvoer afneemt.

Maaspiek nu in Noord Limburg

De piek in de Maas is Venlo al voorbij en zal vandaag via Noord Limburg naar West Nederland stromen. Onderweg is de piek wat water kwijtgeraakt en is nu nog maar ca 1125 m3/s hoog. Dit ondanks dat er in Limburg toch nog een aantal flinke beken in de Maas uitmonden, zoals de Geul, Geleenbeek en Roer. Deze extra aanvoer weegt echter niet op tegen de hoeveelheid water die de Maas onderweg opzijzet, bv in de Maasplassen nabij Roermond, die allemaal mee moeten stijgen met de waterstand in de rivier. Dit volume wordt dan onttrokken aan de Maas zelf waardoor de piek wat inzakt.

De waterstanden in de Ardense beken dalen nu snel en ook de Maas bij Borgharen is inmiddels onder de 1000 m3/s gekomen. De rest van de week zal deze daling zich doorzetten en aan het eind van de week verwacht ik dat de Maasafvoer weer in buurt van de 500 m3/s zal zijn gekomen. Wat er dan na hetkomend weeekend gaat gebeuren is nog niet te zeggen.

Stuwen in de Nederrijn/Lek en Maas worden gestreken

In Nederland zijn de Maas en de Nederrijn/Lek gestuwd. Dat wil zeggen dat er om de ca 30 – 50 kilometer een stuw in de rivier staat die het water als een soort van stuwdam 3 tot 5 meter opstuwt. Zo’n stuw is alleen maar nodig om er voor te zorgen dat er bij lage rivierafvoeren voldoende waterdiepte is voor de scheepvaart. Schepen vragen een diepte van ca 3 m en zonder stuwen zouden de Nederrijn en de Maas bij lage afvoeren daar soms onder zakken.

Als de afvoer stijgt, dan levert de rivier zelf voldoende water om die vaardiepte te kunnen garanderen en dan zijn de stuwen niet meer nodig. Als de afvoer stijgt worden de stuwen daarom gaandeweg gestreken. In Nederland zijn er twee typen stuwen:

A. stuwen die pas gestreken worden als het waterpeil benedenstrooms van de stuw door de toegenomen afvoer hetzelfde peil heeft bereikt als het stuwpeil bovenstrooms van de stuw. Dit type komen we vooral tegen in de Maas (op de stuw van Lith na). Bij de stuw van Belfeld bijvoorbeeld staat het peil benedenstrooms van de stuw op ca 11 m en bovenstrooms iets boven de 14 m. Als nu de afvoer door de hoogwatergolf stijgt, dan zien we de waterstand benedenstrooms langzaam stijgen, terwijl die bovenstrooms nog niet verandert (de rivier is daar namelijk veel dieper en de toegenomen afvoer vertaalt zich er alleen in meer stroming en niet in een stijging). Als dan het peil benedenstrooms ook tot ca 14 m is gestegen en gelijk staat met bovenstrooms kan de stuw eenvoudig gestreken worden. 

B. stuwen waar het bovenstroomse peil eerst moet zakken voordat de stuw geopend wordt. Deze stuwen vinden we vooral langs de Nederrijn/Lek en in de Maas bij Lith. Het waterpeil in het bovenstroomse pand is hier onder normale omstandigheden extra hoog opgestuwd en daarom kan er niet gewacht worden tot het benedenstroomse peil deze stand bereikt heeft. Als de rivierafvoer toeneemt laat de rivierbeheerder bij dit type stuwen het peil in het bovenpand daarom op een bepaald moment alvast wat zakkenzakken. Als dan vervolgens het benedenpeil ook deze stand heeft bereikt, dan kan de stuw gestreken worden.

Gistren en eergisteren zijn bij de meeste stuwen de streefwaarden bereikt waarbij ze gestreken worden. De Nederrijn/Lek stroomt daarom nu geheel vrij af. In de Maas zijn alle stuwen behalve die van Borgharen en Grave gestreken. Het is trouwens maar van korte duur want over een paar dagen, als de afvoer weer daalt, gaan de stuwen alweer dicht.

Bij de stuw van Lith gebeurde gisteren iets opvallends. Gewoonlijk laat men hier hier in het bovenstroomse pand het peil ca 50 – 75 cm zakken zodra de afvoer bij ca 1100 m3/s is gekomen. Vervolgens wacht men dan tot het benedenpeil (bij een afvoer van ca 1500 m3/s) ook dit niveau heeft bereikt, waarna de stuw gestreken wordt. Gisteren werd het peil bovenstrooms echter in een keer 1,5 m verlaagd toen de afvoer van 1100 m3/s werd bereikt. Dit leverde benedenstrooms van de stuw een kleine snelle stijging op. Bij het meetpunt van RWS stroomafwaarts van de stuw steeg de waterstand daardoor in korte tijd bijna 50 cm. Mogelijk heeft dit ook meegespeeld bij de veerpont die daar los is geslagen. Deze pont steekt juist stroomafwaarts van de stuw de rivier over.