2 oktober 2017

4 Oktober symposium ‘Water als wapen’

Op 4 oktober is er in het Nationaal Bevrijdingsmuseum een symposium met als thema ‘Water als wapen’. Het symposium gaat over de grootschalige onderwaterzetting van de Betuwe tijdens de winter van 1944-1945. Deze onderwaterzetting had enorme gevolgen voor de burgerbevolking in met name de Betuwe, de Ooijpolder en de Duffelt. Het symposium begint om 19.30 uur en de toegang is gratis. U moet wel reserveren. Dit kan via telefoonnummer 024-3974404 of via info@bevrijdingsmuseum.nl. Tijdens het symposium laten historici hun licht schijnen over het thema ‘Water als wapen’ dat ten onrechte lang buiten de schijnwerpers is gebleven. Zij doen dit vanuit Nederlands en Duits perspectief. De avond is een initiatief van het Bevrijdingsmuseum en de gemeente Berg en Dal, in samenwerking met diverse historische verenigingen in het Rijk van Nijmegen.

Sprekers en tafelgasten

  • Hans van der Wiel, regionaal historicus Ooijpolder en De Duffelt
  • Guus Versmissen, Exoduscomité Betuwe
  • Henk Termeer, algemeen en regionaal historicus (NL WO2 en Rijk van Nijmegen)
  • Wiel Lenders, directeur Bevrijdingsmuseum

Gebeurtenissen

De Slag om Nijmegen werd beslist op 20 september 1944 tijdens de legendarische ‘Waaloversteek’. De stad en haar omgeving werden echter frontgebied: een half jaar lang werd het gebied aangevallen door Duitse granaten en bommen. Daarna volgde in de winter van ’44-’45 een grootschalige onderwaterzetting die enorme gevolgen had voor de burgerbevolking in met name de Betuwe, de Ooijpolder en de Duffelt. Dit thema zal tijdens het symposium centraal staan.

De frontlinie ten noorden van de stad Nijmegen liep dwars door de Betuwe en was ten gevolge van hevige gevechten voortdurend in beweging. Uit angst voor een nieuwe grote geallieerde aanval zette de Duitse legerleiding op 2 december 1944 de Betuwe onder water. Wat overbleef was een sinister niemandsland op de plek waar ooit zo’n 60.000 mensen hadden geleefd. Zij moesten nu elders een heenkomen zoeken.

Niet alleen in de Betuwe gingen de gevechten door. Ook het gebied bij Groesbeek werd frontlinie en kwam derhalve onder hels vuur te liggen vanuit het Duitse Kleve en Reichswald. In totaal werden uit Groesbeek, Beek, Millingen en omliggende dorpen bijna 30.000 mensen geëvacueerd. Ook de Ooijpolder en de Duffelt kwamen voor een groot deel blank te staan. Het nog droge gebied aan de Nederlandse en Duitse kant, hier en in de Betuwe, lag bezaaid met veldgraven, kadavers, vernielde huizen en legervoertuigen. Honderdduizenden mensen in het Nederlands-Duitse grensgebied raakten op drift en moesten een half jaar lang schuilen en vluchten voor oorlogsgeweld en overstromingen.