22 februari 2016

Herdenking bombardement Nijmegen

Vandaag, 22 februari werd in Nijmegen bij het monument “De Schommel” het bombardement van 72 jaar geleden ( 1944) herdacht, waarbij ruim 800 burgers uit Nijmegen om het leven kwamen. De weersomstandigheden waren deze dag zodanig, dat veelvuldig van de paraplu’s gebruik gemaakt moest worden maar dat deerde de aanwezige bezoekers niet. Bij de herdenking spraken  burgemeester Bruls, de Amerikaanse Chargé d’Affaires de heer Adam Sterling met een pakkende, in het Nederlands gesproken speech,  en de heer Edo Fennema namens de Stichting “In Paradisum”. De heer Bart Janssen vertelde het aangrijpende verhaal van de 14-jarige Breunis van Engelenburg. Leerlingen van het Montessori College Nijmegen en Basisschool Montessori Nijmegen leverden ook deze keer weer een bijdrage aan de herdenking. Er was o.a. een gedenkdoek gemaakt en er werden kaarten uitgereikt aan alle aanwezigen. Op het tijdstip van het bombardement luidden de klokken van de torens in Nijmegen en werd er bij de schommel 2 minuten stilte gehouden. Door de sprekers, maar ook door veel burgemeesters uit de omgeving, waaronder burgemeester Mark Slinkman van de gemeente Berg en Dal, werden kransen gelegd bij het monument. Minister Jet Bussemaker, alsmede de Commissaris der Koning Clemens Cornielje waren aanwezig.  zie de foto’s.DSC_7234 herdenking Slinkman naam

De fatale aanval

Het Bombardement van Nijmegen op 22 februari 1944 is in termen van aantal slachtoffers een van de grootste bombardementen op een Nederlandse stad tijdens de Tweede Wereldoorlog. Op deze inktzwarte dag in de geschiedenis van Nijmegen kwamen bijna 800 mensen om het leven, maar waarschijnlijk ligt het aantal doden hoger, omdat onderduikers niet meegeteld konden worden. Een groot deel van de historische binnenstad werd door Amerikaanse vliegers verwoest, waaronder de Sint-Stevenskerk.

Volgens de geallieerde lezing waren de vliegtuigen op weg naar de Duitse stad Gotha, waar de fabriek stond waar Messerschmitt-vliegtuigen werden gemaakt. Door een aantal externe factoren, waaronder een plotselinge verslechtering van het weer waardoor het zicht beperkt was en de radio stoorde, opvallend fanatieke luchtaanvallen van Duitse vliegtuigen en een vastzittende zendsleutel van een van de radiotelegrafisten, raakte de groep vliegtuigen elkaar snel kwijt. Een deel van de vliegtuigen besloot de vlucht naar Gotha (waarvoor men vier uur moest vliegen over Duits grondgebied) af te breken en op de terugweg naar Engeland op zoek te gaan naar een ander doel. Waarschijnlijk dachten de piloten nog boven Duitsland te vliegen en zagen ze Nijmegen aan voor de Duitse stad Kleef (Kleve).

De Duitse bezetters meldden dat de Nederlandse regering in ballingschap toestemming had gegeven voor het bombardement op Nijmegen en dus dat het een bewust bombardement was.
Ondanks Duitse pogingen het bombardement te gebruiken voor propaganda werden de Amerikaanse bevrijders zeven maanden later als helden ontvangen door de bewoners.

Tot nu toe is er geen definitief uitsluitsel over de oorzaken van en motieven voor het bombardement. Lange tijd werd uitgegaan van een vergissing, maar uit een onderzoek in 2006 is gebleken dat het aannemelijker is dat Nijmegen een zogenoemd gelegenheidsdoel was van de geallieerde bommenwerpers. Een vervolgonderzoek zal ingaan op de gevolgen voor de Nijmeegse bevolking. Zij werd niet geacht haar gevoelens te uiten, omdat het bombardement was uitgevoerd door een bevriende natie. Wellicht zal dit onderzoek een uitspraak doen over de aanwezigheid van opzet bij het bombardement op Nijmegen.

Een aantal oorzaken is onbevraagd gebleven. Zo zijn Arnhem, Enschede en Deventer op dezelfde dag gebombardeerd. De Waalbrug, een strategisch doel, bleef intact. Verder zou er sprake zijn van laag overvliegende vliegtuigen (bij eerder onderzoek een verworpen aanname) die goed zicht zouden hebben gehad op wat ze aan het bombarderen waren en zouden enkele weken erna in België en Frankrijk ook burgerdoelen bewust zijn gebombardeerd ter voorbereiding van D-Day.

Dat het bombardement geen vergissing was, wordt uiteengezet door Joost Rosendaal, docent geschiedenis aan de Radboud Universiteit, in zijn in 2009 verschenen studie.