26 oktober 2012

Wouter van het Erve wint tekenwedstrijd in Beek

DSC_6247_Wouter

Wouter van het Erve in Beek heeft de tekenwedstrijd gewonnen welke was uitgeschreven door het Aardbeienvrouwtje (Annemarie Hendriks) In Beek. Annemarie had zelf een “Aardbeienboek” gemaakt, waarvan er slechts één exemplaar is, dat helaas door de regen nat geworden was. Nu had ze een tekenwedstrijd uitgeschreven voor de jeugd, zodat ze nieuwe tekeningen kreeg voor een nieuw exemplaar van het boek, waarin ze dan ook deze tekeningen, die allemaal betrekking hebben op het verhaal van het “Aardbeienvrouwtje”,  kon verwerken.  De tekening van Wouter  hangt als bewijs in de etalage van bakkerij Hendriks aan de Rijksstraatweg in Beek. Vanmiddag werd hem de prijs uitgereikt door Annemarie. zie de foto’s

VAN EEN BAKKERSVROUWTJE, DAT EEN AARDBEIENVROUWTJE WERD.

Heeeel lang geleden was er eens een heel mooi meisje. Op zaterdagmorgen ging ze naar de markt en kocht dan mooie stof en s’middags naaide ze dan iedere keer een prachtige nieuwe jurk. Ze had van haar moeder geleerd hoe dat moest. En zaterdagavond ging ze dan iedere week dansen met haar nieuwe jurk .

Op een zomerse zaterdagavond ging ook de bakkerszoon uit het dorpje verderop dansen in de stad en hij zag het meisje met haar mooie rode jurk. Hij was op slag verliefd op haar en vroeg haar of ze met hem wilde dansen. Dat wilde ze wel en alle mensen keken hoe mooi die twee over de dansvloer zwierden.

Na een tijdje vroeg de bakkerszoon of het meisje met hem wilde trouwen en dat wilde het meisje wel, want dan zou ze bakkersvrouwtje worden kon ze iedere dag lekkere verse broodjes, croissantjes en aardbeientaartjes eten. En zo werd de bakkerszoon een echte bakker en het meisje een echte bakkersvrouw.

Het vrouwtje was erg gelukkig in het bakkerijtje in het dorpje met een gezellig dorpspleintje waar altijd markt en kermis was. Alle mensen kwamen graag verse broodjes in haar winkeltje kopen. Ze maakte het winkeltje heel gezellig en ze had de mooiste etalages van het dorp en alle kinderen kregen altijd een aardbeiensnoepje van haar.

Na een jaar kregen het bakkertje en het vrouwtje een baby. Het was een heel mooi meisje met blonde haren en een lachend gezicht. En weer een jaar later kregen ze een zoontje met krulletjes en ondeugende oogjes. Het bakkertje en het vrouwtje waren erg gelukkig in het dorpje .

In de zomer plantte de bakker in het tuintje achter de bakkerij, prachtige rozenstruiken en aardbeienplantjes , want hij wist hoeveel het vrouwtje van aardbeien hield . En in de zomer gingen ze vaak met de kinderen gezellig in het tuintje van de aardbeien snoepen.

Het bakkertje bakte ook aardbeientaartjes en het vrouwtje verkocht ze dan in de winkel.

En zo leefden ze gelukkig verder.

Tot op een boze dag de burgemeester van het dorp aankondigde, dat er op het dorpspleintje een groot winkelcentrum gebouwd zou worden.

“O, nee” riep het vrouwtje,” geen winkelcentrum .. hoe moet dat dan met ons kleine winkeltje en de markt en de kermis ?”

“Niks mee te maken “ riep de boze burgemeester . “Ik wil een winkelcentrum, en dan komt er een winkelcentrum punt uit !”

En de bulldozers en vrachtwagen kwamen en de graafmachines groeven  het hele pleintje in een keer weg. De roosjes en de aardbeien in het tuintje lieten verdrietig hun kopje hangen .

Maar het winkelcentrum werd gebouwd en er kwam zomaar een nieuwe grote bakkerij in.

Het bakkervrouwtje huilde en het bakkertje wist het ook niet meer. Alle mensen gingen bij die grote bakkerij het brood kopen en het vrouwtje moest s ‘avonds het brood maar aan de eendjes geven. Gelukkig waren er nog de kinderen van het dorp, die de heerlijke aardbeiensnoepjes kochten. Het vrouwtje had bedacht , dat ze best mooie aardbeientassen kon gaan naaien op de naaimachine en die verkocht ze maar in het bakkerswinkeltje.

Maar het was toch niet genoeg om nieuw meel en zout en suiker te kopen om de broden te bakken die nog wel verkocht werden.

Toen bedacht de boze burgemeester weer een nieuw plan: De straat voor het bakkerijtje moest maar eens vernieuwd worden. Er moeten maar nieuwe stenen op en een andere bocht en de auto’s mogen er dan niet meer rijden. Nou, dacht het vrouwtje, dan komt er helemaal niemand meer mijn verse broodjes en aardbeientaartjes en aardbeientassen kopen. Maar de burgemeester deed gewoon wat hij wilde en toen zat het vrouwtje met het bakkertje voor op het stoepje te huilen, want  de kinderen konden zelfs niet meer bij het winkeltje komen.

Toen op een zonnige dag kwam er een dikke gezellige meneer langs het winkeltje. Hij had rode laarzen aan en hij had rode wangen van plezier.

“Maar wat is hier dan aan de hand , waarom zijn jullie zo verdrietig?”vroeg de gezellige man.

En het vrouwtje vertelde het hele verhaal aan de man met de rode wangetjes. “Och- och “zei de man,”dat is toch wel verschrikkelijk . Maar ik heb een goed idee:  Ik ben de aardbeienmeneer van Het Aardbeienland ! Waarom kom je niet bij mijn Aardbeienland verhaaltjes vertellen voor de kinderen?”

“Het Aardbeienland?”, maar wat is dat dan voor een land?’vroeg het bakkersvrouwtje.

“Dat is een hele grote aardbeientuin waar aardbeien groeien en de kinderen ze dan mogen plukken “zei  het aardige mannetje . “Er is ook een aardbeientaartjesrestaurant  en een aardbeienmuseum en een aardbeienwinkel en een speeltuin en de kinderen kunnen  dan een speurtocht maken door het kabouterbos en alles heeft met aardbeien te maken!”

Het mannetje werd  steeds vrolijker toen hij over “Het Aardbeienland” vertelde.

Het bakkersvrouwtje lachte van plezier en kreeg al zin in zo’n lekker aardbeientaartje.

“Nou,”zei het mannetje “wat denk je er van ? Kom je dan voorlezen in mijn Aardbeienland?

Dat vond het aardbeienvrouwtje een reuze goed idee!. En het bakkertje?… Nou, het bakkertje bakte voortaan alle aardbeientaartjes voor “Het Aardbeienland”. Het bakkersvrouwtje heette voortaan   “het aardbeienvrouwtje “en ze las de mooiste sprookjes voor en tussendoor naaide ze nog de aardbeientassen en verkocht deze in het aardbeienwinkeltje. Het bakkertje en het aardbeienvrouwtje waren nog heel lang heel gelukkig in “Het Aardbeienland”.