3 mei 2010

Koningin Beatrix bij herdenking in Groesbeek

Koningin Beatrix heeft maandagmiddag, samen met vele genodigden, waaronder prinses Margriet en Mr. Pieter van Vollenhoven, de Canadese ambassadeur, de minister van Defensie, de Canadese minister van Veteranenzaken, ongeveer 150 veteranen en andere belangstellenden de Canadese soldaten herdacht, die sneuvelden bij de bevrijding van Nederland en Europa. Ze deed dat op de Canadese militaire begraafplaats in Groesbeek. Bij de herdenking waren ook ongeveer 150 Canadese scholieren aanwezig. 65 jaar na de bevrijding van Nederland was er weer een speciale herdenking op de grootste Canadese begraafplaats van Nederland. zie de foto’s.
Zie video van de Gelderlander  


HERDENKING Jong en oud komen samen op militaire begraafplaats

Canadezen even de baas in Groesbeek


De Canadezen nemen her­denken serieus. Als konin­gin Beatrix in Groesbeek hun gesneuvelden komt eren, staat de burgemeester even buitenspel.

door Leo Klaassen (Bron: De Gelderlander)
Hij wist het van tevoren en vindt het prima: bur­gemeester Gerd Prick van Groesbeek speelt een bijrol als de koningin deze maandag een bezoek aan zijn ge­meente brengt. De vijfjaarlijkse grote herdenking op ‘zijn’ Canada­dese begraafplaats is een Canadese aangelegenheid, en daarom mag hij hare majesteit slechts buiten de muren van de ereplek welkom he­ten. Binnen neemt de Canadese minister van Veteranenzaken ( en Landbouw) het stokje over. De Royal Canadian Artillery Band en soldaten van allerlei Canadese onderdelen bereiden de koninklij­ke hoogheden prinses Margriet en, even later, koningin Beatrix een stijlvol salut royal. Een paar meter verderop kijken de wat achtergeble­ven Groesbekenaren verrast op als de laatste zien arriveren. „ Oh, daar heb je d’r”, roept Fien van Bebber.

„Ik dacht dat ze al binnen was.”

Verder blijft ze ontspannen: ze heeft Juliana en Bernhard nog in Groesbeek meegemaakt.

Met wat vertraging komt de cere­monie op gang. De sprekers herin­neren in Engels, Frans en Neder­lands aan de gebrachte offers, en Canadese en Groesbeekse jonge­ren spreken de Commitment to Re­member uit: de belofte om nooit te vergeten. Gebeden wordt er ook: onder meer de Breedewegse pas­toor Thuring (aangekondigd als pa­dre Thuring) gaat daarin voor.

Doodstil wordt het dan, als de laat­ste tonen van de Last Post klinken.

Een minuut lang kun je een speld horen vallen, waarna Beatrix de eerste van vele kransen legt.

Als de volksliederen klinken, zingt achter in het publiek een oude mi­litair ze beide hartstochtelijk en ac­centloos mee. Bij het Wilhelmus spiekt hij op een blaadje. Dat mag ook als je in 1949, op je zestiende, bent geëmigreerd naar Canada.

Sam VanGunst, ‘ áán elkaar’ verze­kerd hij, raakt meteen aan de praat met een Canadees stel dat toevallig toch in Nederland was: dit wilden ze niet missen.

Prominent aanwezig in hun rode jasjes zijn 150 scholieren die, sa­men met nog eens ruim 2.500 leef­tijdgenoten, uit Canada naar Ne­derland zijn overgekomen. Greg Ri­tonge (18) is er één van en zit met een klein kruisje, compleet met de kenmerkende rode poppy, een klaproos, achteraan. De naam Gor­dy Edwards erop, bij een graf.

„Voor school hebben we allemaal het verhaal achter een veteraan uit­gezocht”, legt hij uit. „ Dit is in fei­te de afsluiting van dat project.

Edwards is een veteraan die onder meer hier vocht, de oorlog over­leefde en twee jaar geleden stierf.

Hij was een kennis van mijn moe­der.”

Greg legt het kruisje bij het graf van zomaar een jonge soldaat.

Voor, en zeker ook namens, Gordy Evans.

Duizend Canadese pubers volgen een bustoer langs de slagvelden van de Tweede Wereldoorlog. Het is de zo­veelste activiteit voor de jon­geren. Ze zijn moe.
door Joris van Egmond
Zoekend naar woorden spreekt gids Cees Pot in het Engels over de beslis­sende operatie Veritable. De opmars van geallieerden leidde naar de bevrijding vanWest-Euro­pa. Het luisterend publiek: Canade­se jongeren in de busstoelen.

Ongeveer duizend Canadese pu­bers strijken voor even neer in Groesbeek. Het Bevrijdingsmu­seum heeft een bustoer langs de Nijmeegse en Arnhemse slagvel­den van de TweedeWereldoorlog voor ze geregeld.

Gidsen vertellen enthousiast en honderduit. Na de toer zouden de Canadezen alles moeten weten over Market Garden en operatie Veritable.

Sommige scholieren kunnen hun ogen nauwelijks open houden.

Niet verbazingwekkend. In hun ne­gendaagse trip maken in totaal vijf­duizend jongeren een rondrit door Europa. Tweeduizend ervan doen onder andere Nederland aan. Ze krijgen allerlei verhalen over de Eerste en TweedeWereldoorlog te verwerken.

„Het is overweldigend”, vindt de 17-jarige Taylor Slobozian. Hij hangt scheef in een te grote fleece­jack in zijn stoel. Haren in de war met kleine slaperige ogen. Maar hij luistert wel.

„Je krijgt zoveel informatie. Het is fantastisch om het allemaal te ho­ren.

Om het uit eerste hand te ver­nemen.”

De Canadese overheid stimuleert het bezoek aan Europa. In geschie­denislessen op de scholen wordt er veel verteld over de twee wereld­oorlogen. Maar het zijn altijd weer verhalen uit de boeken waar de scholieren het mee moeten doen.

Dat moet anders, dacht de over­heid. Vanwege de 65-jarige bevrij­ding was dit het uitgelezen mo­ment om duizenden jongeren een trip naar Europa te gunnen.

Daardoor konden ongeveer 1.800 Canadezen op 4 mei de herden­king in Groesbeek bijwonen. Een dag daarna was de jeugd weer te vinden op het Bevrijdingsfestival inWageningen. Donderdag be­zochten ze het Anne Frankhuis in Amsterdam. Een uitputtend pro­gramma. Vorige week waren ze in Normandië. Ze bezochten daar de Franse stranden waar op 6 juni 1944 meer dan honderdduizend geallieerden landden.

Het bezoek aan dat gebied was het hoogtepunt van de reis, vindt ge­schiedenisleraar Ron Léger. „ Altijd vertel ik de kinderen over hoe het eraan toeging”, zegt hij.

„Maar nooit heb je er een concreet beeld van. Nu wel. Bovendien hoor ik veel verhalen. Ik kan die al­tijd weer gebruiken in mijn les­sen.”

De leraar zit naast de 17- jarige Ro­bert Scott. „ Zo veel parachutisten die in Nor­mandië zijn geland”, zegt de Cana­dese scholier. „ I can’t even imagi­ne.”

Zondag vliegen ze weer terug. Zijn herinneringen aan de bezoeken houdt hij bij in een klein opschrijf­boekje. Over het bezoek aan de stranden in Normandië is hij laaiend enthousiast. Ook het Ach­terhuis in Amsterdam maakte in­druk.

Maar bezoeken aan musea vond hij minder interessant. Bo­ring, oordeelt hij.

Voor Slobozian is het klip en klaar. Het leukste aan de lange trip in Eu­ropa was niet het bezoek aan Nor­mandië of musea in Parijs, vindt de 17-jarige. „Nee, het bevrijdings­feest inWageningen was veruit het leukste.”

En daar kan zelfs een enthousiaste gids als Cees Pot niks tegen inbren­gen.