25 maart 2010

Motorrijder verongelukt in Persingen.

Een 19 jarige motorrijder uit Cuijk is donderdagmiddag rond 15.00 uur dodelijk verongelukt op de Thornsestraat te Persingen. Hij was frontaal in botsing gekomen met een personenauto, waarvan de bestuurder juist bezig was een tractor met aanhangwagen in te halen en op het weggedeelte, dat bestemd was voor het tegemoetkomende verkeer, reed. De auto reed richting Leuth, terwijl de motorrijder in de richting Nijmegen reed. De bemanning van de gewaarschuwde traumahelikopter kon onverrichterzake haar weg vervolgen en vloog gelijk weer door naar de Suikerbergseweg in Wijchen. De politie van het team Groesbeek onderzoekt de toedracht van het ongeval, waarbij ze assistentie kregen van de collega’s van de Verkeers Ongevallen Analyse. De Thornsestraat is geruime tijd (tot na 17.00 uur) afgesloten geweest. Het verkeer werd omgeleid via Erlecom. zie de foto’s


Bron: De Gelderlander 270310 (Hans Peeters)

Motor: blinde vlek op de weg
De lente markeert ook de start van een nieuw motor­seizoen. Een start met een zwarte rand. Rond de paas­dagen verongelukken veel motorrijders.

Bart Vink was de eerste motorrijder die in deze ontluikende lente in de re­gio Nijmegen is veronge­lukt.
De 19-jarige Cuijkenaar kwam deze week in Persingen om het leven bij een waarschijnlijk frontale botsing met een personen­auto.
Jaarlijks verongelukken circa tach­tig motorrijders in het Nederland­se verkeer. Het gevaar loert overal: in de scherpe bocht die overmoe­dig wordt genomen, haantjesge­drag van stoere jongens die met brute paardenkrachten en braken­de uitlaten willen imponeren.
Maar ook het schrille feit dat een motorfiets door automobilisten in 70 procent van de ongevallen te laat of niet wordt opgemerkt speelt een trieste rol in een hobby die eigenlijk gewoon leuk moet zijn.
De waarschuwingsbordjes aan lan­taarnpalen lijken nauwelijks effect te sorteren: Licht aan overdag en;
Oog voor motorrijders. Demissio­nair minister Camiel Eurlings van Verkeer gaf onlangs met een ritje achterop het startsein voor een nieuwe verkeersveiligheidscampag­ne van de Koninklijke Nederland­se Motorrijdersvereniging KNMV.
De jongste veiligheidscampagne van de motorbond rept over ‘reke­ning houden met elkaar’ en ‘we­derzijds begrip’. Maar of het helpt? „Na de winter moet je het gevoel voor je motor gewoon weer een beetje te pakken krijgen”, weet voorzitter Hay Smits van MC Kei­zer Karel, met 120 leden een van de grotere motorclubs in de regio Nijmegen. „ Als motorrijder moet je beseffen dat ook automobilisten er na de winter weer aan moeten wennen dat er plotseling een twee­wieler tussen de files doorschuift.”
Veiligheid wordt bij Keizer Karel met een hoofdletter geschreven.
Leden die een voortgezette rijoplei­ding willen volgen worden door de club financieel gesteund. Iedere twee jaar leggen de leden van Kei­zer Karel een verzwaard theorie­examen af en gedurende het sei­zoen nodigt de club deskundigen uit voor een lezing over veiligheids­aspecten. Hay Smits: „ Maar onder elkaar hanteren we ook een code, een stukje sociale controle. We let­ten tijdens toerrittten op elkaars rijstijl en op de technische staat van de motorfietsen.”
Maar de praktijk op straat is vaak weerbarstig, weet Smits: „Een au­tootje met een bejaard echtpaar, dat zonder te kijken een kruising oversteekt. Fietsers en voetgangers die plotseling de weg opschieten.
Daar doe je weinig aan.”
De kick van het motorrijden heeft voor motorinstructeur Frits Lam, mede-eigenaar van de Nijmeegse rijschool Lam, weinig te maken met snelheid: „ Je moet als motor­rijder met zo veel dingen rekening houden. Technische beheersing, maar ook anticiperen; inschatten wat er kan gebeuren. Motorrijden is een heel intensieve bezigheid, en dat geeft juist dat stukje ont­spanning. Vergelijk het maar met een sport als skieën; je wilt toch niet voortdurend onderuit op de piste?” Veel eigenaren van een mo­torfiets missen volgens Lam de er­varing die nodig is om goed en vei­lig aan het verkeer deel te nemen: „Na 100.000 kilometer mag een au­tomobilist zich redelijk ervaren noemen. Maar veel motorrijders halen nog geen 5.000 kilometer per jaar. De rijopleiding is pittig.
Voordat je ‘op’ gaat, moet een cur­sist twee examens afgelegd hebben in voertuigbeheersing en verkeers­deelneming.”

BOXMEER – Boxmerenaar Hans Arts kan een zwartboek schrijven over de stommiteiten van anderen die hij in zijn 30-jarige bestaan als motorrijder heeft meegemaakt. „Chauffeurs zien je gewoon finaal over het hoofd”, stelt de man vast die jaarlijks meer dan 30.000 kilo­meter asfalt onder de wielen van zijn blauwe BMWlaat wegrollen.
„Een tijdje geleden belandde ik in het ziekenhuis nadat een tegenlig­ger voor mijn neus besloot om linksaf te slaan. De chauffeur stond nota bene stil en ik had echt het idee dat we oogcontact had­den, dat ’ie me daadwerkelijk zag. Ik sloeg over de motorkap en later verklaarde de bestuurder dat ’ ie me totaal niet had opgemerkt.”
Niet alleen medeweggebruikers, ook wegbeheerders nemen vol­gens Arts hun verantwoordelijk­heid niet altijd serieus: „Ik ging op een weg waarover juist een nieu­we kiezellaag was gestort lelijk on­deruit en brak mijn voet. Geen waarschuwingsbord te bekennen. In het buitenland worden bekiezel­de wegen al na een dag geveegd. Hier laten ze gewoon kilo’s split op de weg liggen, levensgevaar­lijk.”
In het buitengebied van Boxmeer ging Arts op een landweggetje plat. Oorzaak: een juist geplaatst wildrooster. „Welke idioot verzint het om in een onoverzichtelijke bocht zo’n rooster te plaatsen. Ik heb een jaar gedonder met de ge­meente gehad voordat ik de scha­de vergoed kreeg.”
Ook boeren die met hun bemod­derde trekkers de akkers afrijden maken van het asfalt volgens Arts een spekgladde piste. Om nog maar niet te spreken van de plak­strepen op het wegdek. „ Als je daar bij een regenbuitje overheen rijdt roetsj je geheid onderuit.” Arts verbaast zich wekelijks over automobilisten die doodleuk de binnenbocht nemen: „Dan moet je als tegemoetkomende motorrij­der maar zien waar je terecht komt.”