14 september 2009

Open Monumentendag in Beek en Lent

Zondag 13 september was het Open Monumentendag. Dit werd o.a. in Beek in de Pelmolen, de enige overgebleven watermolen van de heuvelrug gehouden met oude ansichten, terwijl in de Historische Tuin in Lent de mensen de tuinen konden bekijken, alsmede het museum. In en rond de gebouwen werden oude ambachten uitgeoefend. In de Historische Tuinen in Lent zijn diverse vrijwilligers uit de gemeente Ubbergen actief. zie de foto’s



‘Op de kaart’ is dit weekein­de het thema van de Open Monumentendag. Dé gele­genheid om veldnamen, plan- of landkaarten uit de la te halen. Zou je denken.
Eigenwijs als ze zijn, daar in Beek, kiezen ze toch lek­ker voor hun eigen invul­ling van de Open Monu­mentendag. Want die ‘ kaart’ in ‘Op de Kaart’, kun je natuurlijk ook gewoon lezen als ‘ansicht­kaart’.
Van de dorpen Ubbergen, Beek en Berg en Dal zijn veel historische ansichtkaarten gemaakt van voor­malige pensions en buitenplaat­sen. „We hebben zitten brainstor­men over het thema”, zegt Anne Meltzer van de stichting Monu­ment en Landschap, de organisa­tor van de Open Monumentendag in de gemeente Ubbergen. „Ieder is altijd weer vrij om het thema te interpreteren zoals hij wil. We kwamen al snel op de ansicht­kaart. Niet omdat we andere kaar­ten saai vinden. Wel omdat ansich­ten zo vreselijk leuk zijn.”
Toen vervolgens de stichting Heemkunde Berg en Dal haar kost­bare archief inbracht bij Monu­ment en Landschap, was er geen twijfel meer mogelijk. Ansichtkaar­ten, dus. „De Heemkundekring in Berg en Dal heeft er ontzettend veel. D’r zijn er ook altijd veel ge­maakt omdat dit gebied vanaf eind negentiende eeuw een toeris­tische trekpleister was.”
Komende zondag – op zaterdag is er in Ubbergen niets te doen – zijn de ansichtkaarten in de Pelmolen aan de Rijksstraatweg in Beek te zien. Van 11.00 tot 17.00 uur. Be­langstellenden kunnen hun oude ansichten daar tevens laten beoor­delen door deskundigen. Ook kun­nen er kaarten geruild worden.
Het gaat dus om de oude ansich­ten uit Ubbergen, Beek en Berg en Dal.
De Ubbergse stichting kiest het ene jaar voor het lage gedeelte van de gemeente Ubbergen, de polder, en het andere jaar voor het hogere gedeelte op en langs de stuwwal.
„ Ach, als je ergens goed Open Mo­numentendag kunt vieren, is het hier”, zegt Meltzer. „ Zoveel monu­menten en zoveel variatie. Vorig jaar waren we bijvoorbeeld in de polder en konden kinderen zelf stenen bakken. Dat was echt een succes. Of dat het dit jaar weer wordt? Geen idee. Meestal spreken oude ansichten wel aan, maar goed, ik durf het niet te voorspel­len. ” En ook al zou Monumenten­dag dit jaar een minder succesvolle uitvoering kennen, voor de stich­ting zou dat nooit een reden zijn niet meer mee te doen. „Er is hier zo ongelooflijk monumentaal erf­goed. Een kwetsbaar goed dat we onder de aandacht willen en blij­ven brengen. We moeten er zuinig op zijn”, zegt Meltzer. (Bron: de Gelderlander)




Artikel over de Pelmolen in Beek in de Nieuwsbrief van de Stichting tot behoud van monument en landschap in de gemeente Ubbergen. Jaargang 1 nummer 1, juni 2001

 

De Pelmolen, geschiedenis van een zoektocht

 

Is de Pelmolen in Beek de laatst overgebleven watermolen van de heuvelrug of toch niet?

Aan het Palland achter Hotel “De Möschenberg” en het voormalige Duitse douanegebouw aan de Rijksstraatweg in Beek staat de zogenoemde Pelmolen. Staatsbosbeheer wil het gebouw verkopen en informeerde of de Stichting tot behoud van monument en landschap interesse heeft. Als het de laatst overgebleven molen is, zijn we zeker geïnteresseerd. Guus Dodemont, Hans Fun en Wiel Tonies, bestuursleden van de Stichting tot behoud van monument en landschap, gingen op onderzoek uit.

 

Piet de Leeuw, de bouwhistoricus in het bestuur van de stichting, schat dat de molen rond 1900 is gebouwd, misschien als molen, of in plaats van een eerdere watermolen. De naam Pelmolen wijst daarop. Het gebouw is nu bij Staatsbosbeheer (SBB) in gebruik als opslagruimte. Een eerste inspectie ter plaatse laat zien dat er tussen de zijmuur en het pad dat er langs loopt een verdiept gedeelte is, alsof er ruimte is gemaakt voor een waterrad. In de muur zit een opening waardoor de as naar binnen zou kunnen steken. Aan de muur zijn sporen te zien die door water veroorzaakt zouden kunnen zijn. Aan de binnenkant bevindt zich in de verdiepingvloer een lang smal luik dat toegang zou kunnen geven tot een aandrijfmechanisme. Van de weg af gezien ligt er achter het gebouw, in de richting van de heuvel een kleine vijver, mogelijk een verland restant van de vroegere molenvijver. Een hoopvol begin.

De volgende stap was mensen te raadplegen die meer kunnen weten over het gebruik van het gebouw.

 

Gesprekken en archiefbezoeken

De eerst aangeweze om mee te gaan praten, is de heer Erinkveld, gepensioneerd medewerker van Staatsbosbeheer. Hij vertelde dat SBB de molen omstreeks 1965 heeft gekocht van de familie Peters in Kranenburg, die het gebouw gebruikten als fruitopslag. Erinkveld heeft de molen nooit als molen in werking gezien.



 

Via via hebben wij de heer Harry Peters gevonden (geb. 1917 in Beek), die in Nijmegen woont en een neef is van de vroegere eigenaar. Hij vertelde dat zijn oom Gerrit Peters (geboren ±1890) in Beek een fruithandel had. Al voor 1920 heeft deze het gebouw aan het Palland in gebruik als fruitopslag. Als kind is Harry Peters er heel vaak geweest. De naam Pelmolen kende hij overigens niet, ook de vijver bij de opslagloods had hij nooit gezien. Aan- en verkoopakten blijken niet voorhanden. Uit niets blijkt dus dat de fruitschuur werkelijk een molen is geweest.

Bij gemeente Ubbergen weet mevrouw Marga Jetten, belast met monumentenzaken, te melden dat het gebouw in 1989 is geïnventariseerd door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg.



Als oorspronkelijke functie is vermeld “Pelmolen” en als bouwjaar de tweede helft van de 19e eeuw.

De Pelmolen lag tot 1949 op Duits gebied, gegevens over de bouw moeten daarom in Duitsland worden gezocht. De heer Jan van Eck uit Leuth, oud-medewerker van het Kadaster en een groot kenner van de streek, adviseerde ons het Stadtarchiv in Kleve te raadplegen. Uit gegevens in dit Archiv blijkt dat er een kadasterkaart van Wyler uit 1730 in het Museum Katharinenhof in Kranenburg moet zijn (evenals een van Zyfflich, waarvan in het archief Kleve een gefotokopieerde versie aanwezig is). Uit deze kadasterkaart zou moeten blijken of er op de plaats van de Pelmolen ooit een watermolen heeft gestaan. Helaas, helaas, in Kranenburg blijkt alleen de kaart van Zyfflich aanwezig (een schitterend boek met gekleurde originele tekeningen), die van Wyler is zoek. Herr Rondholz, de (vrijetijds)archivaris, heeft deze kaart ook nooit in zijn archief gezien. De heer Tissen, de Kleefse archivaris zal in het regionaal archivarissenoverleg de vermissing van de kadasterkaart van Wyler uit 1730 melden.

Van mevrouw Jetten kregen later wij een artikel met gegeven over watermolens in Beek. Daarin staat geen watermolen in Wyler aan het Palland vermeld, wel molen de Start, wat oostelijker gelegen.

Ook de heer Theo Merkus, oud-boswachter in Beek van het Gelders Landschap gelooft niet dat de pelmolen ooit een molen is geweest, er is daarvoor te weinig water aanwezig.

Intussen zijn wij zelf sterk gaan twijfelen of dit wel een molen is geweest. Er is weliswaar een verdiept gedeelte te zien langs de buitenmuur, maar er is geen bak waarin het rad gedraaid kan hebben, bij nader inzien zijn de sporen langs de muur geen watersporen. De vijver is te klein om als molenvijver dienst gedaan te kunnen hebben.

Als dit gebouw geen molen is geweest, waar komt de naam “Pelmolen” dan vandaan? Piet de Leeuw heeft gehoord dat hier ooit een watermolen heeft gestaan. Een bron voor deze stelling heeft hij niet. Wij hebben mevrouw Margot van Boldrik gevraagd of zij weet waar de naam vandaan komt. Zij meent bijna zeker te weten dat haar vader, die heel veel onderzoek heeft gedaan naar de historie van de streek, haar verteld heeft dat er bij het Palland (een heel oude naam volgens MvB) een watermolen heeft gestaan. Een schriftelijk bron kent zij niet, maar haar vader heeft veel gegevens uit de bibliotheek van het priesterseminarie Gaesdonck bij Goch.

 

 

D