6 januari 2009

Grote grazers voelen zich goed in de kou van de Ooijpolder.

 Het dagblad De Gelderlander heeft vandaag op haar website een artikel gewijd aan de grote grazers, die zich erg goed voelen met deze winterse temperaturen. Het is zeker de moeite waard om te lezen en daarom wordt het hieronder gepubliceerd. Met dank aan de Gelderlander. zie de foto's  dscf6756koniks

  Grote grazers voelen zich kiplekker.

Door Hans Peeters, de Gelderlander van 060109

RIJK VAN NIJMEGEN – De wilde paarden en runderen die in de natuurgebieden van het Rijk van Nijmegen grazen, voelen zich bij deze winterse temperaturen kiplekker. Dat verzekert directeur Frank Maasland van Free Nature, de organisatie die het kuddebeheer verzorgt in de Gelderse Poort.

De circa honderd gallowayrunderen en konikpaarden die in de Millingerwaard en de Ooijpolder leven, voelen zich volgens Frank Maasland stukken beter bij min 10 graden dan bij 20 graden boven nul.

Maasland: "Deze dieren zijn absoluut 'winterproof'. Stop ze bij elkaar in een stal en ze ontploffen bij wijze van spreken. Die beesten houden niet van warmte. Dat is ook niet vreemd; ze hebben een stevige vetlaag, een dikke leren huid en dan ook nog eens een weelderige vacht. Schaatsers kleden zich ook zo, in laagjes." De ideale temperatuur voor het vee schommelt rond de 4 graden boven nul.

De 400 tot 500 grote grazers die in De Gelderse Poort leven, hoeven voorlopig nog niet bijgevoederd te worden. Frank Maasland: "Water drinken ze uit de Waal, want die bevriest niet. In de losse sneeuw kunnen ze genoeg voedsel bij elkaar schrapen. Dat wordt anders als de ondergrond onbereikbaar wordt door een stevig ijzeldek, maar daar is voorlopig geen sprake van."

Ook klein wild weet zich bij dit stevige vriesweer prima te handhaven. Frank Maasland: "Hazen hebben geen hol en een veel slechtere energiebalans dan de runderen en de paarden. Maar toch doen de kleintjes het ook bij dit extreem koude weer prima."

De galloways die sinds 1990 in De Gelderse Poort leven, zijn afstammelingen van het oerrund dat in de zeventiende eeuw in Europa uitstierf. In Nederlands grazen er momenteel een dikke duizend Schotse hooglanders. Ze zijn in dienst bij Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en andere natuurbeheerorganisaties. Ze worden gebruikt om open veld ook daadwerkelijk open te houden. De soort vraagt weinig verzorging. Kenmerkendst aan hun karakter, is dat ze vooral onverstoorbaar doorgrazen. Galloways en Schotse hooglanders voldoen aan alle eisen die hun verblijf in Nederlandse natuurgebieden stelt. De dieren zijn prima in staat om zichzelf te redden, zelfs tijdens strenge winters en tijdens de geboorte van kalfjes.

De konikpaarden die sinds 1982 in Nederland grazen, zijn verwant aan het Noord-Europese wilde paard, de tarpan.

De laatste tarpans zijn in 1780 in Polen gevangen en in wildparken uitgezet. Van de ruim 4.000 koniks op de wereld grazen er circa 2.000 in Nederland en aangrenzende Belgische natuurgebieden.

Kijk voor meer informatie op http://www.freenature.nl/