![]() |
Mike Stappershoef, zoon van Boy, gaat vanaf 1 oktober 2008 de slagerij van Boy Stappershoef aan de Koningin Julianalaan in Ooij runnen. Hij is daarmee de derde generatie, na vader Boy en opa Wim, die een slagerij in Ooij gaat runnen. Vanaf dat ogenblik gaat vader Boy, samen met zijn vrouw Annet, een nieuwe slagerij in Groesbeek runnen en zo blijven ze allemaal in het vak. |
door Geert Willems (Bron: De Gelderlander)
GROESBEEK/OOIJ – Inwoners van Groesbeek kunnen vanaf 1 oktober hun biefstukjes en leverworst weer bij hun eigen ambachtelijke slager halen. De Ooijse slager Boy Stappershoef en zijn vrouw Annet openen op die datum een zaak aan de Kloosterstraat, in het centrum van het heuveldorp.
Tot begin mei was daar de slagerij van Frank Peters gevestigd, maar die moest om gezondheidsredenen zijn zaak sluiten. Peters kampte met de gevolgen van een auto- ongeval van enkele jaren geleden.
„Toen mijn vrouw een artikel over dat afscheid in de krant zag staan, zei ze meteen: misschien is dat wel iets voor ons", vertelt Boy Stappershoef. „We willen vier dagen per week open zijn, van woensdag tot en met zaterdag. Op zondag doe ik catering, op maandag maak ik worst en dan wil ik op dinsdag natuurlijk wel een dagje vrij zijn." De opening van een tweede slagerij in Groesbeek heeft gevolgen voor de ‘thuisbasis' van Boy Stappershoef in Ooij. „ Onze zoon Mike gaat de zaak in Ooij runnen", vertelt Boy Stappershoef. „ De Ooijse slagerij zal alleen nog in het weekeinde geopend zijn, op vrijdag en zaterdag. Maar dat is niet zo'n groot verschil met nu. We hebben de winkel momenteel ook nog op donderdag geopend. Als dorpsslager in Ooij heb je het niet zo druk. We zijn jaren geleden noodgedwongen met een cateringbedrijf gestart, anders was het gewoon veel te rustig in de rest van de week."
Stappershoef heeft zin in het nieuwe avontuur, al is hij inmiddels 57 jaar oud. Dat is toch een leeftijd waarop anderen het juist rustiger aan gaan doen. „Wij krijgen het juist een stuk drukker. Ooij is een dorp met 2.000 inwoners, Groesbeek heeft er 20.000. Dat scheelt nogal wat! Maar het zal wel wennen zijn om voor het eerst sinds dertig jaar weer een lunchpakketje mee te nemen naar het werk. Hier in Ooij gingen we gewoon naar huis om te eten."