17 maart 2007

Presentatie boek Het Vergeten Monument

 Op zaterdag 17 maart vond onder zeer grote belangstelling in het Kulturhus te Beek de presentatie plaats van het boek "Het vergeten monument" van Herman Grote. Het boek gaat over het huis Wylerberg, dat in de jaren '20 is gebouwd door mevr. Schuster-Hiby, afkomstig uit Duitsland, die op huis Wylerberg een nieuw leven opgebouwd heeft. zie de foto's

 

Op de foto Herman Grote bij de presentatie van zijn boek met Huis Wylerberg op de achtergrond.

 dscf1748


Marie Schuster en het Verdriet van Duitsland. (Bron: De Gelderlander)

Het boek Het vergeten monument leest als een spannend filmscript.



door Geert Willems BEEK – Het leven van de Duitse Ma­rie Schuster- Hiby, de bouwvrouw van de monumentale Villa Wyler­berg in Beek, leest als een filmscript. Herman Grote raakte zo gefascineerd door deze vrouw, nadat hij in Beek was komen wo­nen, dat hij haar bewogen leven heeft vastgelegd in het boek Het vergeten monument. Dat boek wordt zaterdag gepresenteerd. „ De algemene geschiedenis van Duits­land wordt verpersoonlijkt in het leven van Marie", zegt auteur Her­man Grote. Het verdriet van Duitsland uit de twintigste eeuw is inderdaad in ‘ Marie' verzameld. De telg van de puissant rijke dynastie Hiby maakt twee wereldoorlogen en het inter­bellum mee. Ze wordt al op jonge leeftijd weduwe. Na de EersteWe­reldoorlog wordt ze verdreven uit haar villa in Elzas-Lotharingen, na de tweede vindt ze haar zelfge­bouwde Villa Wylerberg in Beek totaal leeggeplunderd terug. Van de inboedel, inclusief de kunst die zij in de jaren daarvoor had verza­meld, is helemaal niets over als ze na een halfjaar Kamp Vught thuis­komt. Zij sterft berooid in 1949, op 81-jarige leeftijd. Zij woont dan in een bijgebouw, omdat zij de reno­vatie van de villa niet kan bekosti­gen. Grote: „Het was een heel ai­mabele vrouw met ongelooflijk veel internationale contacten."
In haar jonge jaren vangt ze de la­tere nazibons Herman Göring op, nadat hij als piloot gewond is ge­raakt. „Dat contact is altijd blijven bestaan, maar Marie sympathiseer­de zeker niet met de nazi's. Inte­gendeel. Haar huis hing vol zoge­noemde entartete kunst, kunst die door de nazi's verboden was. Maar als de Gestapo op bezoek kwam, haalde ze alle schilderijen weg en zette ze de jeugdfoto van haar en Göring op het bureau. Ze hield ook bewust de mythe in stand dat zij een tante van 'm was."
Volgens nabestaanden is de villa zelfs gebruikt om geheime docu­menten uit nazi- Duitsland naar Engeland te smokkelen. Dat ge­beurde via de Engelsman Graha­me Christie, militair attaché in Ber­lijn, die door Marie als petekind werd beschouwd. Hij had zelfs een eigen kamer in de Beekse villa. La­ter bleek dat hij al die tijd spion was geweest. „Via hem wist Churchill waarschijnlijk van de plannen van Hitler", aldus Grote.
Komende zaterdag zal Karl Hiby, neef van Marie, het eerste exem­plaar van het boek in ontvangst ne­men. „ Hij heeft Marie gekend. Hij heeft zelfs z'n verloofde nog aan haar voorgesteld in de villa.
Het vergeten monument
wordt zater­dag 17 maart om half twee gepre­senteerd in het Kulturhus in Beek.
Het boek is daarna voor 17,50 euro te koop bij Antiquariaat Het Supple­ment in Beek.

   

Boek over huis Wylerberg aangeboden.

 

Geschiedenis van een Duits huis in Nederland

 

Op zaterdag 17 maart is de tweetalige Heemstudie nummer 20, getiteld "Het vergeten monument" oftewel "Das vergessene Denkmal" over het Huis Wylerberg  aangeboden in een bomvol Kulturhus in Beek. Aanwezig waren ook de vele gevers: de uitgever, de vormgever en vooral ook de benodigde geldgevers. Deze laatste waren: de Regio Rijn-Waal, de Rabobank Rijk van Nijmegen, de Gemeente Ubbergen, de Sparkasse Kleve, de Stadt Kleve, de Gemeinde Kranenburg, en de Volksbank Kleverland. Zij alle, maar ook de auteur en zijn familie, en eigenlijk het gehele team dat geholpen heeft om dit boek het levenslicht te doen zien, werden door de middagvoorzitter welkom geheten. Maar het begon allemaal vrij onschuldig. U en ik hebben ook wel eens in de bossen ten zuidoosten van Beek gewandeld. Ook wij hebben de mystiek van het toentertijd (zeventiger jaren) enigszins vervallen maar overigens prachtig ontworpen huis aan den lijve ondervonden. Alleen wij hebben nagelaten wat Herman Grote wel heeft gedaan, namelijk zijn verbazing en verwondering omzetten in het beantwoorden van de vragen die dan opkomen. Hij zegde zelfs in Canada, toen hij er toch was, naar antwoorden te hebben gezocht. Maar je kunt wel een boel vragen hebben en misschien ook wel veel antwoorden, maar als je daar mensen mee wilt plezieren dan zul je daar toch wat lijn in moeten aanbrengen. En dat is gebeurd in deze publicatie, welke tot stand kwam uit een samenwerking tussen Heemkundekring en de Stichting Monument en Landschap in de gemeente Ubbergen.

Maar laten we bij het begin beginnen. De opening van de middag werd geleid door middagvoorzitter Govert Janssen en Jan Smit mocht als erevoorzitter van de Heemkundekring het boek inleiden. Hij deed dat op zijn eigen enigszins badinerende maar toch ook pittige en ook wel een beetje stoute wijze. Zijn hoofdvraag was deze: "Stel dat Hitler in 1941 na de verovering van Polen het wel mooi geweest vond met de oorlog en dat de Amerikanen niet waren komen opdagen, hoe had het er hier dan uitgezien?". De Wylerberg was dan weliswaar nog Duits gebied geweest, Nederland ook trouwens, maar zou er dan iets nog iets over zijn van de Expressionistische kunst, die toentertijd als "entartet" gold, zouden wij hier dan hebben rondgelopen "als gesunde Stammesgenossen" en ga zo maar door. Toch iets om eens over na te denken.

Marc Wingens, de voorzitter van Monument en Landschap in de gemeente Ubbergen,  koos een wat ander invalshoek. Hij belichtte de economische activiteiten van Marie Schuster, de bekendste bewoonster van het huis. Zij bleek geheel volgens de familietraditie een succesvol zakenvrouw. Zij bracht o.a. het Wylerbad tot bloei en het daarbij gelegen Startjeshof. Velen van ons zullen dat nog gekend hebben, immers eind vijftiger jaren was het nog in bedrijf. Het deed mij toen een beetje denken aan de "Badeanstalt" op paleis ´t Loo. De heer Wingens pleitte er voor de bushalte aan het einde van de Smorenhoek  de aanduiding " Wylerbad" te handhaven. Tenslotte bood hij nog drie mensen bloemen aan. Het betreft dan de vrouw van Herman Grote, Aranka, die hem ook in dit geval door dik en dun steunde, vervolgens was er een bos voor mevrouw Imke Barth, die de vertaling voor haar rekening nam en tevens was er een voor Peter Tychon, die het boek zijn fraaie vorm meegaf.  Als derde kwam de initiatiefnemer van dit alles, de heer Herman Grote, aan het woord. Hij wijdde een paar zinnen aan de bewoners van het Huis Wylerberg, de Familie Schuster en de ontwerper de heer Bartning. Marie Schuster zou Marie Schuster niet zijn geweest als ze ook niet haar stempel op dit ontwerp had gedrukt. Het werd dus eigenlijk helemaal haar huis.

Het werd een huis waar ze niet alleen economisch actief was, maar ook vele kunstenaars konden bij haar terecht, ook toen het Hitlerregime hen het leven behoorlijk zuur maakte. Maar Marie Schuster bleef pal staan voor haar idealen en ideeën. Ook hielp zij de vele Joodse vluchtelingen ontkomen naar het toen neutrale Nederland. Eerlijkheidshalve moet daarbij worden vermeld dat ook toentertijd Nederland niet zo geweldig barmhartig was voor deze vluchtelingen, mensen die eigenlijk geen kant uit konden. Een andere mythe welke toch wel wordt doorgeprikt in dit boek is die van de onbaatzuchtigheid van onze bevrijders in 1944 en 1945. Veel van de geplunderde spullen van de burgers bleken door hen te worden doorverkocht of meegenomen. Een brief van burgemeester Sassen van 14 november 1945 aan generaal Kruls, Chef Staf Militair gezag, bevestigt dit

Maar alles kan niet aan de orde komen op zo´n middag. Daarvoor dient men zich in het boek verder te verdiepen. Het is fraai uitgebracht en dito vormgegeven. Dus….

U vraagt zich af aan wie het boek nu is aangeboden. Dit geschiedde aan de oudste neven van Mevrouw Schuster. Verder natuurlijk aan de huidige bewoners van de Villa Wylerberg. De middag werd plezierig afgesloten door de mogelijkheid te bieden een bezoek te brengen aan het huis met de zonnetrein. Velen grepen deze kans. Ten slotte kreeg de heer Grote het lidmaatschap van de Heemkundekring aangeboden door de heer Paul Remy, vice-voorzitter van deze vereniging . Altijd handig, eigenlijk verplichte literatuur,  als je wat meer over onze regio wilt weten. Gerard Karnebeek.

Die Präsentation vom Buch über das Haus Wylerberg*)

 

Geschichte eines deutschen Hauses in den Niederlanden

 

In einem bis über den letzten Platz besetzten Kulturhaus im Dorfe Beek wurde am Samstag, dem 17. März die zweisprachige ‚Heemstudie Nr. 20' ‚Het vergeten monument – das vergessene Denkmal' an die Öffentlichkeit vorgestellt. Alle die diese Ausgabe ermöglicht haben waren dabei: der Verleger, der Buchdesigner, die Übersetzerin und vor allem die benötigten Geldspender: Die Euregio Rhein-Waal, die Rabobank ,Rijk van Nijmegen', die Gemeinde Ubbergen, die Sparkasse Kleve, die Stadt Kleve, die Gemeinde Kranenburg und die Volksbank Kleverland. Sie wurden, zusammen mit dem Autor und seinen Verwandten und dem ganzen Team das die Ausgabe des Buches ermöglicht hatte, vom Tagesvorsitzenden freundlichst begrüßt.

Der Anfang der Geschichte war ziemlich harmlos. Ein jeder aus der Umgebung hat mal durch die Wälder südöstlich von Beek einen Spaziergang gemacht. Wir alle haben damals – ich meine in den siebziger Jahren – den Reiz und die Mystik des einigermaßen verfallenen, jedoch prachtvoll gestalteten Hauses empfunden. Nur haben wir nachher das versäumt, was der Autor des neuen Buches, Herman Grote (nicht mit dem gleichnamigen Schaffer des Niedersachsenliedes ‚Wir sind die Niedersachsen, Sturmfest und erdverwachsen', zu verwechseln), gemacht hat: dieses Bewundern und Erstaunen in Erforschung der Hintergründe umzusetzen. Der Autor erwähnte während der Präsentation, dass er sogar während eines Aufenthaltes im fernen Kanada, seine Recherchen fortgesetzt hatte. Allerdings ist notwendig, damit die Menschen für die Hintergründe begeistert werden, die Erkundungen zu systematisieren und schmackhaft zu präsentieren. Und genau das wurde in dieser Veröffentlichung, die dank der gemeinsamen Arbeit von Heimatkundeverein Die Düffel und ‚Stichting Monument en Landschap in de gemeente Ubbergen' zustande kam, verwirklicht.

Doch lassen wir die Berichterstattung der schönen Nachmittagssitzung am letzten Samstag von der Anfang an systematisch verfolgen. Die Eröffnung wurde vom Tagesvorsitzenden und Vorstandsmitglied der ‚Stichting Monument en Landschap in de gemeente Ubbergen', Herrn Govert Janssen geleitet; der Ehrenvorsitzende des Heimatkundevereins Die Düffel Jan Smit durfte als erster das neue Buch kurz den Anwesenden vorstellen. Seine Hauptfrage war, was passiert wäre mit dem Haus Wylerberg, falls Hitler 1941 seinen Angriffskrieg gestoppt hätte. Seine Hypothese ging dahin, dass es heute schlechter mit dem Haus gestellt wäre als nun der Fall ist. Der Wylerberg wäre zwar noch deutsches Territorium, das Gebäude in expressionistischem Stil (also ein Bestandteil der so genannten entarteten Kunst), wäre jedoch schon längst von einem von Arno Breker gestalteten Niederrheindenkmal ersetzt worden. Besser also die heutige Lage, dem heutigen Eigentümer Staatsbosbeheer zum Trotz.

Herr Marc Wingens, der Vorsitzende der ‚Stichting Monument en Landschap in de gemeente Ubbergen' beleuchtete die wirtschaftliche Tätigkeit von Marie Schuster, die bekannteste Bewohnerin des Hauses und Hauptfigur im Buch von Herman Grote. Getreu der Tradition der Familie war sie eine erfolgreiche Geschäftsfrau: sie ließ das damalige Wylerbad und das nahe gelegene Startjeshof aufblühen. Viele von uns werden es noch in Erinnerung haben, weil das Bad Ende der fünfziger Jahren noch im alten Stil im Betrieb war. Ich spüre dabei immer eine Ähnlichkeit mit der Badeanstalt beim Palast ‚Het Loo' im niederländischen Apeldoorn. Herr Wingens plädierte dafür, der Name Wylerbad der Bushaltestelle am Ende von Smorenhoek in Zukunft bei zu behalten. Schließlich wurden von ihm noch drei Beteiligte mit Blumen gehuldigt: die Frau von Herman Grote, Aranka, die alles mitgetragen hatte, die Übersetzerin Imke Barth, die die Arbeit Grotes vorzüglich für deutschsprachige Leser zugänglich gemacht hat und der Gestalter Peter Tychon, der für die schöne Erscheinungsform des Buches Sorge getragen hat.

Der Reihe nach dritter Redner war der Initiator des ganzen, Herr Herman Grote. Er sprach über die Bewohner des Hauses Wylerberg, die Familie Schuster und den Gestalter Otto Bartning. Marie Schuster wäre nicht Marie Schuster gewesen, wenn sie nicht selber die Gestaltung mitgetragen hätte. Damit wurde es ganz und gar ihr Haus.

Sie war in diesem Haus nicht nur wirtschaftlich tätig, sie empfing auch viele Künstler, auch noch als deren Existenz nach der so genannten ‚Machtergreifung' im Jahre 1933 immer schwieriger wurde. Marie Schuster jedoch hielt fest an ihre Ideale und an ihre Ideen. Sie leistete Hilfe an die zahlreichen jüdischen Flüchtlinge aus Deutschland auf ihren Fluchtweg in die noch freien Niederlande. Die Niederlande waren damals – ich muss dies in aller Ehrlichkeit erwähnen – nicht gerade großzügig gegenüber dieser wehrlosen Menschen, die eigentlich keinen Ausweg mehr hatten. Noch ein weiterer Mythus wird im Buch entkräftet: die Uneigennützigkeit der alliierten Truppen in den Jahren 1944 und 1945. Viele der von den Bürgern erbeuteten Eigentümer wurden von diesen Soldaten weiter verkauft oder einfach mitgenommen. Ein Brief vom 14.11.1945 vom damaligen Bürgermeister der Gemeinde Ubbergen, Prosper Sassen, an den General Kruls, Stabschef der Militärregierung, weist darauf hin.

An so einem Samstagnachmittag konnte selbstverständlich nicht alles besprochen werden. Das Buch ist dazu dar, sich mit weiteren Themen zu beschäftigen. Es sieht schön aus und lässt sich leicht lesen. Na also…..

Sie wollen bestimmt gerne wissen, welche Personen die ersten Exemplare des Buches von Herman Grote erhielten. Die ersten gingen an die beiden noch lebende Cousins von Marie Schuster; weitere Exemplare gingen an die heutigen Bewohner des Hauses Wylerberg.

Nach Abschluss des Nachmittags wurde es den Teilnehmern der Präsentation ermöglicht, das Haus Wylerberg zu besuchen. Viele nutzten diese einmalige Chance. Für die Fahrt dahin stand ihnen den wohlbekannten Solarzug zur Verfügung. Vor diesem Abschluss jedoch erhielt der Autor noch ein Geschenk aus den Händen des Zweiten Vorsitzenden des Heimatkundevereins Die Düffel, Paul Remy. Er überreichte Herrn Grote und seiner Frau die Mitgliedschaft des Vereins für das Jahr 2007 zum Nulltarif. In der Hoffnung auf eine Verlängerung. So eine Mitgliedschaft kann für weitere Kenntnisse über unsere Region natürlich nicht schaden.

*) Bij deze dank ik Jan Smit heel hartelijk voor de leescorrecties en voor de vertaling van mijn verslag in het Duits.

Gerard Karnebeek