21 september 2006

Cyclische verjonging Millingerwaard

 

 

 dscf2163 Het rooiwerk in het kader van het project Cyclische Verjonging Millingerwaard
is begonnen. Op het traject van de toekomstige geulen wordt nu het bos
gekapt. Theo Wijers van SBB begeleidt de werkzaamheden, bosaannemer
Roodbeen voert het werk uit. Met de rooi-actie wordt tegemoet gekomen
aan de eis van RWS om de hoogwaterstremming op te heffen. zie de foto's

Hierbij een aantal foto's van de kapwerkzaamheden in het Kekerdomse
deel van de uiterwaard, gezien vanaf de Beijer. Je wordt er niet
vrolijk van want het werk slaat nou eenmaal een groot litteken en grote
machines maken grote sporen. Desalniettemin verloopt het werk snel en
secuur met een zogenaamde harvester. De wilgen gaan tegen de vlakte,
maar de eikjes en hardhout-struweelsoorten blijven gespaard. De
gezaagde bomen worden verzameld op een paar grote stapels die straks
met een grote snippermachine tot houtchips worden verhakseld. Daarna
gaat de boel naar de groene centrale in Cuyk. Eind augustus hebben SBB,
ARK en vrijwilligers het rooitracé reeds nauwgezet van merktekens
voorzien. Die inspanning heeft geloond want daardoor kan de aannemer nu
snel en secuur werken.

Machines slaan diepe wonden in ooibos


Het gebeurt met beleid en ka­rakteristieke en zeldzame bo­men en
planten worden ge­spaard, maar toch doet het liefhebbers pijn; de
manier waarop momenteel nieuwe natuur wordt gerooid in de uiterwaard
bij Kekerdom.

Door BAS VAN DER HOEVEN
S
taatsbosbeheer en ARK Natuurontwikke­ling noemen de kaalslag in het ooibos bij Kekerdom ‘ cycli­sche verjonging'.
Maar dit is geen ver­jonging, dit is dood­slag. The Kekerdom chainsaw massacre.
Geronk, gekraak, alles verpletterende rups­banden. De flora valt bij bosjes, fauna maakt zich ij­lings uit de poten.
Maar het moet.
Rijkswaterstaat heeft bere­kend dat al die struiken en stammen bij
hoogwater voor opstuwing van het waterpeil zorgen. In de Millingerwaard
betekent dat een stijging van liefst 2,5 centimeter. Overal moet nieuwe
natuur in de ui­terwaarden langs de rivieren gekapt worden.
Veiligheid voor alles.
Gelukkig is de natuur taai.
Neem nu de natuurlijke cycli­sche verjonging waarbij een keer in de
zoveel jaar de rivier genoeg heeft van geven en ver­woestend neemt. De
kabbe­lend aangevoerde zaden, in­middels bomen en planten, worden door
het kolkende water ontworteld en meege­sleurd. De rivier geeft, de
rivier neemt.
Daarna groeit en bloeit alles weer vro­lijk op en na pakweg een mensenleven is al­les weer als vanouds.
Maar mensen willen en kunnen geen mensenleven wachten. Gelukkig hoeft
dat ook niet. Het grootste gedeelte van de Millingerwaard blijft
on­gerept. En op de plaatsen waar nu wordt gekapt, worden straks
nevengeulen gegraven.
Nog meer waterberging en nog mooiere natuur. 

Cyclisch verjongen
Natuur en veiligheid gecombineerd
Langs
de grote rivieren in Nederland gaan veiligheidsmaatregelen en winning
van klei, zand en grind hand in hand met natuurontwikkeling.
Delfstoffenwinning schept ruimte voor water, maar biedt ook nieuwe
kansen voor een lang verdwenen natuur in de uiterwaarden. Op sommige
plekken in ons rivierengebied liggen de dijken echter zo dicht bij de
rivier, dat het herstel van natuurelementen als oeverwallen en
ooibossen een belemmering voor het water kan vormen. Cyclische
verjonging kan de ruimte voor het water handhaven en tevens inspelen op
de natuurlijke dynamiek van grote rivieren.
Uitbanning oerkrachten
Vroeger
kwamen langs de rivieren volop ooibossen, rivierduinen en nevengeulen
voor. De uiterwaarden bevatten een ongekend rijk ecosysteem. Tijdens
overstromingen brak de kracht van water of van ijsgang obstakels als
bossen en oeverwallen open. De rivier forceerde doorbraken en verlegde
continu zijn loop. Hierdoor behield hij altijd voldoende ruimte voor
zijn waterafvoer en ‘verjongde' bij tijd en wijlen de natuur. Aan dit
proces maakten mensenhanden een einde. De mens wilde het land rond de
rivier kunnen bewonen en bebouwen, en legde de rivier vast in een strak
korset van kribben, dijken en kades. De weerbarstige rivierkrachten
werden getemd.
Van oerkracht naar mechanische kracht
Sinds
1990 zien we een omgekeerde ontwikkeling. In nieuwe natuurgebieden
langs Waal, Rijn en Maas mag de rivier weer deels haar oude krachten
tonen en herstellen flora en fauna zich. Oeverwallen met zeldzame
stroomdalbegroeiing prijken op de oevers, stuivende rivierduinen
herstellen zich en weelderig ooibos maakt uiterwaarden tot een heuse
jungle.
Op sommige plaatsen kan het succes van natuurontwikkeling
echter botsen met de ruimte die het water soms nodig heeft. Een snel
groeiend ooibos kan een remmend en opstuwend effect van wel enkele
centimeters op hoogwater hebben. Ook zand- en grindafzettingen kunnen
de ruimte voor het water verminderen. Aangezien mensenhanden de
oerkrachten van de rivier beteugeld hebben, moeten diezelfde handen
zijn overstromingsgebied ook ‘schoonhouden'. We grijpen echter in op
een manier die past bij wat de rivier ook zelf zou hebben gedaan. Zo'n
manier van ingrijpen noemen we cyclische verjonging.
Van de nood een deugd maken
De
cyclische verjongingsmaatregelen stemmen we af op de eigenschappen van
de rivier ter plaatse én op de ritmiek van de natuur. Rooi- en
graafactiviteiten zullen daarom steeds plaatsvinden in het
overstromingsseizoen, tussen september en maart. Het te rooien hout
gaat naar de biocentrale voor de opwekking van groene energie; zand en
klei krijgen eveneens een marktbestemming. Ook zult u zwaar materieel
in het terrein zien. Onvermijdelijk, wil een klus in beperkte tijd
geklaard zijn. Voor u als natuurliefhebber en recreant zal het even
wennen zijn; het werk zelf en de sporen die het aanvankelijk achterlaat
kunnen heel ingrijpend zijn. De vroegere boserosie en doorbraken van de
rivier waren echter ook geen zachtzinnige processen. Naar verwachting
zullen na een hoogwater en een groeiseizoen de sporen ook nu snel
gewist zijn. Uiteindelijk levert het nagebootste afbraakgeweld zelfs
een extra bijdrage aan het ecologisch herstel. Er ontstaan immers
steeds weer nieuwe pioniersituaties waar talrijke planten en dieren
geschikte plekken vinden.

Oud riviergeweld: Cyclische verjonging:
stroken ooibos weg eroderen (hoogwater)geulen graven in een gesloten bos
geulen uitslijpen graven van nevengeulen, uitgraven van een verlande geul
oeverwallen doorbreken afgraven van zandwallen, perforeren of verwijderen van dwarsdammen

Pionieren
Cyclische
verjonging zorgt voor het ontstaan van talrijke pioniersituaties: van
zandige stranden tot grindbanken en van slibrijke oevers tot metershoge
steilwanden. Door de afwisseling van natte naar droge en van
voedselrijke naar arme grond, leven hier talrijke gespecialiseerde
planten en dieren. Op de zandbanken voelen zich talrijke kleine
insecten thuis die worden bejaagd door zand- en grindwolfspinnen. Deze
dienen weer als voedsel voor vogelsoorten als de kleine plevier en
oeverloper. Boomsoorten als katwilg en zwarte populier zijn zelfs
volledig aangewezen op deze vochtige, open plekken om te kiemen. En
doen dat op een kale zandplaat dan bijvoorbeeld ook massaal.
De rol van grote grazers
Vooral
oude, dichtgegroeide kleiputten vormen een belemmering voor de
waterdoorstroming. Deze stammen uit de tijd dat in het natuurbeheer nog
geen grote grazers werden ingezet zodat de begroeiing hier vrijuit zijn
gang kon gaan! Natuurlijke begrazing met runderen en paarden kan
bosontwikkeling niet tegenhouden, maar wel remmen. De grazers houden
kiemende bomen en struiken goed kort. Aanvulling in de vorm van
bosgrazers als het edelhert, zorgt ervoor dat bomen en struiken nog
minder de kans krijgen te groeien. Naar de terugkeer van edelherten in
de uiterwaarden vindt inmiddels onderzoek plaats. Een andere houteter
van kaliber is de bever. Ook hier in de Gelderse Poort laten ze hun
indrukwekkende invloed flink gelden! Direct langs watergangen knagen ze
veel bomen om en ontstaat een open terrein. De verwachte groei van de
beverpopulatie doet die invloed toenemen.
Cyclische verjonging in de Millingerwaard
Uit
berekeningen van Rijkswaterstaat blijkt dat de uitbreiding van de
natuur in het Kekerdomse deel van de uiterwaard zorgt voor 2-3 cm
stijging van het hoogwaterniveau ter plekke. De aanwas van het
Millingerduin en de toegenomen oppervlakte ooibos zijn daar debet aan.
Uit oogpunt van rivierveiligheid eist de overheid compensatie van dit
hoogwatereffect. In het winterseizoen van 2005/2006 worden daarom
speciale maatregelen getroffen om de waterstremming te neutraliseren.
De grondeigenaren en natuurorganisaties hebben in overleg met
Rijkswaterstaat het tracé en de aard van de ingrepen vastgesteld. Het
Millingerduin blijft onaangeroerd maar er wordt wel een flinke strook
ooibos gerooid en een paar dwarskades aangepakt. Hoewel zwaar materieel
wordt ingezet, is wel sprake van maatwerk want bij de uitvoering wordt
rekening gehouden met de natuurwaarden in het terrein. Locaties met
beverburchten en zeldzame begroeiing worden ontzien en blijven als
eilandjes gespaard.

in de oranje gekleurde terreinen worden bomen gerooid en kades verlaagd de verwachte situatie na cyclische verjonging