Bron: de Gelderlander.
PANNE 2006 Zweveria ramt de Bennie 10
Voor de tiende keer vond gisteren de jaarlijkse
calamiteitenoefening Panne plaats in Millingen. Twee schepen knalden
op elkaar. Hulpdiensten én bobo's snelden als vliegen naar de stroop
naar de plek des onheils.
Door BAS VAN DER HOEVEN
MILLINGEN
?? Rampenoefeningen hebben wel degelijk nut. Niet zozeer voor de mannen
en vrouwen in de voorste linies van de hulpverlening, maar vooral voor
de regelneven en – nichten. Bij rampen weten politieagenten,
verpleegkundigen en brandweerlieden feilloos wat te doen, maar het
oproepen en de coördinatie van de nodige hulptroepen wil nog wel eens
haperen. Brandweerkorpsen van Druten tot het Duitse Rinderen snelden
naar de aanvaring in Millingen. Boten van de brandweer, politie en
Rijkswaterstaat stoomden op en in de lucht ratelde de
traumahelikopter. De commissaris van de koningin was
persoonlijk aanwezig om getuige te zijn van Gelders vakmanschap.
Om 19.00 uur klonken twee geweldige knallen uit een
scheepsruim. Zó hard dat de wijn schuimde in de glazen van de honderd
bobo's die vanaf passagiersschip De Duffelt het in scène gezette
drama volgden.
Vrachtschip Zweveria, geladen met 950 ton grind, ramde de chemicaliëntanker Bennie 10.
Bij de frontale botsing scheurde Bennie onder de waterlijn open.
Uit een elf meter lange scheur in de scheepshuid stroomde
tweehonderd kuub p- xyleen de rivier in. De onbestuurbaar geraakte
Zweveria ramde het bunkerstation Reinplus van Woerden. In de winkel
van het bunkerschip vielen de stellingen om, achttien vakantiewerkers
raakten bekneld. P- yleen stolt in water. De giftige stof vormde snel
ijsschotsachtige eilanden die stroomafwaarts dreven. De wind blies
giftige gassen richting dorp. De Millingse brandweercommandant René
Rieken had het rampscenario bedacht en coördinatieleider Pamela Meijs
van de Regionale Brandweer mocht zorgen voor een ‘ eind goed, al
goed'. Om 21.00 uur was alles onder controle en slachtoffers én een
milieuramp voorkomen. De reacties van de deelnemers varieerden van ‘
nuttig' tot ‘ een circus'.
De Millingse burgemeester Annemieke de Beer zag een
langgekoesterde wens in vervulling gaan: ze mocht – met naaldhakken –
in de rubber speedboot van ‘ haar' brandweermannen.
Ook dat avontuur liep met een sisser af.
Persinformatie
Oefening
Panne 2006
Donderdag
22 juni 2006
Op donderdagavond 22 juni 2006 vindt
op de Boven-Rijn in de gemeente Millingen aan de Rijn een multidisciplinaire
calamiteitenoefening plaats. Het betreft een oefening die sinds de inwerkingtreding
van het 'Intergemeentelijk Rampbestrijdingsplan Waterwegen Oevergemeenten
Gelderland-Zuid' jaarlijks, onder de
naam Panne, plaatsvindt. Dit jaar wordt de oefening voor de tiende keer
gehouden.
Het Intergemeentelijk Rampbestrijdingsplan Waterwegen Oevergemeenten
Gelderland-Zuid beschrijft de wijze waarop door de diverse organisaties
opgetreden dient te worden bij incidenten op de grote rivieren en kanalen in de
regio Gelderland-Zuid.
In Gelderland wordt intensief door
alle betrokken organisaties samengewerkt in de
voorbereiding op de
incidentbestrijding op het water. Dit gebeurt bijvoorbeeld in de vorm van
gezamenlijke planvorming en oefeningen. De oefening Panne is daar een voorbeeld
van. De samenwerking vindt op bestuurlijk niveau plaats via de zogenaamde 'Gelderse
commissie calamiteitenbestrijding grote rivieren', waarvan mevrouw Chr.
Scheurer, burgemeester van Rijnwaarden, de voorzitter is. De uitvoerende werkzaamheden
op dit gebied worden verricht door een tweetal werkgroepen waarin alle bij de
incidentbestrijding op het water betrokken organisaties zitting hebben: de
werkgroep 'algemene planvorming' en de werkgroep 'evaluatie en oefenen'.
Doel van de oefening Panne 2006
De
calamiteitenoefening Panne 2006 heeft tot doel de inhoud van het Intergemeentelijk
Rampbestrijdingsplan Waterwegen Oevergemeenten Gelderland-Zuid te toetsen op
bruikbaarheid.
Eerder gehouden oefeningen hebben
reeds geleid tot een aantal verbeterpunten en bijstelling van het
rampbestrijdingsplan. Dit geeft aan dat het noodzakelijk is en blijft de inhoud
van het plan permanent te toetsen op bruikbaarheid. Naast dit algemene doel
hebben uiteraard alle deelnemende organisaties ook hun eigen oefendoelen en de
mogelijkheid om hun eigen plannen en procedures te testen.
Een ander belangrijk doel van de oefening is het bevorderen van de samenwerking
en de afstemming tussen de hulpverleningsdiensten die betrokken zijn bij de
bestrijding van incidenten op de rivier. Door praktisch te oefenen leren de
betrokken diensten en functionarissen elkaar kennen en dat bevordert de communicatie
en de samenwerking bij een echt incident op het water.
Voorbereiding
oefening
Een
werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de deelnemende organisaties,
heeft de oefening voorbereid. Deze groep heeft onder meer het draaiboek voor de
oefening opgesteld, het scenario ontwikkeld en levert een inbreng in de
evaluatie na de oefening.
Het "incident"
Op donderdag 22 juni 2006, omstreeks 19.00 uur, vindt op het
Bijlandsch Kanaal, nabij Millingen aan de Rijn, een aanvaring plaats tussen de
vrachtvaarder Zweveria geladen met
950 ton grind en de chemicaliëntanker Bennie
10, geladen met 1000 ton (1166 m³) p-xyleen.
De vrachtvaarder Zweveria
veroorzaakt de aanvaring met de chemicaliëntanker Bennie 10 bij het verlaten van het bunkerstation.
Bij de frontale botsing is de huid van de Bennie 10 onder de waterlijn
opengereten. De Bennie 10 heeft als
gevolg van de aanvaring aan stuurboordkant 0,90 meter onder de waterlijn in
tank 5 en 6 een scheur opgelopen van circa 11 meter lang en 0,75 cm
breed. Hierdoor verliest de Bennie 10
150 tot 200 m³ vloeibare p-xyleen. In tank 5 zat oorspronkelijk 180 m³ en in
tank 6 zat oorspronkelijk 150 m³ p-xyleen.
De Zweveria loopt
ook aanzienlijke schade op en is onbestuurbaar. Het gevolg is dat de Zweveria tegen het bunkerstation botst
en vervolgens met zijn achterkant tegen het bunkerstation voor anker komt te
liggen. Door onbekende oorzaak ontstaat brand aan boord van de Zweveria. Deze brand bedreigt het
bunkerstation. De Zweveria is alleen
bereikbaar via het water.
Bennie
10 is onder het bunkerstation komen te liggen, ter hoogte van
de scheepswerf. Voor de Bennie 10
dreigt er gevaar voor zinken.
Aan boord van de Zweveria
zijn vermoedelijk 2 (zwaar) gewonden als gevolg van de brand in de
machinekamer. Op het bunkerstation is een grote groep
studenten/vakantiekrachten de inhoud van het bunkerschip aan het
inventariseren. Door de klap van de aanvaring ontstaat grote chaos aan boord,
mede door het omvallen van stellingen. In totaal zijn op het bunkerstation circa
18 personen bekneld geraakt en onwel geworden als gevolg van een
rooktrauma.
Door de lage geurdrempel van p-xyleen en de ongunstige
windrichting, wordt Millingen aan de Rijn getroffen door stankoverlast. Veel burgers
bellen verontrust en in paniek om de oorzaak en gevolgen van de stankoverlast
te achterhalen.
Gevolgen van het ongeval
Als gevolg van de uitstromende lading ontstaat een vlek die
vele meters lang en breed is op het Bijlandsch Kanaal. De p-xyleen stolt na contact met water tot
ijsachtige schotsen. De vlek verplaatst zich door de windrichting en de
stroomsnelheid steeds verder stroomafwaarts.
Brand en explosiegevaar:
is aanwezig aangezien de dampen explosief zijn boven de 25° C. Deze dienen te worden
neergeslagen door de blusboot.
Giftigheid:
Is in lucht matig giftig door inademen van de damp. P-xyleen is giftig door
inslikken en contact met de huid.
Schadelijk voor organismen/milieu:
De stof kan op lange termijn, ondanks lage concentraties, toch nog schadelijk
zijn doordat de stof bioaccummulatief is voor de organismen in het water. Hier
ligt voor Rijkswaterstaat de taak om de p-xyleen-vlak zo snel mogelijk te
ruimen.
Deelnemers oefening
Aan de oefening wordt deelgenomen door: Rijkswaterstaat directie
Oost-Nederland, de brandweerkorpsen van Millingen aan de Rijn, Ubbergen,
Wijchen, Overasselt, Druten, Brandweer Rindern (Duitsland), Regionale Brandweer
Gelderland-Zuid, Regionale Ambulancevoorziening Gelderland-Zuid, twee Mobiel
Medische Teams (1 voertuig en 1 helikopter), Geneeskundige Hulpverlening bij
Ongevallen en Rampen Gelderland-Zuid (GHOR), regiopolitie Gelderland-Zuid, Korps
Landelijke Politiediensten en 20 LOTUS-figuranten (LOTUS: Landelijke Opleiding Tot
Uitbeelding van Slachtoffers).
In
totaal nemen zo'n 130 hulpverleners aan de oefening deel.
Om alle deelnemers binnen de voor de oefening beschikbare tijd goed te kunnen
laten oefenen en de oefendoelen te halen, vertrekken de hulpverleningseenheden
vanuit een vooraf bepaalde uitgangsstelling.
Materieel
Tijdens de oefening
worden door de brandweer onder meer twee tankautospuiten (van Millingen aan de
Rijn en Ubbergen), de blusboot, een commandoverbindingsvoertuig en een snelle
interventieboot (van Millingen aan de Rijn) ingezet. Ook het Duitse
brandweerkorps Rindern is met een tankautospuit aanwezig.
Door de
GHOR (Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen) Gelderland-Zuid worden
een ambuteam en een SIGMA-team (Snel Inzetbare Groep ter Medische Assistentie)
ingezet. Het SIGMA-team is een speciaal opgeleide en getrainde groep
vrijwilligers van het Nederlandse Rode Kruis.
Het ambuteam
en het SIGMA-team richten zich op de behandeling van gewonden op de locatie van
het incident in een zogenaamd gewondennest. In het SIGMA-voertuig bevindt zich
onder andere de uitrusting voor de gewondentent waarin het gewondennest wordt
ingericht.
Het
ambuteam-voertuig heeft een aanhanger voor extra geneeskundige materialen.
Daarnaast
nemen ook twee ambulances deel aan de oefening.
Rijkswaterstaat
zet tijdens de oefening onder meer een patrouillevaartuig in en ook het Korps
Landelijke Politiediensten is met een patrouillevaartuig ter plaatse. Van de
regiopolitie Gelderland-Zuid neemt onder meer een surveillancevoertuig aan de
oefening deel.
Evaluatie
van de oefening
Tijdens de oefening noteren de diverse waarnemers hoe er
door de hulpverleners van de verschillende diensten wordt opgetreden. Daarbij
wordt onder meer gelet op de onderlinge communicatie, het volgen van de
procedures en de afstemming, coördinatie en samenwerking tussen de verschillende
organisaties.
Van de oefening wordt een evaluatieverslag opgesteld.
De conclusies en aanbevelingen worden door de deelnemende
diensten gebruikt om hun eigen organisaties te optimaliseren. En zonodig kan, op
basis van de (praktische) ervaringen die zijn opgedaan tijdens de oefening, eventueel
besloten worden het Intergemeentelijk Rampbestrijdingsplan Waterwegen
Oevergemeenten Gelderland-Zuid aan te passen.
Persgesprek
Na de oefening vindt om 22.00
uur in de vergaderruimte van koffie- en eethuis De Gelderse Poort, Rijndijk 6
in Millingen aan de Rijn, een persgesprek plaats. De oefenleider, de heer R.
Rieken van de Regionale Brandweer Gelderland-Zuid, zal een korte impressie
geven van het verloop van de oefening.
Aan dit persgesprek wordt
deelgenomen door: Dhr.
C. Cornielje, Commissaris van de Koningin,
mevr. A. de Beer, burgemeester Millingen aan de Rijn, mevr. Chr. Scheurer
(burgemeester Rijnwaarden), voorzitter van de 'Gelderse commissie calamiteitenbestrijding grote
rivieren' en dhr.
Th. van de Gazelle,
Hoofd Ingenieur Directeur van Rijkswaterstaat Oost Nederland.