12 augustus 2016

Frans Janssen en een leven vol voetbal.

Er gaat geen dag voorbij of hij is bezig met voetbal, eigenlijk geen uur, geen minuut. Zijn leven is voetbal. Frans Janssen (55). Topspits van N.E.C. (1977-1992), 420 wedstrijden in het groen, rood en zwart, 126 maal knalde hij de bal voor N.E.C. in het net. Prof, semi-prof, trainer, assistent-trainer en nu de aanjager van het voetbal in Millingen aan de Rijn. De geboren Groesbeker kan niet anders, want.: “Voetbal is het mooiste wat er is.” Hij heeft van die ogen die alles zien. Elke beweging. Automatisch scant hij de omgeving. Het oog van de ware spits. Niets ontgaat hem. Ook op straat niet. Een buurjongen speelt met de bal. Zijn trucje lukt maar half. “Bal aan de voet houden”, klinkt het door de straat. Dat is Frans Janssen ten voeten uit. Ik heb hem ‘in het echt’ gezien. Dertig jaar geleden. In de Goffert. Als zijn tong uit zijn mond stak, wist je het zeker: dit wordt er een. En jawel. Frans knalde een van de 126 ballen namens N.E.C. tegen de touwen: Gooooooooooal!. (Bron: Hans Jacobs- Uit Nijmegen)

frans_janssen_01

“Zaterdagmiddag zat ik nog tot één uur op het dak.”

Hij was prof en toen er weinig vlees zat op het N.E.C.-bot: semiprof. Voetballen én werken. Frans als dakdekker. Hij moest wel. “Zaterdagmiddag zat ik nog tot één uur op het dak. Naar huis, douchen, eten en dan naar het stadion om te spelen.” En dan vol trots: “Let wel: dat was eredivisie. Dat vormt wel je karakter. De jeugd van nu mist die weerstand. Je ziet ze wegvallen en dat is jammer. Wij kenden alleen maar voetbal. Straatvoetbal, altijd voetbal. Ook nu is er veel talent onder de jeugd, maar als ze 15 of 16 zijn ‘ruiken’ ze iets anders en zijn ze weg. Daar maak ik me zorgen over. Je ziet ze niet meer terug.”

Zaterdag

Hij houdt een pleidooi om zaterdags te gaan spelen. Je weet dat de jongens toch gaan stappen. Speel zaterdag. Dan kunnen ze na afloop de kantine in, ’s avonds stappen en zondags uitslapen. Zo hou je ze bij het voetbal en de club.”

Samen kijken we in gedachten terug naar het afgelopen EK en draaien we de film Andere Tijden. “Niemand wilde op het EK verliezen en dat zie je in het spel. Pas op het einde begon het een beetje te komen.” Het toernooi van de ego’s. Kapsel, schoentjes, tatoeages, maniertjes, super sportauto’s. ”Daar hadden wij in onze tijd geen geld voor. Het mag van mij best hoor, maar dan moet je het wel op het véld laten zien. Je kunt van Ronaldo zeggen wat je wilt, maar als het er op aankomt, staat hij er.”

Begin met hem niet over types als Memphis. Over de bakken vol geld die ze in de schoot geworpen krijgen. Salarissen van tonnen in de maand. De zwaar overbetaalde Engelsen die klop krijgen van de enthousiaste IJslanders. Geld tegen passie. “Alles draait nu om geld. Wij hadden een team staan. We kregen 800 gulden voor een gewonnen wedstrijd, 400 gulden bij gelijk spel. Dat was veel geld. Dat kon je met werken niet verdienen. Eredivisie in 1979. Bij ons gingen de mouwen omhoog. Je ging als team voor elkaar. Je hield elkaar scherp. Wie in een goed team speelt, wordt vanzelf beter.”

Millingen

Na het leven als prof was het gewoon weer werken. Het dak op. “We hebben altijd hard moeten werken.” Hij begon in 2003 met een eigen bedrijf. Dag en nacht werken en daarnaast amateurs trainen. In 2008 kreeg hij de kous op de kop. Hij kreeg geen lucht meer. De straffe roker kreeg COPD. De zuurstoffles werd zijn nieuwe rugnummer. Keihard ging hij berg af. De beer kon niet meer. “Ik heb twee keer met twee benen in de kist gestaan.”

In 2010 maakte hij een Panenka met zijn zuurstoffles. Frans kreeg weer eigen lucht, ging de sportschool in, knokte terug en eindelijk had hij de bal weer aan de voet. In Millingen, waar hij dag en nacht met de jeugd bezig is. “Wat ze in Millingen doen is prachtig. Sponsoren die met hart en ziel achter de club staan, goede staf en trainer, een eigen voetbalschool. Petje af. Millingen staat weer op de kaart. Thuis zitten 400 man langs de lijn. Dik 150 gaan er mee bij een uitwedstrijd. Daar zien de penningmeesters ons graag komen.”

Dan is er nog zijn zoon Dennis die bij FC Oss speelt. Ook zo’n voetbalgek zegt zijn vader, “altijd voetbal, alleen hoeft hij overdag niet te werken.”

“We kregen 800 gulden voor een gewonnen wedstrijd.”

En N.E.C.? “Och.” Hij hangt in de Wall of Fame. Hij maakte het eerste N.E.C.-Europacup-doelpunt. “Ze zijn me niet vergeten. De Goffert toen met de sintelbaan. Dik 30.000 man tegen Barcelona, maar ook 1500. Maar in het stadion van vandaag had hij wel willen voetballen. “Wij toen met allemaal jongens uit de regio. Henk Grim, Arno Arts, noem maar op. We hadden binding met de regio. Dat is nu anders. In dit stadion van nu hadden wij als team van toen nooit verloren.” En weer steekt de tong uit zijn mond: zo, die zit!